Aan de gefronste wenkbrauwen en de handen in het haar is het niet te zien, maar dit is topsport. De beste schakers ter wereld gaan elkaar aan de kust bij Wijk aan Zee twee weken mentaal en fysiek te lijf op het 'Wimbledon van het schaken', het Tata Steel Chess Tournament.
Denksport oogt fysiek niet zwaar, maar het brein staat continu aan. Tien zetten vooruitkijken, stellingen analyseren en alsmaar berekenen wat kan gebeuren. Urenlang zitten schakers en dammers tegenover elkaar aan het bord. Een uitputtingsslag.
De Nederlandse dammer Roel Boomstra verlangde naar zijn bed vorig weekend, vlak na de derde partij in de tweekamp om de wereldtitel. "Ik ben toe aan even liggen, even weer herstellen", zei de meervoudig wereldkampioen. "De druk staat er natuurlijk op, dat voel ik wel."
Met die druk en vermoeidheid krijgen de Nederlandse schakers Jorden van Foreest en Anish Giri in Wijk aan Zee ook te maken. Wat doet dat met het brein en het lijf? En hoe bereid je je daarop voor?
"Na een uur lang concentreren op je stoel, zonder veel beweging, voelt iedereen al: ik moet lopen, even mijn zinnen verzetten", zegt Chris de Zeeuw, hoogleraar neurowetenschappen aan het Erasmus MC. "Iedere intellectuele bezigheid kost energie, bij schaken is dat nog heftiger."
Zo ziet het Tata Steel-toernooi eruit
In dertien ronden staan dagelijks veertien partijen van klassiek schaak gepland. Beide spelers starten met 100 minuten op de klok voor de eerste 40 zetten. Daarna 50 minuten extra voor de volgende 20 zetten, vervolgens nog eens 15 minuten extra voor de rest van de partij. Na iedere zet komen er 30 seconden extra op de klok.
Op wie moeten we letten? Naast de twee Nederlanders Giri en Van Foreest schuiven de wereldkampioen Magnus Carlsen uit Noorwegen en de Amerikaan Fabiano Caruana (nummer vier van de wereld) aan. Verlies ook de jonge talenten, zoals de 16-jarige Praggnanandhaa R. uit India en de 19-jarige Andrey Esipenko uit Rusland, niet uit het oog.
Daarbij is schaken "een gevecht", een speler wil per se winnen. "In zo'n stresssituatie komt extra adrenaline vrij, dat kan heel intensief zijn", legt De Zeeuw uit, die tevens vicedirecteur van het Nederlands Herseninstituut is. "Dat is hetzelfde als wanneer je een zeer emotionele dag hebt gehad."
Stress kost energie
"Bij schaken onder stress is de activiteit van het brein veel hoger dan in rust en verbruik je extra energie", zegt hij. Geschat wordt dat een schaker (uitgaande van een partij van 4 tot 6 uur) zo'n 1.000 kilocalorieën per wedstrijd extra verbrandt, licht De Zeeuw toe. Zonder veel te bewegen dus.
"Niet verbazingwekkend", zegt Erik Scherder, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de VU in Amsterdam, over dat getal. "Schaken is de ultieme vorm van cognitieve uitdaging, een extreme vorm van inspanning." Ga maar na: "U krijgt toch ook honger als u nadenkt?"
De Zeeuw: "Zeker als het erop aankomt, verbruikt een schaker heel veel energie."
Bij zulk energieverbruik ligt uitputting op de loer. Zo begon Ian Nepomniasjtsji naarmate de tweekamp om de wereldtitel (best-of-15) tegen Magnus Carlsen vorderde - en zij meer dagen met speelstress achter de rug hadden - te blunderen. Na afloop sprak de Rus over een 'burn-out', ook vanwege de intensieve voorbereidingsperiode.
Langdurige blootstelling aan stress kan problemen opleveren, zeggen beide hoogleraren. "Hoe meer dagelijkse stress, hoe groter de kans op een burn-out", zegt De Zeeuw.
Volgens Scherder is fysieke activiteit het wapen tegen mentale uitputting. "Als je in goede conditie bent, zou je het mentaal langer moeten kunnen volhouden", aldus Scherder. De Zeeuw beaamt dat: "Een goede fysieke gesteldheid komt van pas in zo'n stressvolle periode.
Dammers trainen op Papendal
Moeten schakers en dammers dan de sportschool in? Dat is wellicht niet het beeld dat men heeft van denksporters. Grootmeester en oud-bondscoach van de Nederlandse dammers Rob Clerc heeft wel iets te zeggen over dat stoffige imago: "Mensen op leeftijd met dikke buiken en sigaren, dat is een beeld van bijna honderd jaar geleden, dat bestaat niet meer."
"Onze topspelers trainen als onderdeel van de Nederlandse topsport op Papendal. Ze zijn er 24 uur per dag mee bezig", zegt Clerc. "Al onze jongens zijn topfit, fysiek honderd procent en hebben een conditie als een beer."
Ook schaakgrootmeesters verschijnen tegenwoordig fitter dan ooit aan het bord. "Schaken is veel professioneler geworden als je kijkt naar twintig, dertig jaar terug", zegt Jorden van Foreest. "Ik heb met Magnus Carlsen samengewerkt, een speler die enorm op zijn fysiek gesteld is. Voor hem is het altijd belangrijk om tijdens een trainingskamp veel te bewegen: voetballen, zwemmen en padel."
Van Foreest: 'Als je je fysiek goed voelt, voel je je mentaal ook goed' - NOS
"Als je naar de topspelers kijkt", zegt Giri, "is niet iedereen even fit, maar wel fitter dan vroeger." Zelf let Giri "niet alleen als schaaksporter, maar ook gewoon als mens" op zijn conditie. "IT-specialisten uit Silicon Valley gaan ook altijd naar de gym, het is een beetje de trend, blijkbaar is het goed voor je leven in het algemeen."
"Het gaat om de kleine dingen", volgens Van Foreest. "Dat de wereldkampioen (Magnus Carlsen, red.) zo goed is in lange partijen komt ook doordat hij juist in zo'n goede fysieke conditie is."
Staand schaken?
"Schaken is topsport", dus investeren in fysieke conditie is volgens Scherder heel logisch. En hij gaat nog een stapje verder. Een combinatie van fysieke en cognitieve inspanning werkt twee kanten op, volgens Scherder. Variatie in de activiteit zou kunnen helpen. Staand dammen en schaken bijvoorbeeld, "maar dat zie je eigenlijk nooit".
Voorlopig zitten de grootmeesters in Wijk aan Zee nog gewoon op hun stoel. Misschien moet de organisatie van het Tata Steel schaaktoernooi maar eens op zoek naar statafels.
Bekijk hieronder een reportage met Anish Giri en Jorden van Foreest, die deelnemen aan het schaaktoernooi in Wijk aan Zee:
Denksport is een uitputtingsslag, dus grootmeesters moeten topfit zijn - NOS