Gooi historische voorwerpen niet weg, maar bewaar ze voor het nageslacht. Dat is in een notendop de oproep in de brief van het Huizer Museum aan de curator van de failliete behangfabriek BN International (BNI). "Uit ervaring weet ik namelijk dat dit het moment is om na te denken over wat je met de voorwerpen in de fabriek gaat doen", stelt museumdirecteur Christian Pfeiffer.
Met het faillissement van de bekende Huizer fabriek verdwijnt het laatste stukje maakindustrie van het voormalige vissersdorp. De fabriek bestond sinds 1925 en heeft generaties aan Huizers en andere Gooiers aan werk voorzien. In december werd curator Sander Schouten ingehuurd om de faillissement af te handelen. "Daarmee is eigenlijk een eeuw aan Huizer geschiedenis afgesloten", zegt de museumdirecteur tegen NH.
Dit is dus het uitgelezen moment om historische objecten die binnen de muren van de fabriek staan veilig te stellen. "Dingen die nu niets waard lijken, kunnen later wel waardevol worden in emotie", zo omschrijft Pfeiffer.
Maatschappelijke rol
Het Huizer Museum verstuurt deze brief niet op eigen houtje. Een groep bezorgde Huizers ging het museum al voor en stuurden ook een brief aan de curator met dezelfde strekking: bewaar historische voorwerpen. Maar nu het museum, in samenspraak met de Huizers, daar een schepje bovenop doet is de kans een stukje groter dat de voorwerpen daadwerkelijk bewaard gaan worden.
Een curator heeft namelijk de verantwoordelijkheid om de schuldeisers van de fabriek voorrang te geven en kan niet zomaar voorwerpen aan particulieren overhandigen. Maar met het aankloppen van het museum wordt het een ander verhaal. Deze heeft namelijk een maatschappelijk rol waardoor de curator makkelijker historische voorwerpen kan overdragen. "Daarbij zijn wij een erkend museum, dat de voorwerpen goed kan verzorgen. Dan blijven de voorwerpen toegankelijk voor het publiek."
Pfeiffer laat weten dat er vanuit de curator inmiddels 'positief is gereageerd' op zijn brief.