Ga naar Content

Tekort aan bijen en hommels zorgt voor problemen bij biologische boeren

Het is tot nu toe een rampzalig jaar voor bijen, hommels en vlinders in Nederland. Onderzoekers zien een flinke afname van de bestuivende insecten, die een grote rol spelen in ons ecosysteem door bloemen, planten en fruitbomen te bestuiven. Dat kan een probleem worden voor West-Friese telers, waar veel fruitgaarden staan. Maken zij zich zorgen? 

Foto: NH Nieuws / Tom Jurriaans

Allereerst: het gaat slecht met de wilde bij, níet met de honingbij of andere gekweekte bijen. Vaak wordt er gesproken over de honingbij omdat dit de bekendste soort is, en gehouden wordt door een imker. Je kan deze gekweekte soorten zien als het vee onder de bijen. Toch zijn ook wilde bijen erg belangrijk, waarvan er 360 soorten leven in ons land.

Zorgen

Bij biologische telers die afhankelijk zijn van de wilde bij, zijn de problemen dan ook groot. Teler René van der Aarde uit Hem uitte in maart al zijn zorgen over de enorme bijensterfte van afgelopen winter. Van der Aarde ziet nu al dat zijn oogst van appels en peren niet optimaal is. "Er is veel rui, dus er vallen veel vruchtjes tussenuit. Soms is dat goed, want het scheelt veel dunwerk. Maar er vallen er al best veel en ik heb geen chemische middelen om ze eraan te spuiten, want ik teel biologisch. Er blijft genoeg over, maar daaraan kun je zien dat de omstandigheden niet optimaal zijn door het koude voorjaar en minder natuurlijke bestuivers."

Wat is rui?

Rui is een natuurlijke selectie van vruchten door de boom. Daarbij blijven vruchten in een vroeg stadium achter in groei om vervolgens te verschrompelen en van de boom te vallen. Dat gebeurt als de vruchtjes niet optimaal bestoven zijn.

"De gangbare telers hebben nog chemische hulpmiddeltjes om de boel een beetje te sturen, maar dat gebruiken wij niet" vervolgt de biologisch teler. "Wat ook niet helpt, is dat dit jaar sowieso een slechte bloeiperiode is geweest in het algemeen. Dat gaan we echt wel merken bij de pluk, dan hebben we toch een minder jaar."

Van der Aarde vertelt dat er binnen de telers ook veel discussie is over of de afname van natuurlijke bestuivers een trend is. Hijzelf denkt van wel. "Er zijn bij de gangbare telers allerlei groepjes die zeggen dat er niks aan de hand is. Maar er zijn ook critici die zeggen dat dit een slechte ontwikkeling is en ik denk dat die gelijk hebben. De gangbare telers zijn veel minder afhankelijk van de natuur. Ze willen ons verhaal eigenlijk niet horen, want dat is weerstand tegen verandering. Het zorgt voor best wat polarisatie onder de telers."

Minder zorgen

Eén van de telers die minder afhankelijk is van de natuur, is Lucien Slippens. Hij teelt peren in Zwaagdijk-Oost en is daarnaast imker. Met zijn bijen gaat het erg goed, zegt hij tegen NH. "Bij mij zijn alle kasten goed de winter doorgekomen, dus ik had helemaal geen verlies. Ik huur ook nog bijen bij en daar heb ik ook helemaal niks gehoord over verliezen. Hij heeft zijn bijen gewoon bij mij gebracht voor de bestuiving."

De fruitteler kweekt zelf metselbijen. "Die vermeerderen zich nog steeds, dus dat laat zien dat het goed gaat." Slippens vertelt dat deze bijen voor hem de belangrijkste zijn bij de bestuiving. In deze periode van het jaar zijn er nog niet genoeg hommels om te helpen en vlinders spelen sowieso geen grote rol bij de bestuiving, legt de teler uit. "Ze zijn wel heel mooi in je tuin, dus het is jammer als er daar minder van zijn."

"In het fruit heb ik nog niemand gehoord die minder oogst heeft doordat er minder bijen en andere beestjes zijn"

Fruitteler Lucien Slippens

Slippens komt met zijn fruitbedrijf nog niet in de problemen. "Je moet ook onthouden dat veel gewassen zelfbestuivend zijn. Ik kan peren kweken zonder bijen als ik wil, maar ik gebruik ze wel omdat ik dan dikkere peren krijg. In het fruit heb ik nog niemand gehoord die minder oogst heeft doordat er minder bijen en andere beestjes zijn."

Hoe is het met de vlinders?

Anthonie Stip van De Vlinderstichting legt uit hoe het kan dat er dit jaar een kwart minder vlinders in Nederland zijn waargenomen. "Dat komt waarschijnlijk door de droge zomer van vorig jaar. De plantjes waarop toen eitjes zijn gelegd door de vlinders, zijn gewoon verdroogd. Net als dat mensen geen droog blaadje sla eten, eet een rups ook geen verdroogde plant. Voor een rups is het dan einde verhaal, dan gaat hij dood."

"Vlinders zijn misschien niet zo belangrijk voor de bestuiving in de fruitteelt, maar wel belangrijk voor de wilde bloemen en planten die je overal vindt."

Stip noemt een voorbeeld van een vlindersoort die dit jaar enorm achterblijft. "Denk dan aan het kleine koolwitje. Dat is een super algemene vlindersoort, normaal gesproken. Die zijn dit jaar gewoon met tientallen procenten minder gezien ten opzichte van vorige jaren." 

"Ik heb zelf tussen eind april en 3 juni in mijn tuin, die behoorlijk biodivers is, geen enkele vlinder gezien. Zelfs geen koolwitjes. Dat had ik nooit voor mogelijk gehouden. Ik heb dit nog nooit meegemaakt."

Lees ook