Ga naar Content
Haarlem

Op jonge leeftijd vernederd: Joke (76) heeft nog steeds last van kloostermishandelingen

16 februari 2023, 15.30 uur · Aangepast 21 februari 2023, 09.44 uur
Door: Trix Pieterse · Foto: Stichting Ons Bloemendaal

Joke de Smit (76) was dertien jaar toen ze naar de nonnen van Goede Herder in Bloemendaal werd gestuurd. Thuis in Rotterdam werd ze misbruikt door haar stiefvader. Ze vertelde het aan een vrouw uit de buurt, en aan de politie.  “Ze hebben me toen ondergebracht in Bloemendaal en dat hadden ze nooit moeten doen.”

De kinderbescherming vertelde haar dat ze naar een plek zou gaan met allemaal leuke meisjes van haar leeftijd. Het klooster aan de Krommelaan in Bloemendaal bleek meer ‘een soort jeugdgevangenis’. “Een grote non, met een grote bos met sleutels.” Alle deuren gingen op slot.

Haar koffertje werd afgepakt en ze mocht haar achternaam niet meer noemen. Vriendschappen waren verboden, en de meisjes mochten niet met elkaar praten. Elke dag werkte ze in het washok, waar ze het maandverband van de nonnen moest wassen. Geld heeft ze er nooit voor gekregen. 

Joke de Smit - Foto: NH Nieuws

Drie en een half jaar heeft De Smit er gezeten. Eerst een paar maanden in Bloemendaal, daarna in het klooster in Zoeterwoude. “Ik vond niet dat ik het verdiend had, mijn stiefvader had het verdiend.” Na anderhalf jaar zag ze de directrice door de gang lopen, met aan de hand een klein meisje. “Het was mijn jongere zusje, die had ook haar mond open gedaan.” De Smit mocht haar niet zien. Haar zusje werd later zonder afscheid naar het klooster Velp gebracht.

Voor de rechter

Samen met goede vriendin Lies Vissers, die ook een tijd in Bloemendaal heeft gezeten, en nog zeventien andere vrouwen daagt De Smit de Zuster van de Goede Herder nu voor de rechter. De vrouwen willen erkenning voor hun leed, en een schadevergoeding voor al het onbetaalde werk dat ze hebben verricht. “Ik wil dat ze toegeven dat ze fout zijn geweest, en ons leven hebben verpest.”

De Goede Herder had vijf kloosters in Nederland; in Almelo, Zoeterwoude, Velp, Someren en Bloemendaal. In Zoeterwoude stond op de muur ‘tehuis voor gevallen meisjes’. De meisjes die er naartoe werden gebracht, kwamen vaak uit een moeilijk gezin, door misbruik, verwaarlozing of geweld. De kloosters waren een soort voorloper van jeugdzorg, maar dan zonder begeleiding of onderwijs.

Ik wil dat ze toegeven dat ze fout zijn geweest, en ons leven hebben verpest

Joke de Smit (76)

Een paar jaar geleden sprak een aantal vrouwen zich voor het eerst uit, over hun tijd bij De Goede Herder. Er werd een stichting opgezet, waar nu ongeveer 250 vrouwen lid van zijn. Hun verhalen leidden tot een onderzoek, dat in 2019 werd gepubliceerd door Guus Heerma van Voss (hoogleraar sociaal recht in Leiden) en Mijke Houwerzijl (hoogleraar arbeidsrecht in Tilburg).

Hieruit bleek dat na de Tweede Wereldoorlog duizenden meisjes zijn uitgebuit door de zusters, en dat het ‘dwangarbeid’ genoemd kan worden. Minister Sander Dekker zei toen dat de meisjes van de Goede Herder recht hebben op 'excuses, erkenning, hulp en ondersteuning van de overheid'.

Weglopen

De meisjes moesten elke dag werken, behalve op zondag. Wassen, strijken en naaien, en dat alles onbetaald. En dan was er de vernedering. In Zoeterwoude heeft De Smit ooit veertien dagen in de isoleercel gezeten. Ze had de directrice ‘een okkernoot’ verkocht, nadat ze zelf was geslagen. Ze is nu bijna 77 en merkt dat het diepe sporen heeft nagelaten: “Ik slaap nog elke nacht met een lampje aan.”

Joke de Smit, toen ze in het klooster zat - Foto: NH Nieuws

In Bloemendaal probeerde ze twee keer te ontsnappen, samen met een ander meisje. Via het bos achter het klooster kwamen ze op de Krullenlaan. Een agent op een motor hield hen aan. Waar ze naartoe gingen? “Ik zei ‘nou moet jij nooit pissen’.” Binnen een uur waren ze weer terug. ‘s Avonds ‘hebben we weer de kuiten genomen’. Op de Johan Verhulstweg werden ze opgepikt door een vrachtwagenchauffeur. Hij zette hen af in Rotterdam. De volgende dag zaten ze weer in de politiebus naar Bloemendaal.

Na Bloemendaal, Zoeterwoude, de boerderij in de kloostertuin en het 'huis voor werkende meisjes', kwam De Smit terecht in een gezin in Voorschoten. Weer werkte ze drie maanden onbetaald. Tot ze hoorde dat haar loon naar de zusters werd gestuurd. Ze heeft haar spullen gepakt en vanaf station Voorschoten de trein naar Rotterdam genomen. “Ik had me drie een half jaar kapot gewerkt voor die nonnen en nu was ik er klaar mee.”

Terug in Rotterdam

In Rotterdam bouwde ze een leven op, kreeg zeven kinderen en een hoop pleegkinderen. Kinderen uit de buurt die een plek nodig hadden, konden altijd bij haar terecht. “Als mensen je hulp vragen, dan moet je.” De opvoeding heeft ze alleen gedaan. “Ik ben twaalf jaar getrouwd geweest, en ben twaalf jaar verrot geslagen. Op een gegeven moment ben ik gegaan.”

Ze is best nerveus voor de rechtszaak van vrijdag. Met Lies Vissers, een van de negentien vrouwen die ook naar de rechter stapt, belt ze zo’n ‘tachtig keer’ per dag. Maar ze wil het doen, ook voor de andere vrouwen. “We voelen ons echt gehoord, we hebben een advocaat die zich kapot vecht voor ons, en we hebben elkaar.”

Lees ook