De politie heeft aanwijzingen dat méérdere daders mensen in Alkmaar op straat aanranden bij hun billen. Na tientallen vrouwen en een meisje (14) is ook een man slachtoffer. "Ze worden geknepen én geslagen en de signalementen verschillen", aldus de leider van het onderzoeksteam van de politie in gesprek met NH Nieuws. Gaat gevonden weefsel op een broek van een slachtoffer de zaak oplossen?
Het begint zo'n beetje in september 2020. In Alkmaar, met name in parken als Rekerhout en het Achtergeestpad, worden een paar vrouwen tijdens het lopen, joggen of fietsen ineens, van achteren, door een fietsende man in hun achterwerk gegrepen of daar geslagen.
"Hij kreunde er heel raar bij", vertelde een slachtoffer eerder al. "Op het moment dat ik kon reageren, was hij al weggefietst. Ik raakte toen echt even in paniek en heb overstuur mijn vriend weer gebeld."
Soms is het een poos stil, dan begint het weer en inmiddels hebben bijna vijftig slachtoffers zich gemeld bij de politie. Sinds juli 2022 twaalf nieuwe. Of dat nou komt door alle media-aandacht of niet, de teamleider van het onderzoek is blij dat ze bellen. "Wat deze mensen overkomt, is aanranding. Niets minder", aldus Jaap Grippeling van de politie.
Samen met zijn Alkmaarse mensen bijt hij zich vast in het onderzoek, dat in juli 2022 opnieuw is geopend. Toen kwam na een paar maanden rust namelijk weer een telefoontje. "En inmiddels weten de Alkmaarse collega's ook hoe ze daarop moeten reageren. Dit heeft prioriteit."
"Ja, natuurlijk raak ik er gefrustreerd van dat we die boef nog niet hebben kunnen pakken. Wij allemaal"
Een wandelende vrouw is op die zomerochtend om 11.00 uur op de Drechterwaard aangerand op de inmiddels bekende manier. Omdat de dader hard doorrijdt, kan ze geen duidelijk signalement geven van een gezicht.
Sindsdien melden zich nóg elf slachtoffers, waaronder een meisje van pas veertien jaar. Soms bellen ze meteen 112, soms zoeken ze later contact. Het laatste incident was in de nacht van 1 januari. "We weten niet of de dader rondreist, even gestopt was of er sprake is van een copy-cat, maar de aanrandingen komen in golven, lijkt wel", aldus Grippeling.
Opvallend: tussen de aangerande slachtoffers is ook een man. Hij is eind september aan het hardlopen rondom het industrieterrein, nota bene op enkele tientallen meters van het politiekantoor, waar we teamleider Grippeling spreken.
"In zijn geval waren er twee daders". Of deze man bijvoorbeeld ook als vrouw kon worden aangezien, wil Grippeling niet zeggen. Een andere keer is een vrouw aangerand door iemand op een brommer. "Ook dat is nieuw. En daarom denken wij dat er meerdere daders actief zijn."
Bekijk hieronder het overzicht van de laatste 12 meldingen die nu in onderzoek zijn bij de politie. Tekst gaat door
Zijn hele team in Alkmaar, gevestigd aan het Mallegatsplein in de stad, bestaat uit ongeveer twintig rechercheurs. "Daar zitten ook analisten bij, er worden daderprofielen gemaakt", legt de teamleider uit. Maar, het vastbijten is zo langzamerhand ook wel een beetje veranderd in stukbijten.
Dat de dader snel doorfietst, het vaak donker is, snel gebeurt en soms op plekken waar weinig mensen zijn, bemoeilijkt het onderzoek. "Ja, natuurlijk raak ik er gefrustreerd van dat we die boef nog niet hebben kunnen pakken. Wij allemaal. Maar we doen er echt alles aan."
Één klein sprankje hoop ligt op dit moment bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). En de zak die daarvoor gebruikt wordt, heeft Grippeling symbolisch op tafel gelegd. Broeken van slachtoffers worden waar mogelijk namelijk ook direct onderzocht op sporen.
"We merken soms schaamte, of dat mensen denken dat wat ze overkomt niet genoeg is om te melden"
"Een korte aanraking, kneep, zelfs met een handschoen aan, kan al genoeg zijn om een dna-spoor achter te laten. En ja, we hebben inmiddels meerdere zogenoemde sporendragers gevonden. De uitslag kan maanden duren, maar wie weet."
Het blijft de vraag of er genoeg weefsel is gevonden om ook daadwerkelijk een dna-profiel te maken én om dit dan aan iemand te linken moet ditzelfde dna-materiaal wel al in de databases van het NFI zitten.
En ook criminoloog Jasper van der Kemp ziet nog een obstakel: "Hoe zeker kan de politie zijn dat het gaat om dadersporen en niet sporen uit ander terloops contact? Of zelfs zonder contact-overgedragen sporen, bijvoorbeeld door te zitten op dezelfde kruk in de kroeg."
Dat de Alkmaarse zedenpolitieman verder niets wil zeggen over de opsporingstactieken ("om de daders niet wijzer te maken") kan Van der Kemp an sich begrijpen. "Maar dan nemen ze wel aan dat de daders zich zouden laten afschrikken door politieacties. En dat lijken ze tot nu toe niet te doen."
Het team van Grippeling zegt er in ieder geval alles aan te doen wat binnen hun macht ligt. Ook al is het soms aanpoten met de toename van het aantal zedenzaken. "Teams in heel Nederland staan onder druk. Maar, als je belt, hebben we de capaciteit om je meteen te helpen."
Hij hoop dan ook dat slachtoffers zich echt blijven melden. "We merken soms schaamte, of dat mensen denken dat wat ze overkomt niet genoeg is om te melden. Dat is onterecht. Het is een ernstig feit waar hoge straffen op staan."
Mogelijk realiseren de daders zich dit ook niet en dus wil Grippeling dit nogmaals benadrukken. "Hun daden geven Alkmaarders een gevoel van onveiligheid. Als jij nietsvermoedend ergens fietst of loopt, met muziek op, in het donker en ineens voel jij een hand. Dat ís geen baldadigheid, het is geen kwajongensstreek. Dat is aanranding."
In 2022 is een tiener berecht voor vier eerdere dergelijke aanrandingen in 2021. Hij heeft de feiten bekend en betaste de vrouwen naar eigen zeggen vanaf zijn fiets uit verveling, in een moeilijke coronaperiode.
In diezelfde periode in 2021 zijn ook andere meldingen gedaan van aanrandingen, maar die zijn nog niet opgelost met de vervolging van deze tiener. Deze meldingen zijn nu geen onderdeel van het lopende onderzoek, maar worden wel - als daar aanleiding voor is - opnieuw bekeken als er ontwikkelingen zijn in de jacht op de daders.
Inmiddels heeft de gezochte getuige zich bij de politie gemeld.