Hoe voorkom je genitale verminking bij meisjes in Amsterdam? Uit onderzoek uit 2019 door expertisecentrum Pharos en de Erasmus Universiteit blijkt dat op 1 januari 2018 bijna 41.000 vrouwen in Nederland woonden die zijn besneden. Volgens de GGD neemt dat aantal alleen maar toe. Hoeveel besneden vrouwen in Amsterdam wonen, is niet helemaal duidelijk, maar het zijn er veel. Dat zegt Enid van Ommeren, hoofd Forensische Geneeskunde bij de GGD Amsterdam: "We moeten ons richten op preventie, de zorg en nazorg, maar ook op handhaving van de wet."
Hoewel meisjesbesnijdenis in Nederland strafbaar is, neemt het aantal genitale verminkingen alleen maar toe. Als je het onderzoek uit 2019 probeert te vertalen naar Amsterdam zouden hier zo'n 20.000 vrouwen rondlopen die genitaal zijn verminkt. Maar het kunnen er net zo goed minder of meer zijn, zegt Van Ommeren.
"Dat getal is gebaseerd op het landelijke rapport. Daarbij is gekeken naar hoeveel vrouwen en meisjes er in Nederland zijn die wortels hebben in landen waar meisjesbesnijdenis voorkomt. Dat kunnen Zuid-Amerikaanse, Afrikaanse, Aziatische of Arabische landen zijn. Op basis van allerlei demografische factoren kan je een schatting maken van hoeveel meisjes en vrouwen er besneden zijn of hoeveel meisjes een risico lopen. Maar die 20.000 kunnen we niet zo vertalen naar Amsterdam."
Wat Van Ommeren wel met stelligheid durft te zeggen: "We zien dat meisjesbesnijdenis toeneemt in plaats van afneemt." Terwijl er best veel werk wordt verricht om het probleem aan te pakken. "Wij zetten ons enorm in samen met instanties als de gemeente, Veilig Thuis, de Jeugdgezondheidszorg, huisartsen en verloskundigen."
Sleutelpersonen
Ook is er een heel netwerk van zogeheten sleutelpersonen. Van Ommeren: "Dat zijn mensen uit de culturen zelf, die het gesprek kunnen voeren binnen de eigen gemeenschap."
De van oorsprong Egyptische Mohsen Aly is zo'n sleutelpersoon. Hij probeert genitale verminking bespreekbaar te maken binnen de Arabische gemeenschap. Hij praat veel met zowel mannen als vrouwen tijdens bijeenkomsten. Vantevoren wordt nooit aangekondigd dat er gesproken gaat worden over Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) 'want dan komt er niemand,' zegt Aly.
Zo'n bijeenkomst gaat dan over bijvoorbeeld gezondheid. Maar Aly zorgt ervoor dat het onderwerp genitale verminking altijd besproken wordt. Hij legt uit dat het strafbaar is, dat vrouwen veel last van besnijdenis ondervinden, en dat meisjesbesnijdenis niets met religie te maken heeft. "Het heeft te maken met cultuur en niet met geloof. En dat proberen we de mensen duidelijk te maken." En Aly merkt dat er geluisterd wordt. "Het zet heel veel mensen tot nadenken. En dan komen ze terug en zeggen 'je hebt wel gelijk'."
Gynaecoloog Yadira Roggeveen van het OLVG heeft veel te maken met vrouwen die zijn besneden. "Bij mij en mijn collega's komen vrouwen die klachten hebben, omdat ze vroeger genitaal verminkt zijn. Wij zien als zorgverlener ook dat er sprake is geweest van genitale verminking rondom of voorafgaand aan een bevalling. Dan gaan we het gesprek aan over de klachten, maar ook over preventie voor de volgende generatie. Je hebt het over fysieke schade, emotionele schade en psychische schade. Het is mishandeling omdat het tegen de wil van een persoon ingaat. Het is geen vrijwillige piercing of een tattoo die iemand laat zetten. Het gebeurt onder dwang en vaak vóór de leeftijd dat vrouwen er zelf zeggenschap over hebben."
Samen met de GGD houdt Roggeveen in het OLVG spreekuur over Vrouwelijke Genitale Verminking. Dat doen ze al sinds 2018. "Er voor ze zijn, dat is heel belangrijk. Dat ze weten dat ze bij een zorgverlener terechtkunnen met hun fysieke maar ook mentale klachten. Vervolgens gaan we bekijken wat we voor ze kunnen betekenen."
"Vooral meisjes tussen de 4 en 12 jaar lopen veel risico"
Toch lijkt het probleem moeilijk te bestrijden. Het onderwerp is vaak taboe en omringt met schaamte en wantrouwen. Volgens het onderzoek lopen er in Nederland zo'n 4200 meisjes rond die risico lopen op genitale verminking. Hoeveel dat er in Amsterdam zijn is niet bekend. "We zien in Nederland dat het vooral nog in landen van herkomst gebeurt bij meisjes op jonge leeftijd. Of kort na de geboorte of vlak voordat ze het huwelijk ingaan. Vooral meisjes tussen de 4 en 12 jaar lopen veel risico."
"Een inschatting van hoe groot het probleem is uitgedrukt in harde cijfers kunnen we niet maken, maar het onderzoek van Pharos - waarin heel veel indicatoren wereldwijd zijn meegenomen - geeft ons wel een indicatie van hoe groot het probleem in Nederland is. En daarbij durven wij te stellen dat het probleem veel te groot is en dat dit echt een gezamenlijke strijd vraagt, we moeten meer doen dan wat we nu doen met elkaar. En daarbij hebben we ook het Rijk nodig om daar stappen in te zetten. We moeten ons richten op preventie, op de zorg en nazorg, maar ook op handhaving van de wet."
💬 Wil je niets missen uit Amsterdam?
- Blijf op de hoogte via nhnieuws.nl/amsterdam
- Mail je tips naar [email protected]
- Praat mee en deel jouw nieuws in onze speciale Amsterdamse Facebookgroep!
Tikfout gezien? Laat het ons weten via [email protected]