Ga naar Content

Het boerenbestaan versus milieuwetgeving: een jarenlange botsing

Melkquota, mestrichtlijnen, nitraatregelingen of stikstofmaatregelen: Nederlandse boeren en de overheid staan als het gaat om milieuwetgeving al jaren lijnrecht tegenover elkaar.

Barneveld was woensdag het toneel van de zoveelste protestactie, maar het was niet de eerste keer dat de boeren zich in de Gelderse gemeente verzamelden. Honderden boeren verzamelden zich 37 jaar geleden tegenover de toenmalige landbouwminister Gerrit Braks. De reden: het invoeren van een melkquotum, nadat Braks boerenbedrijven al had verboden om verder uit te breiden.

De invoer van het melkquotum 37 jaar geleden was een van de eerste, maar zeker niet de laatste maatregel die boerenprotesten door heel Nederland én Europa opleverde. Maar waarom voelen de boeren zich zo bedreigd in hun bestaan, en is die angst terecht?

De opkomst van het Europese landbouwbeleid

Begin 1962 vergaderden zes Europese ministers ruim 140 uur lang met elkaar over landbouwbeleid. Hun doel: ondersteuning van de agrarische sector, het garanderen van de welvaart van boeren en een stabiele voedselvoorziening in Europa.

Niet veel later was het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie (GLB) een feit. Het nieuwe samenwerkingsverband tussen Europese landen moest het leven van de boeren een stuk makkelijker maken.

Het beleid werd enthousiast ontvangen door de boeren, maar dat was niet van lange duur. In de jaren '80 besloten regeringen in Den Haag en Brussel om de overheidssteun voor boeren flink terug te schroeven, omdat de overheidsuitgaven te hoog werden. Als gevolg daalden de prijzen van landbouwproducten als zuivel en graan aanzienlijk.

Om hun onvrede over het nieuwe beleid te tonen, reden honderden boeren op 1 maart 1989 in hun trekkers naar Den Haag. Demonstranten drongen het pand van de Sociaal-Economische Raad (SER) binnen, bestrooiden het met erwten en stookten een vuurtje buiten het gebouw. De boeren wilden geen verdere prijsdalingen en redelijke milieumaatregelen. De overheid gaf er niet aan toe.

Een jaar later, toen een D66-Kamerlid in februari 1990 een motie wilde indienen tegen de dalende graanprijzen, verzamelden weer zo'n zeshonderd boeren zich in Den Haag. De demonstranten reden naar het Binnenhof en blokkeerden de ingang met hun trekkers.

Niet veel later hint de VVD al op het "inkrimpen van de veestapel". In 1994 wordt de varkenswet in het leven geroepen: boeren moeten hun varkensstapel met 25 procent inkrimpen. Volgens het toenmalige kabinet is die inkrimping onvermijdelijk om het mestoverschot aan te pakken. De overheid biedt geen financiële compensatie voor de sanering.

Meer aandacht voor het milieu, minder voor de boeren

Hoewel het GLB was bedoeld om het leven van de boeren makkelijker te maken, schoof de focus van Europese regelgeving steeds verder weg van de boeren en meer richting het milieu. In december 2021 werd een nieuwe, hervormde GLB aangenomen. De nieuwe wetgeving, die in 2023 begint, staat in het teken van de verduurzaming van de Europese landbouw. Een groot onderdeel hiervan is de bekende stikstofproblematiek waardoor boeren weer massaal protesteren.

Toch is het een feit dat Nederlandse boeren verantwoordelijk zijn voor zo'n 41 procent van de stikstofneerslag in natuurgebieden en is het dus geen verrassing dat de landbouw daar iets aan moet doen.

De milieumaatregelen

 

Het melkquotum werd in 1984 ingevoerd om overproductie tegen te gaan. Boeren moesten bijbetalen als ze de vastgestelde hoeveelheid melk per jaar overschreden. Honderden boeren reageerden woedend op de nieuwe regel en reden uit protest met hun trekkers naar Barneveld.

 

In 2008 besliste de Europese Unie dat zo'n quotum niet meer van deze tijd was. Bovendien groeide de vraag naar melk structureel door de groei van de wereldbevolking. Per 1 april 2015 is het quotum afgeschaft, door boeren ook wel 'bevrijdingsdag' genoemd. Maar een paar maanden later, in september 2015, rijden duizenden boeren in hun trekkers naar Brussel om tegen de vlees- en melkprijzen te demonstreren. Die zijn volgens hen sinds het afschaffen van het melkquotum te laag.

 

De Europese Nitraatrichtlijn is in 1991 opgesteld om grond- en oppervlaktewater te beschermen tegen verontreiniging door nitraten uit de landbouw. Nitraat is een van de vormen waarin stikstof voorkomt in de bodem en het water, en wordt onder andere gebruikt in mest. De nitraatrichtlijnen werden als de eerste Europese normen vastgesteld om de stikstofproductie te verminderen. De richtlijnen worden elke vier jaar door alle Europese lidstaten herzien en waar nodig aangepast.

 

De varkenswet bepaalde hoeveel varkens iemand maximaal mocht houden. Dat aantal werd vastgesteld door het aantal varkens dat een varkenshouder aan de overheid had opgegeven en gecorrigeerd voor de aangekochte en verkochte mestproductierechten in 1996. Het aantal dat hieruit rolde, werd tenslotte gekort met 25 procent.

 

Naar schatting veroorzaken Nederlandse boeren rond de 41 procent van de stikstofneerslag in natuurgebieden. Daarvan komt de helft van melkveehouders. Daarnaast stoot Nederland van heel Europa het meeste stikstof uit. Daarom bepaalde de Raad van State in 2019 dat het stikstofbeleid in Nederland niet deugde. De uitspraak betekende dat de totale uitstoot van stikstof in Nederland fors verlaagd moest worden, en daar zijn vooral de boeren de dupe van.

De milieumaatregelen

 

 

 

 

Dit is nieuws van NOS. Wil je deze artikelen blijven zien?