Ga naar Content

Ernstige zorgen over voortbestaan schapenhouderij door blauwtong

Het is maar de vraag of de Nederlandse schapensector de uitbraak van het dodelijke blauwtongvirus wel gaat overleven, waarschuwt landbouwminister Piet Adema. Ook in Noord-Holland zijn veel schapenhouders getroffen door het virus. Nico Verduin, voorzitter Regiobestuur LTO regio West en zelf schapenhouder in Andijk, maakt zich ernstige zorgen over het voortbestaan van de Nederlandse schapenhouderij.

Een schaap besmet met het blauwtongvirus in Nederhorst den Berg - Foto: ANP

"Veel schapen worden gehouden door bedrijven die wat schapen erbij hebben", vertelt Verduin. "Ik hoor van best veel mensen dat ze uitval (dode dieren, red.) hebben. Zij hebben echte twijfel of ze doorgaan." Ook grote schapenhouderijen komen in de problemen door het virus. "De gespecialiseerde bedrijven hebben zulke grote economische schade. De impact is zó groot."

"Ik spreek mensen die er tegenop zien om bij hun dieren te gaan kijken"

Nico Verduin, voorzitter Regiobestuur LTO regio West

En dat is niet alleen economisch, aldus de schapenhouder. Voor de boeren is het mentaal ook erg zwaar om hun dieren bij bosjes om te zien vallen. "Ik spreek mensen die er tegenop zien om bij hun dieren te gaan kijken. Er zijn houders met tien tot twintig dode dieren per dag. Dat is natuurlijk heel vervelend. Zeker omdat je er ook helemaal geen invloed op hebt."

Ook voor de nieuwe generatie schapen is blauwtong een groot gevaar. De maand oktober is namelijk de fokmaand die voor lammetjes in april moet zorgen. Als een ram geïnfecteerd is en een behandeling krijgt, is hij daardoor twee maanden onvruchtbaar. "Ik verwacht weinig lammetjes, maar we weten het nu nog niet." De kans dat blauwtong nog rondgaat op het moment dat de lammetjes naar buiten mogen is reëel, aldus Verduin. 

Natuurgebieden onder druk

Naast de gevolgen voor de dieren en de houders zelf, kan ook de natuur in Nederland in de problemen komen als er geen of weinig schapen meer zijn. "Schapen hebben een belangrijke rol in natuurbeheer. Veel schapen lopen op stukken grond waar geen gangbare landbouw wordt gedaan, zoals dijken en heidevelden. Als de schapenstapel niet op de been blijft, gaan de natuurgebieden achteruit." 

Voor Verduin zelf viel de schade, relatief gezien, mee. "We hebben alle dieren heel snel binnengehaald toen het virus uitbrak. Daardoor zijn maar veertig van onze negenhonderd schapen geïnfecteerd en vijf overleden. Het leverde veel werk op, maar in vergelijking met sommige collega's is het niks."

Hart onder de riem

Landbouwminister Adema heeft samen met België en Duitsland de farmaceutische industrie aangespoord om snel een vaccin te ontwikkelen. "Een vaccin is heel erg nodig", verzucht Verduin. De schapenhouder uit Andijk is blij dat de minister het probleem met blauwtong op de agenda zet. "Dat is heel waardevol, het is een hart onder de riem voor ons schapenhouders. Dat kunnen we goed gebruiken." 

Lees ook