Ga naar Content
West-Friesland

Hoornse partij stelt vragen over anti-Jihad-spandoeken bij school: "Kwalijk en betreurend"

6 september 2018, 16.28 uur · Aangepast 7 september 2018, 00.26 uur
Door: · Foto: Rechts in Verzet

De Hoornse Onafhankelijke Partij heeft een vragenbrief gestuurd naar de burgemeester naar aanleiding van de spandoeken die begin deze week bij basisscholen zijn opgehangen, met daarop teksten als: 'stop uitje moskee' en 'uw kind naar jihadmoskee?'.

In de brief zegt de politieke partij uit Hoorn over de 'kwalijke teksten' aan twee vestigingen van de Mariaschool: "Wij betreuren deze actie, die onrust veroorzaakte op de school; onder de leerkrachten, de ouders en ook de kinderen, maar ook in onze bredere samenleving. De school is onderwerp geworpen van een maatschappelijke discussie."

Lees ook: Spandoeken opgehangen bij basisschool Hoorn: "Uw kind naar jihadmoskee?"

De christlijke Mariascholen aan de Eikstraat en Onder de Boompjes hebben een bezoek aan een Hoornse moskee in de Vredehofstraat gepland. De actiegroep 'Rechts in Verzet' hebben de spandoeken daarom maandagochtend opgehangen - nadat een 'een boze moeder om hulp vroeg'. Ze zou zich afvragen hoe het mogelijk is dat de Mariaschool de moskee bezoekt. Het overkoppelde bestuur van de basisschool liet aan NH Nieuws weten geen aanwijzingen te hebben dat een boze ouder achter de actie zit. Daar wil de Hoornse Onafhankelijke Partij duidelijkheid over, staat in hun brief. 

Verdere vragen aan burgemeester Jan Nieuwenburg zijn onder meer of er strafbare feiten zijn gepleegd met deze protestactie en of de politie ermee bezig is; of er maatregelen worden genomen om scholen te beschermen tegen dit soort acties. Verder schrijft de partij dat "niets een dergelijke actie over de ruggen van schoolgaande kinderen rechtvaardigt" en of de burgemeester het daarmee eens is. Die liet eerder al aan NH Nieuws weten de protestactie af te keuren

Jihad-preek 
In de moskee aan de Vredehofstraat zou volgens de De Telegraaf eerder dit jaar 'een door Turkije gedicteerde preek over jihad en martelaarschap' zou zijn uitgesproken. Het moskee-bestuur ontkende dat destijds, en ook de gemeente concludeerde na onderzoek dat er geen sprake was van een oorlogspreek.