Ga naar Content

Museumdirecteur over toekomst standbeeld Jan Pieterszoon Coen: 'Met protesten is hoger beroep aangetekend'

HOORN - "Als je ziet wat er in de wereld gaande is, zou je een struisvogel zijn als je denkt dat dat niet eventueel ook in Hoorn zou kunnen gebeuren." Aan het woord is Ad Geerdink, directeur van het Westfries Museum, die niet uitsluit dat anti-racismeactivisten ook het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, bij het museum voor de deur op de Roode Steen, van z'n sokkel trekken. "Hij staat er gelukkig nog rustig bij." 

Foto: NH Nieuws/Google Streetview

Nadat eerder deze week al in de VS al talloze omstreden figuren van hun sokkel werden getrokken, was het afgelopen nacht en eerder vandaag ook in Nederland raak. In Rotterdam werden vannacht onder meer het standbeeld van Piet Hein en het Witte de With-centrum voor moderne kunst beklad, in Amsterdam was het Tropenmuseum doelwit van anti-racismeactivisten. 

De geschiedenis heeft bewezen dat het standbeeld onder activisten een geliefd doelwit is. "Het standbeeld heeft al eerder stevig ter discussie gestaan", vertelt Geerdink. "In het Westfries Museum kun je zien dat het vanaf de jaren zestig doorlopig gebeurt. Hij is meerdere malen beklad en er zijn protesten bij gehouden."

De laatste noemenswaardige protesteren dateren van 2012, die uiteindelijk hebben geleid tot het 'Hoornse model'. "Toen is er langs democratische weg over gesproken, zijn voors en tegens afgewogen en is besloten dat het standbeeld mocht blijven staan, maar het heeft wel een kritische sokkeltekst gekregen."

'Laatste tijd stevig omstreden'

Met die tekst wordt de lezer duidelijk gemaakt dat de figuur Jan Pieterszoon Coen de afgelopen jaren in een ander daglicht is komen te staan. "Wat we hebben geprobeerd te doen, is weer te geven hoe er in de loop van de tijd heel verschillend tegen de figuur Jan Pieterszoon Coen is aangekeken, en dat 'ie de laatste tijd stevig omstreden is." 

Artikel gaat verder onder kader

Hieronder de tekst die sinds 2012 op de plaquette op de sokkel van het standbeeld staat: 

 

Jan Pieterszoon Coen (Hoorn 1587- Batavia 1629)

Koopman, directeur-generaal en gouverneur-generaal van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Vormgever van het succesvolle handelsimperium van de VOC in Azië. Stichter van Batavia, het huidige Jakarta.

Geroemd als krachtdadig en visionair bestuurder. Maar evenzeer bekritiseerd om zijn gewelddadige optreden bij het verwerven van handelsmonopolies in Indië.
Voerde in 1621 een strafexpeditie uit tegen één van de Banda-eilanden, omdat de bewoners tegen het verbod van de VOC in nootmuskaat leverden aan de Engelsen. Duizenden Bandanezen lieten hierbij het leven, de overlevenden werden naar Batavia gedeporteerd.

Coen kreeg aan het eind van de negentiende eeuw de status van nationale held, compleet met standbeeld in zijn geboortestad. Een landelijk oprichtingscomité onder leiding van de Hoornse burgemeester Van Dedem zamelde hiervoor het geld in. Het bronzen beeld, een ontwerp van Ferdinand Leenhoff (1841-1914), leraar aan de Academie voor Beeldende Kunst in Amsterdam, werd in 1893 feestelijk onthuld. Onomstreden is het standbeeld niet. Volgens critici verdient Coens gewelddadige handelspolitiek in de Indische archipel geen eerbetoon.

In het debat over de vraag of het standbeeld van Coen - ondanks het bloed aan zijn handen - dan wel een plek in de publieke ruimte verdient, blijft Geerdink onpartijdig. "Als museumdirecteur neem ik daar geen standpunt over in, want ik vind dat dat de uitkomst is van het gesprek dat we daarover met elkaar moeten aangaan, en dat dat eventueel leidt tot een politiek debat, waarna de politiek daar beslissingen over neemt." 

Ook het museum velt geen oordeel over Coen. "Wat we proberen te doen als museum is om iedereen die argumenten zoekt, helpen door te laten weten wie de persoon Jan Pieterszoon Coen was. Waarom werd hij ooit op een sokkel gehesen en waarom roept hij nu zoveel emoties op." 

Toen het museum jaren geleden een publieksjury een vonnis liet vellen over het standbeeld, vond twee derde dat het mocht blijven staan en een derde dat het weg moest. "Toevallig of niet", zegt Geerdink, "dat was ook de verdeling in de gemeenteraad."

Hoger beroep

Of het niet eens tijd wordt voor een hoger beroep? "Ik denk dat het hoger beroep al is aangetekend door de protesten die nu klinken", zegt de museumdirecteur. "Maar ik zou wel heel benieuwd zijn naar de stemverhouding, want we zijn nu tien jaar verder en er zijn nieuwe emoties, gevoeligheden en vragen opgeworpen rond Jan Pieterszoon Coen, dus het zou zinnig zijn om die stemming eens opnieuw te houden." 

Ook als het beeld uit de publieke ruimte verdwijnt, blijft het in Hoorn, belooft Geerdink. "Als dat de uitkomst van het maatschappelijke en politieke debat is, en hij moet van de Roode Steen weg, ontfermen wij ons uiteraard over het standbeeld. Want het is ook cultureel erfgoed." 

Lees ook

Eerder deze week liet de gemeente Hoorn aan NH Nieuws weten nog geen aanleiding te zien om het beeld extra te beveiligen. "Het plein heeft cameratoezicht", aldus een woordvoerder tegen NH Nieuws. Eric van de Beek, aanjager van de protesten in 2012, noemt het 'heel dom' dat de gemeente geen actie onderneemt. Hij vreest dat mensen voor eigen rechter zullen spelen, en roept de gemeente dan ook op om het beeld op eigen initiatief weg te halen.  

'Beeld niet in IJsselmeer gooien'

Premier Mark Rutte zei eerder vandaag tijdens zijn wekelijkse persconferentie dat je 'de geschiedenis niet kunt wegwerken'. "Dus niet een beeld in het IJsselmeer gooien, en dan zeggen: nu bestaat het niet meer." 

💬 Whatsapp ons!
Heb jij tips? Of een interessante foto of video gemaakt? Stuur ons jouw nieuws op 0630093003!

Lees ook