Het Franse oliebedrijf Total gaat samen met een Amerikaans bedrijf 10 miljard dollar investeren in olieboringen voor de kust van Suriname. Het boren zou in 2028 moeten beginnen en 220.000 vaten per dag moeten opleveren.
De opbrengst daarvan zou het Zuid-Amerikaanse land uit de financiële crisis moeten trekken. De inkomsten voor Suriname zouden in de honderden miljoenen per jaar kunnen lopen.
"Vandaag is een historische dag", zei president Santokhi gisteren na de bekendmaking. "Een dag die onze toekomst zal bepalen."
Twijfel
Een beslissing over de investering liet lang op zich wachten. De olievelden werden in 2020 ontdekt, maar internationale oliebedrijven twijfelden of de investeringen zich wel zouden terugbetalen. De olie bleek namelijk moeilijker te winnen dan gedacht.
Ook zijn er zorgen over klimaatverandering. Suriname heeft nu al te lijden onder kusterosie en zwaardere regenval. Vorig jaar sprak toenmalig milieuminister Tjong-Ahin in Nieuwsuur al van een "duivels dilemma" wat betreft de olieboringen. "Aan de ene kant weet je dat het milieugevaar op ons afkomt. Aan de andere kant zoeken wij naar een doorbraak om het leven van onze mensen een beetje beter te maken."
Economische crisis
Volgens president Santokhi zullen de opbrengsten worden gebruikt om de levensstandaard van Surinamers te verhogen. Het land kampt al jaren met een economische crisis. De inflatie is torenhoog, er heerst bittere armoede en het land heeft een staatsschuld van 3,5 miljard euro.
De CEO van Staatsolie, dat namens Suriname de olie-activiteiten beheert, zegt dat Suriname "nooit meer hetzelfde zal zijn". Tegelijkertijd waarschuwt hij voor de valkuil van slecht bestuur. Hij wijst op de grote olievoorraden van Venezuela, terwijl dat land nog steeds kampt met grote economische problemen.
Correspondent Latijns-Amerika Nina Jurna:
"Veel Surinamers hopen dat door deze deal Suriname eindelijk het welvarende land wordt waarvan ze al lange tijd dromen. Maar ze zijn ook bezorgd. Want komen de oliegelden uiteindelijk wel ten goede aan de bevolking, of blijft het geld door corruptie in handen van een kleine elite? Tot nu toe hebben de winsten uit Surinaamse hulpbronnen zoals goud en bauxiet het land er door de jaren heen ook niet welvarender op gemaakt, is de gedachte.
De regering-Santokhi, die al vier jaar aan de macht is, zal het vertrouwen van de bevolking dus moeten winnen en met een gedegen plan en goed bestuur moeten komen voor een eerlijke en duurzame verdeling van de welvaart. Zo'n plan had er volgens critici allang moeten zijn, want de olievondsten zijn al in 2020 gedaan.
Veel Surinamers kijken ondertussen naar buurland Guyana, waar in 2015 ook veel olie werd gevonden, en waar de staatsinkomsten intussen fors zijn toegenomen. Het levensonderhoud daar is desondanks veel duurder geworden door de vele expats. Veel inwoners leven daar nog altijd onder de armoedegrens."