Ga naar Content

Eeuwenlang was de Bangert de 'Betuwe van West-Friesland'

In het programma 'Gebruikte Stenen' gaat NH langs bij bijzonder industrieel erfgoed met een eigen verhaal. Deze week uitgelicht: het oude tuindersbedrijf van de familie Balk uit Blokker, veilinggebouw 'Op Hoop van Zegen' en het gemaal Oosterpolder in Hoorn.

De druivenserre uit 1928 - Foto: NH Media

Wanneer Annie en Jaap Balk uit Blokker in 2006 zien dat er een woonwijk gepland staat op het terrein van hun tuinderij, besluiten ze, wanneer ze stoppen met hun bedrijf, een deel in ere te houden, als groengebied tussen de toekomstige nieuwbouw. En dat lukt. Daardoor is ook nu nog te zien hoe er in vroeger tijden gewerkt werd. Een van de pronkstukken is een druivenserre uit 1928, waarvan er ooit 300 stonden en die intussen gemeentelijk monument is.

Betuwe van West-Friesland

Het voormalige bedrijf van familie Balk stond niet op zichzelf. Er was een enorme dichtheid aan tuinders in de Bangert. Dit gebied, vlak bij Hoorn, stond vooral bekend om om het vele fruit dat er geteeld werd. De buurt kreeg er een bijnaam door: 'De Betuwe van West-Friesland'. Alleen in het dorp Blokker woonden toen al honderden tuinders. Op een totaal van 2.800 inwoners.

Tekst gaat verder onder de foto.

Afmijnzaal in voormalig veilinghuis 'Op Hoop van Zegen' - Foto: NH Media

Veilinggebouwen

Al dat groente en fruit dat in West-Friesland werd geteeld, moest ook aan de man gebracht worden. Dat ging via twee veilingen; een in Zwaag en een in Blokker. Die laatste is bewaard gebleven, in nagenoeg oorspronkelijke staat zelfs. Aan de buitenkant zie je het er niet aan af, maar het is wel degelijk van grote cultuurhistorische waarde. Binnen het gebouw ademt alles namelijk nog de sfeer van de tijd dat hier de producten van de tuinders geveild werden, niet alleen door Nederlandse handelaren, want ook vroeger al was de kwaliteit van de Hollandse teelt gewild in het buitenland.

Later werden er, naast de veiling, ook optredens gehouden door grote internationale sterren, zoals Benny Goodman, die er met zijn voltallige 20-koppige orkest optrad.

Tekst gaat verder onder de foto. 

machinekamer van gemaal Oosterpolder - Foto: NH Media

Pompen van de Watersnoodramp

Heel ander industrieel erfgoed is het gemaal Oosterpolder. Nadat de polder eerst door molens en later door een stoomgemaal werd drooggehouden, staat er sinds de jaren 50 een elektrisch gemaal. De twee pompen ervan, zijn nog afkomstig uit de Marshallhulp die Nederland na de Tweede Wereldoorlog uit Amerika kreeg. De pompen werden in 1953 eerst ingezet in Zeeland, na de Watersnoodramp. Daarna verhuisden ze naar Hoorn, waar ze nu al bijna 70 jaar dienst doen. Lang zal dat overigens niet meer duren: er komt een nieuwe pomp, met de capaciteit van de twee oude. Als museumstuk blijft één historische pomp staan.

Meer monumenten

Hoorn telt meer monumenten. Ook het station en de bussengarage, de stoomververij en chemische wasserij, de distilleerderij en de azijnfabriek, komen in beeld aan bod. 

Ben je specifiek geïnteresseerd in de geschiedenis van Hoorn? Mis dan vooral niet aflevering 6. Die wordt op donderdag 11 april uitgezonden en daarin staan de rijtuigloods van de Museum Stoomtram Hoorn-Medemblik en de voormalige gevangenis op het Oostereiland centraal.

Lees ook

Overal in de provincie staan oude gemalen, fabrieken, pakhuizen en andere monumenten die herinneren aan onze geschiedenis. Herbestemming maakt dat die gebouwen een blijvende plek houden in ons landschap. In acht afleveringen toont de tv-serie 'Gebruikte Stenen' hoe rijk Noord-Holland aan industrieel erfgoed is en vertelt ze de verhalen die eraan verbonden zijn.

Bekijk alle verhalen op de themapagina.