Onze provincie kampt niet alleen met een huisartsentekort, maar in sommige regio's wordt ook hard gezocht naar doktersassistenten en praktijkondersteuners. Dat blijkt uit cijfers van onderzoeksinstituut Nivel over het jaar 2020. Eerder voorspelde deze organisatie al dat deze tekorten de komende zes jaar alleen nog maar erger worden. Is er een oplossing voor dit probleem?
Vooral in Amsterdam, 't Gooi, Amstelland, Kennemerland en Meerlanden valt de vraag naar doktersassistenten en praktijkondersteuners op. Meer dan de helft van de praktijken in deze regio's had in 2020 voor deze functies 'moeilijk vervulbare vacatures'.
Hoe dat kan? "Daar proberen we onze vinger nog op te leggen", zegt Nivel-onderzoeker Ronald Batenburg. Volgens hem kan dat bijvoorbeeld te maken hebben met het feit dat de huisvesting in deze regio's duurder is en moeilijker te betalen voor deze beroepsgroep.
Boze en bezorgde patiënten
Het huisartsentekort staat al langer op de kaart in onze provincie. Boze en bezorgde patiënten uit de Noordkop − een regio waar een van de weinige huisartsen bovendien moest vertrekken vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag − deden vorige maand hun verhaal in een documentaire van NH Nieuws.
Tekst gaat verder.
Het probleem doet zich in het gehele land voor, maar per regio zijn er wel verschillen aan te wijzen. Uit de Nivel-cijfers blijkt dat er in 2020 ook in de regio's Amsterdam (27 procent) en Zaanstreek-Waterland (33 procent) een hoog percentage praktijken is met lang openstaande vacatures voor huisartsen. Sterker nog, dat percentage was hier hoger dan in de Noordkop (19 procent).
Niet meer 24/7
De oorzaken zijn duidelijk en gelden in meer of mindere mate voor alle regio's: er is steeds meer (ingewikkeldere) zorg nodig vanwege de groeiende hoeveelheid ouderen, die bovendien vaker en langer thuis blijven wonen. Hoewel er meer huisartsen per jaar worden opgeleid dan ooit, zijn dit er nog steeds niet genoeg om aan die zorgvraag te voldoen.
Tekst gaat verder.
Als het gaat over een regio als de Noordkop, moeten die jonge huisartsen hier bovendien wel willen werken (en wonen). Daar komt bij dat deze nieuwe generatie andere ideeën heeft over de balans tussen werk en privé. Oftewel: niet iedereen wil meer 24/7 beschikbaar zijn zoals de klassieke dorpsdokter. Daarom vinden huisartsen in de regio vaak moeilijk iemand die hun praktijk kan overnemen als ze met pensioen willen.
Foto van je teen
Praktijken passen volgens het Nivel-onderzoek al verschillende oplossingen toe. Zo heeft e-health een vlucht genomen sinds de coronatijd. Dat kan gaan om videobellen met je arts, maar ook om e-consulten: mailtjes van de huisarts via een beveiligde route.
Tekst gaat verder.
René Batenburg, medisch directeur Regionale Huisartsen Organisatie Gooi en Omstreken (RHOGO) met toevallig dezelfde achternaam als de Nivel-onderzoeker, vertelt dat er in zijn regio veel gebruik van e-health wordt gemaakt. "Je hebt bijvoorbeeld een plekje op je grote teen dat jeukt en schilfert", zegt hij. "Daar kun je dan een foto van maken en via een systeem uploaden in je patiëntendossier. Je huisarts ziet dat dan binnenkomen en kan je via een e-consult antwoorden en een receptje naar de apotheek sturen."
"E-health wordt vaker genoemd als de vervanging van huisartsenzorg, maar het fysieke contact zal nooit verdwijnen"
Een handige aanvulling, ook bijvoorbeeld voor het doorgeven van zoiets als bloeddrukwaarden, zegt directeur Batenburg. Maar het fysieke contact zal volgens hem nooit verdwijnen. "Ik hoor wel vaker dat e-health genoemd wordt als de vervanging van huisartsenzorg. Maar ik denk dat dat veel te hoog gegrepen is, eerlijk gezegd."
Taken verdelen
Volgens Nivel-onderzoeker Ronald Batenburg dragen sommige praktijken in Noord-Holland bepaalde bestuurstaken over aan de zogenaamde praktijkmanager. Dat kan iemand zijn zonder medische, maar met managementervaring.
Maar ook het beroep 'verpleegkundig specialist' of 'physician assistant' is in opkomst: dat is een verpleegkundige die doorgestudeerd heeft en taken kan overnemen van een arts. Deze groep is echter nog klein.
En natuurlijk moeten er op een hoger organisatorisch niveau dingen veranderen. Onderzoeker Batenburg: "Huisartsen zitten niet op hun handen, maar de oplossing kan niet alleen van één partij komen. Er is strategisch overleg tussen huisartsenverenigingen, eerstelijnspraktijken, zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen en het ministerie, om te kijken wie wat gaat financieren en wie welke verantwoordelijkheid heeft."
Download de app
🔔 Blijf op de hoogte van nieuws uit jouw regio, download de gratis NH Nieuws-app via de App Store of de Google Play Store.