Ga naar Content

Eerste directeur van Circuit Zandvoort streed voor een baan in de bossen van Zeist

Circuit Zandvoort bestaat 75 jaar. Tot de start van de Grand Prix Formule 1, volgend weekend, besteedt NH in een serie aandacht aan de rijke historie van het duinencircuit. Vandaag deel 1 over Hans Hugenholtz. Als eerste directeur (van 1949 tot 1974) is zijn naam verbonden aan Circuit Zandvoort. Maar als het aan Hugenholtz had gelegen was het nationale circuit niet in Zandvoort, maar in Zeist gekomen.

Hans Hugenholtz, directeur van het circuit van 1949 tot 1974 - Foto: Privéarchief Hans Hugenholtz junior

Het had maar weinig gescheeld of de honderdduizenden fans die volgende week naar Zandvoort komen, hadden naar Zeist gemoeten om Max Verstappen te zien rijden. In de Zeister bossen lagen vlak na de Tweede Wereldoorlog plannen voor een baan die het Zandvoortse circuit overbodig had moeten maken.

Pikant

De baan in het midden van het land was pikant genoeg het geesteskind van de man die de eerste directeur van Circuit Zandvoort zou worden, Hans Hugenholtz (1914-1995). Als het aan hem had gelegen, zou de eerste Nederlandse Grand Prix niet zijn verreden in de duinen maar in de Zeisterbossen, blijkt uit onderzoek van onder meer sportgeschiedenis.nl. Assen en Zandvoort, waar op hetzelfde moment aan een circuit werd gewerkt, zouden ‘slechts’ het toneel worden van motorraces.

Tekst gaat verder onder historische filmopnamen over de bouw van Circuit Zandvoort

Bouw circuit - NH Nieuws

Zijn zoon Hans Hugenholtz junior (73) kent de geschiedenis van de mislukte poging maar al te goed. De middenstand van Zeist wilde dat de eerste GP er zou worden gehouden, maar Staatsbosbeheer en de gemeente Zeist voorkwamen het uiteindelijk in 1947. ''De politieke situatie was instabiel, daardoor is het niet Zeist maar Zandvoort geworden. Dat mijn vader daar later directeur werd, was logisch gezien zijn expertise'', zegt hij in het kantoor van de Hugenholtz Property Group, het vastgoedbedrijf waar hij eigenaar van is.  

Liefde voor autosport

De liefde voor de autosport is van vader op zoon overgegaan, zo getuigen foto’s aan de muur van zijn werkkamer. Hugenholtz: ''Toen ik achttien werd en rijles nam, had ik al ervaring als chauffeur in driehonderd verschillende auto's.''

Behalve een verdienstelijk coureur was de 'jonge' Hugenholtz bestuursvoorzitter van Spyker Cars, bouwde de pitstraat in Zandvoort, deed een bod op het circuit toen dat in 2017 te koop stond (en in handen kwam van Prins Bernard jr. en zijn zakenpartner Menno de Jong) en is één van de oprichters van de Ferrari Club Nederland. Nog steeds rijdt hij over de hele wereld races met historische bolides. Hij staat op het punt om voor een serie Grands Prix naar de Verenigde Staten te gaan. ''Puur voor het plezier.''

Gemeenteambtenaar

In de jaren dat vader directeur was van het circuit woonde het gezin-Hugenholtz in Bentveld, op slechts een paar kilometer van zijn kantoor. Dat stond niet op het circuit, maar was ondergebracht op het Zandvoortse stadhuis aan het Raadhuisplein. Dat was het vanzelfsprekende resultaat van de twee functies die hij in één baan combineerde. Directeur zijn van het circuit betekende in die tijd ook als gemeenteambtenaar leiding geven aan de plaatselijke VVV.

Prins Bernhard

Hoewel hij in zijn rol als directeur van het circuit omging met beroemde autocoureurs en zowel prins Bernhard als prins Bira van Siam (in 1948 de winnaar van de eerste officiële race op het circuit) tot zijn kennissenkring mocht rekenen, leefde hij alles behalve een glamoureus leven. 

 

Hans Hugenholtz junior in zijn kantoor. - Foto: Fred Segaar/NH Nieuws

Hugenholtz: ''Mijn vader was een harde werker en is bepaald niet rijk geworden van zijn baan. Ik herinner mij dat hij in de beginjaren 6.000 gulden per jaar verdiende. We hadden het thuis goed, maar ook niet overdreven. We woonden gewoon in een huurhuis. Wat wel fijn voor hem was, was dat mijn moeder (jonkvrouw Marianne Sophie van Rheineck Leyssius) uit een rijke familie kwam. Dat heeft hem geholpen. Ook zij was trouwens een heel actief iemand. Ze is jaren raadslid geweest voor de VVD in Zandvoort.'' 

Bijverdienen

Zijn vader had rechten gestuurd, maar had meer belangstelling voor de autosport en vooral het ontwerpen van circuits. Hij heeft onder meer de Hockenheimring in Duitsland, het Japanse Suzuka, Zolder in België en de Ontario Motor Speedway in Californië getekend. Ook was hij ontwerper van auto’s en schreef in meerdere bladen over autosport. Voor het Financieel Dagblad en een paar tijdschriften deed hij autotests. ''Dat gebeurde allemaal in de avonduren”, zegt zijn zoon. “Ik zie hem nog zo achter de ouderwetse typemachine zitten. Hij deed het omdat hij het leuk vond, maar het was ook een manier om wat bij te verdienen.''

Droombaan

Zijn vader heeft geen bijdrage geleverd aan de lay-out van het Circuit Zandvoort, omdat hij nu eenmaal zijn zinnen op het circuit in Zeist had gezet. ''Of hij dat jammer vond? We hebben het er nooit over gehad, maar ik denk dat hij het geen probleem vond. Hij was allang blij dat hij er directeur kon zijn. Voor iemand die zoveel hield van de autosport was dat een droombaan.'' 

Auto-ongeluk

Het is wrang dat iets waarvoor hij zóveel liefde koesterde hem ook fataal werd. In januari 1995 was Hugenholtz op de boulevard van Zandvoort, pal naast het circuit, betrokken bij een ernstig auto-ongeluk. Zijn vrouw, die achter het stuur zat, overleed ter plekke. Hans Hugenholtz raakte zwaar gewond, maar overleefde het. Echter, een paar maanden later overleed hij alsnog aan zijn verwondingen. 

Hugenholtz junior: “Mijn vader was een bijzonder mens. Heel charismatisch. Wat ik het meest in hem bewonderde, was zijn veelzijdigheid. Als ik een evenement in de autosport organiseer denk ik nog weleens: hou zou híj dit hebben aangepakt?”

 

Wijn van Hans Hugenholtz ‘tres explosif’

Bij zijn afscheid in 1974 werd als eerbetoon aan Hans Hugenholtz een bocht naar hem vernoemd. Het is een deel van het circuit dat in 2021 met de Arie Luyendijkbocht is omgetoverd in een kombocht.

Hugenholz senior stuurde in de jaren zeventig regelmatig flessen wijn naar relaties in het buitenland, die veronderstelden dat de druiven waarvan de wijn was gemaakt groeiden in de duinen achter de Hugenholtzbocht, wat uiteraard niet zo was. Maar Hugenholtz hield de mythe graag in stand. ‘Vin rouge tres ordinaire et tres explosif’, bestaande uit ‘20 procent alcohol, vijftien procent methanol en 7 procent huile de ricine’, prijkte op het etiket.

“Mijn vader hield erg van practical jokes”, zegt zijn zoon. Hij herinnert aan een Zandvoortse 1-aprilgrap waarbij Hugenholtz betrokken was en die in 1962 internationale aandacht kreeg. Kunstenaar Edo van Tetterode meldde die dag dat op het strand een van Paaseiland afkomstig beeld was aangespoeld. Het nieuws haalde de voorpagina’s van de kranten. In een live-uitzending op televisie onthulde Tetterode later dat hijzelf de maker was en het beeld er eigenhandig had neergelegd. Hij noemt het kunstwerk ‘de Loeres.’  

Naar aanleiding van deze grap richtte Van Tetterode het nationale 1-aprilgenootschap op. Deze club reikte jarenlang een bronzen Loeres uit voor de beste 1-aprilgrap.  

Maandag: De eerste raceauto's scheurden niet over het circuit maar door de straten van Zandvoort.

Lees ook

Meer nieuws uit Haarlem e.o.?

💬 Blijf op de hoogte via onze Facebookgroep Nieuws uit Haarlem en omgeving. Reageer, discussieer en deel jouw nieuws.

📰 Volg de laatste berichtgeving altijd via NHNieuws.nl/Haarlem.

🔔 Download de app en krijg een melding bij belangrijk nieuws uit jouw buurt

📧 Stuur ons jouw tips op [email protected]

✏️ Tikfout gezien? Laat het ons weten via [email protected]