Het Afval Energie Bedrijf (AEB) blijft toch in handen van de gemeente. Het is een onverwacht slotstuk van een jarenlang politiek hoofdpijndossier: er is uiteindelijk geen acceptabel bod gedaan op de Amsterdamse afvalverbrander. De financiële gevolgen voor de stad zijn flink: AEB staat voor honderden miljoenen in de boeken, inclusief een lening van zo'n 270 miljoen euro.
Het had dé meevaller in de Voorjaarsnota 2025 moeten worden: de stad zou na een moeizaam verkooptraject - welke al in 2021 begon - vele honderden miljoenen bijgeschreven krijgen met het verkopen van het AEB.
Het huidige college (PvdA, GroenLinks en D66) had dan kunnen uitpakken in het laatste jaar van de huidige bestuursperiode, maar het ziet er dus allemaal wat minder rooskleurig uit. De gemeente heeft geen koper kunnen vinden voor de afvalverbrander, meldt verantwoordelijk wethouder Reinier van Dantzig (D66) aan de gemeenteraad.
Amsterdam blijft dus voor honderd procent aandeelhouder van het AEB. Van Dantzig erkent in een persbericht dat dit financiële risico's met zich meebrengt. "Maar na een periode van onderhandelingen lag er een prijs en voorwaarden die voor de gemeente niet acceptabel waren."
De komende tien jaar gaat het AEB niet meer in de verkoop om zo voor 'stabiliteit en een helder richtpunt' voor het bedrijf te zorgen, zegt Van Dantzig. "Samen met AEB gaat de gemeente bouwen aan een sterk bedrijf."
Ovens gesloten
Wie het verkoopproces van het AEB wil begrijpen, moet zeven jaar terug de tijd in. Begin 2018 komt de afvalverwerker onder verscherpt toezicht wegens zorgen over de veiligheid. Het bleek het startschot voor meer problemen: in de zomer van 2019 moesten zelfs tijdelijk vier van de zes verbrandingslijnen gesloten worden, omdat het niet lukte de veiligheidssituatie voldoende te verbeteren.
De crisis met de verbrandingslijnen sloeg over naar het stadhuis. Amsterdam moest uiteindelijk zo'n 80 miljoen beschikbaar stellen om ervoor te zorgen dat de afvalverwerker niet failliet zou gaan.
Wethouder Udo Kock (D66) stapte op na een hete zomer op het stadhuis en bij het AEB. Hij vond dat het noodlijdende bedrijf geprivatiseerd moest worden vanwege de in zijn ogen grote risico's die de stad liep, maar daar was een meerderheid van het stadsbestuur het niet mee eens. Hij besloot de eer aan zichzelf te houden.
Tóch in de verkoop
Kock kreeg uiteindelijk gelijk, zo wordt achteraf gemompeld. Na een mislukte fusie met afvalverwerker HVC uit Alkmaar was er geen andere optie meer voor het college (inclusief Kock's opvolger Victor Everhard) dan alsnog het AEB verkopen. Zo geschiedde: de afvalverwerker werd in april 2021 te koop aangeboden.
De vlag ging eind 2021 uit op het stadhuis toen er een bedrag van 450 miljoen werd geboden door de Rotterdamse Afvalverwerking Rijnmond (AVR). Die gehesen vlag werd alweer snel naar beneden gehaald, omdat in april 2022 de marktwaakhond Autoriteit Consument & Markt (ACM) besloot in te grijpen en een onderzoek aankondigde naar de overname. Net voor de zomer van 2023 kwam uiteindelijk het eindoordeel van de ACM: het AVR zou te machtig worden als het AEB wordt overgenomen en dus ging er een streep door de verkoop.
De afvalverwerker ging vervolgens eind april 2024 opnieuw in de verkoop. De stad voerde uiteindelijk met één partij gesprekken voor een overname, maar uiteindelijk kwamen Amsterdam en deze partij - waarvan de naam niet bekend is gemaakt - onvoldoende tot elkaar en dus blijft het AEB in de handen van Amsterdam.
💬 Wil je niets missen uit Amsterdam?
- Blijf op de hoogte via nhnieuws.nl/amsterdam
- Mail je tips naar [email protected]
- Praat mee en deel jouw nieuws in onze speciale Amsterdamse Facebookgroep!
Tikfout gezien? Laat het ons weten via [email protected]