Ga naar Content

VOC-archieven openbaar: waren jouw voorouders er actief?

Met een druk op de knop informatie vinden over het koloniale verleden van een bepaald persoon of familie: vanaf vandaag is het mogelijk. Het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis publiceert een enorme hoeveelheid ingescande bladzijden uit het VOC-archief. Gaat dit voor nieuwe inzichten in het Noord-Hollandse koloniale verleden zorgen?

Het omstreden standbeeld van Jan Pieterszoon Coen op de Roode Steen in Hoorn - Foto: NH Nieuws

De Hoogwoudse historicus Lars Boon denkt van niet. "Het is natuurlijk moeilijk te zeggen, maar het is wel al drie- à vierhonderd jaar geleden. Veel families weten al dat hun voorouders een rol hebben gespeeld in dat verleden."

"Dan ging het niet alleen om het financieren van schepen, maar ook over bakkers die meel leverden aan die schepen of mensen die andere goederen leverden. Het is niet handig om nu al met de vingers te gaan wijzen."

Geschiedenis herschrijven?

Aan de andere kant is het online verschijnen van de archieven voor zowel nationale als internationale onderzoekers van groot belang. "Dit is echt waanzinnig en baanbrekend", zegt Boon. "Wat vooral naar buiten zal komen is hoe de VOC heeft opgetreden in Nederlands-Indië als lokale overheid. Dit kan de start zijn voor veel nieuwe onderzoeken."

Dit kan er zomaar voor zorgen dat een deel van de Nederlandse geschiedenis herschreven moet worden, aldus Boon. "Als er nieuwe informatie beschikbaar komt, bestaat die kans altijd. Voor onderzoekers is het heel fijn dat dit nu beschikbaar wordt."

Handgeschreven

Het gaat in totaal om vijf miljoen scans die openbaar worden gemaakt, met informatie over personen, plaatsen en gebeurtenissen. De handgeschreven archiefteksten zijn door een speciaal programma getranscribeerd (uitgeschreven, red.), schrijft het Huygens Instituut.

De eerste versie van het VOC-archief staat nu online. Het is de bedoeling dat eind dit jaar een verbeterde versie wordt gelanceerd. De archieven kunnen hier bekeken worden.

Linda Nooitmeer, voorzitter van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), ziet dat het beschikbaar worden van informatie over het koloniale verleden van Nederland goed in de huidige tijdgeest past. "Daar zijn we natuurlijk erg blij mee. Het is goed dat dit soort informatie voor iedereen beschikbaar wordt."

Erkenning

Hoewel de NiNsee zich vooral bezighoudt met de Trans-Atlantische slavenhandel door de West-Indische Compagnie in Suriname en het Caribisch gebied, denkt Nooitmeer wel dat haar organisatie van dienst kan zijn voor de mensen die meer onderzoek willen doen naar het slavernijverleden van de VOC.

"Het gaat voor ons altijd over het besef dat mensen met instemming van de Nederlandse staat tot slaaf gemaakt zijn. Over de Oost (het voormalig Nederlands-Indië, red.) is daar nog behoorlijk wat over te zeggen. Ook qua erkenning. Daarbij kunnen wij in samenwerking veel doen, mits gevraagd. Het moet vanuit de gemeenschap zelf komen." 

Lees ook