Flink snijden in het ambtenarenapparaat, dat staat in het coalitieakkoord. Experts adviseren: laat de kaasschaaf in de la liggen. Vijf vragen en antwoorden over bezuinigen op ministeries.
1. Wat willen PVV, VVD, NSC en BBB?
"De groei van het aantal ambtenaren wordt meer dan teruggedraaid", staat in het akkoord. Tussen 2018 en 2022 groeide dat aantal ambtenaren met 25.000, een toename van 22 procent. Elk ministerie moet hetzelfde percentage zien te bezuinigen, een zogeheten taakstelling.
Vooral bij communicatieafdelingen kan er wat vanaf, vinden de vier partijen. Ook mag bij een ministerie niet meer dan 10 procent van het personeel bestaan uit freelancers. Uitvoerende diensten, zoals inspecties, worden ontzien. Alleen Defensie en inlichtingendiensten krijgen juist meer geld om aan de eisen van de NAVO te kunnen voldoen.
Voorlopig hoeven ambtenaren niet te rekenen op loonsverhoging: voor 2026 gaat een nullijn gelden.
2. Er zijn duizenden vacatures bij de overheid. Kunnen er wel banen weg?
Dan moet er duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen beleids- en uitvoeringsambtenaren, vindt Sander van Veldhuizen, expert publieke sector van PWC en jarenlang werkzaam geweest voor het Centraal Planbureau. "Met name de uitvoering kampt met grote personeelstekorten. Die moeten nu niet geraakt worden door een bezuiniging."
Toch lost het zomaar schrappen van ambtenaren het probleem niet meteen op. "De echte vraag is waarom het zo hard gegroeid is en waarom lijkt de productie per medewerker te dalen? Dat ligt niet aan de individuele ambtenaar maar bijvoorbeeld aan het opbouwen van nieuwe beleidsterreinen."
Van Veldhuizen berekent dat er in de komende 10 jaar juist meer ambtenaren nodig zijn voor de uitvoering, alleen al 40.000 om gepland beleid uit te kunnen voeren. Dat zal nog meer zijn als je rekening houdt met uitstroom door vergrijzing.
3. Moet er dan bij elk ministerie maar iets vanaf?
Pas op met bezuiniging bij de uitvoeringsorganisaties, zegt ook Jesse van der Geest, universitair docent (Tilburg). Als accountant onderzoekt hij uitvoeringsplannen en de bijbehorende budgetten van verschillende Nederlandse uitvoeringsorganisaties.
Taakstellingen, zoals nu in het regeerakkoord staan, zijn volgens hem niet wenselijk. "De kaasschaaf gebruiken, is geen keuze maken. Je zegt eigenlijk: je krijgt zoveel procent minder en zoek het maar uit. Dat kan leiden tot een sluipende uitholling van publieke dienstverlening."
Dat leidde eerder tot problemen, zegt Van der Geest: "Bij de Belastingdienst werd bezuinigd, maar de politiek bleef volop beleid maken voor de Belastingdienst. Bepaal eerst wat er ieder geval wél moet gebeuren en kijk dan welke middelen ministeries en uitvoeringsorganisaties daarvoor nodig hebben. Maak dan duidelijk wat je schrapt en welk beleid dan niet meer uitgevoerd kan worden."
4. Minder inhuur, maar kan de overheid zonder freelancers?
Stop met dure freelance consultants, staat in het coalitieakkoord. Ook hierbij moet je oppassen voor ondoordachte bezuinigingen, zegt docent overheidsfinanciën Maarten de Jong (Erasmus Universiteit): "Als je wilt afvallen, moet je niet je arm afhakken".
Kijk goed naar de reden voor inhuur, zegt De Jong. Voor lastige vacatures of onafhankelijk experts kun je best extern inhuren, maar voor een derde reden kan De Jong minder begrip opbrengen: "Ingehuurde krachten worden gebruikt om bepaalde beleidskeuzes te legitimeren of om een reorganisatie te realiseren. Dat zie ik als bestuurlijke onkunde."
Zomaar stoppen met externen kan ook tegengestelde effecten hebben, zegt Maarten Allers, hoogleraar Economie van de Rijksuniversiteit Groningen: "Het is vaak de reflex: weg met externen. Bij dat soort reorganisaties zie je altijd dat uiteindelijk de inhuur juist omhoog gaat omdat er een gat in kennis en ervaring ontstaat."
5. Kan er dan nog wel nieuw beleid worden gemaakt?
"Meer voor minder bestaat niet," zegt De Jong. "Als we uiteindelijk met minder ambtenaren gaan werken, moet de rijksoverheid beter uitleggen wat er nog wel en wat niet kan. Dan moeten we, bijvoorbeeld, langer wachten op rechtszaken of gevangenen vrijlaten."
Het zou helpen als de Tweede Kamer minder met "verzoeknummers" komt, zegt Allers: "Ik vind het een goede suggestie om alleen Kamervragen te stellen als je het antwoord echt wil weten, en niet om het nieuws te halen."
Ambtenaren op ministeries hebben daar zelf ook een rol in, zegt Sander van Veldhuizen. "Zij moeten bij onuitvoerbare politieke wensen wat meer tegengas bieden."