Ga naar Content

Waren Angelo's Amsterdamse overgrootouders crimineel of slachtoffer van hun tijd?

Na het onverwachte overlijden van zijn Amsterdamse opa Jan krijgt Angelo Schenkers (46) een oude zwart-wit foto van zijn oma, met daarop afgebeeld de ouders van zijn opa. Gegrepen door het mysterie rondom zijn overgrootouders, duikt Angelo in het door hem geschreven boek 'Voor altijd op de vlucht' in de donkere pagina's van zijn familiegeschiedenis. "Mijn overgrootouders hebben volgens registratie in Amsterdam op dertig verschillende adressen gewoond."

De zwart-wit foto van de overgrootouders van Angelo - Foto: Privé-archief: Angelo Schenkers

Angelo wist op wat geruchten na voor lange tijd niets van zijn Amsterdamse overgrootouders, vertelt hij bij Lunchroom op NH Radio. "Zowel mijn opa als mijn oma waren groot verhalenvertellers, maar over de ouders van mijn opa werd opvallend genoeg eigenlijk nooit gesproken."

In de zeldzame momenten dat opa Jan over zijn ouders sprak, schetste hij een niet al te fraai beeld van hen. "Mijn overgrootouders zouden niet goed voor hun kinderen zorgen en voor de Kinderbescherming naar Duitsland zijn gevlucht. Nog voordat het laatste kind, mijn opa Jan in 1915 werd geboren."

Kinderbescherming

Toen de foto na het overlijden van zijn opa opdook, vroeg zijn oma of Angelo de foto wilde hebben. "Het enige dat zij over haar schoonouders kon vertellen, was dat het katholieke gezin van vermoedelijk 18 kinderen in 1895 vanuit Leeuwarden naar Amsterdam was overgekomen", vertelt Angelo.

Angelo Schenkers duikt in mysterieus familieverleden - Foto: Foto: Timo Sorber

Met enkel een foto en de namen van zijn overgrootouders, Mari Akkerman en Uke Dusselaar, stapte Angelo naar het voormalig Stadsarchief aan de Amstel. "Ik kreeg een gezinskaart met daarop verschillende namen en adressen van 18 verschillende kinderen. Daar bleken ook neven en nichten tussen te zitten, die tijdelijk bij hen inwoonden."

Hoop ellende

Angelo vervolgde zijn zoektocht en kwam nieuwe aanwijzingen op het spoor. Overgrootvader Mari bleek eind 19e eeuw als grondwerker in Amsterdam te werken. "Hij legde bijvoorbeeld riolering aan en dat was vroeger natuurlijk nog zwaarder werk. Alles werd gedaan op spierkracht, met een kruiwagen en een schop."

Ook ontdekte hij dat het gezin veel armoede kende en regelmatig de huur niet kon betalen. In het oude centrum van Amsterdam zijn ze bij elkaar zo'n dertig keer verhuisd. "Er was in die tijd veel werkloosheid zonder enig vangnet. Na een paar weken of maanden konden ze vaak de huur niet meer betalen, en werden ze er meteen 'uitgebonjourd'. Daarbij volgde er ieder jaar wel een nieuw kind. Ze hadden geen makkelijk leven. Een hoop ellende."

Overgrootouders Mari en Uke - Foto: Privé-archief: Angelo Schenkers

Overgrootvader Mari bleek bovendien het een en ander op zijn kerfstok te hebben. Angelo stuitte later op rechtbankpapieren en ontdekte dat Mari in 1896 een straf van zes maanden moest uitzitten voor diefstal van zinken afvoerbuizen. "Hij zat vast in de oude gevangenis aan de Weteringschans, waar nu het Holland Casino zit. Vanuit daar werd hij samen met vier andere gevangenen vastgeketend in een boevenwagen en overgeplaatst naar de gevangenis in Alkmaar."

Bruut van een man

Het verslag uit de rechtbankpapieren vervolgt zich als een scène uit een spannende film: "Hij was oersterk, mijn overgrootvader. Zo had hij bijvoorbeeld een hekel aan katten, en als hij er eentje te pakken kon krijgen, brak hij het nekje met zijn blote handen. Een bruut van een man."

Diezelfde brute kracht hielp hem die bewuste dag ook uit de boevenwagen te ontsnappen. "Hij wist zichzelf los te breken uit de stalen boeien waarin hij zat vastgeketend. Toen een bewaarder de deur opendeed, rende hij naar buiten en vluchtte richting de Prins Hendrikkade. Uiteindelijk werd hij later weer opgepakt, maar dit tekent wat voor man het was: een beer van een vent met enorm veel kracht."

Of zijn overgrootouders ook werkelijk in de clinch lagen met de Kinderbescherming en naar Duitsland zijn gevlucht, laat Angelo in het midden. "Uiteindelijk heb ik overal antwoord op gekregen, ook of zij slecht voor hun kinderen zorgden. Maar dat vertel ik allemaal in mijn boek."

Angelo woont in Amsterdam. Hij komt uit een gezin van een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder. Samen met zijn broertje groeide hij op in een dorp in de Flevopolder en studeerde notarieel recht in Leiden. 

Na enkele jaren als jurist en diverse banen in binnen- en buitenland richt hij zich sinds 2014 volledig op het schrijven. Naast het schrijven werkt hij als barman in een eetcafé.

Lees ook