CASTRICUM De naam Cees Lute doet niet meteen bij iedereen een belletje rinkelen. Toch was de man uit Castricum begin jaren zestig van de vorige eeuw één van de beste Nederlandse wielrenners. Vooral als sprinter maakte hij naam.
De meeste bekendheid bouwde Lute op als winnaar van een etappe in de Ronde van Italië van 1964. Dezelfde ronde waar Tom Dumoulin na zijn overwinning van gisteren weer de roze trui mocht aantrekken. Als knecht van de legendarische Jacques Anquetil en ploegmaat van zijn streekgenoot Ab Geldermans maakte Lute deel uit van een kopgroep die 'de zegen' kreeg van het peloton en vooruit bleef. In de spurt in finishplaats Santa Margherita klopte Lute zijn vijf mede-vluchters. Pas veel later kreeg hij de waardering voor zijn ritwinst. Op het moment zelf was er nauwelijks aandacht voor zijn etappezege.
Lees ook: Bergenaar bezeten van de Giro d'Italia: "Regen in de dalen en sneeuw in de toppen"
Met Dumoulin als kanshebber op de eindzege is dat dezer dagen heel anders. In tegenstelling tot de Tour de France voltrok de Giro zich in die tijd in anonimiteit. En er was ook niet veel te verdienen. Lute: "Het enige dat ik er aan overhield was een Fiat 1100. Die kon ik kopen van de verdiensten dat jaar in de Ronde van Italië. Anquetil, onze kopman, won de ronde namelijk, en het geld dat hij daarmee verdiende werd keurig verdeeld onder de renners."
Lute was maar een paar jaar prof. Een ernstige val maakte al op 26-jarige leeftijd een einde aan zijn carrière.