Twee bedrijven die scooters delen in de stad stoppen er binnen een jaar mee en de tweede bakfietsaanbieder geeft de vergunning terug aan de gemeente. De afgelopen tijd hebben nieuwe deelvervoerders moeite om voet aan de grond te krijgen in de stad. Volgens verkeersexpert Walther Ploos van Amstel komt dat omdat de gemeente totaal niet meewerkt. In deze reportage blikken we terug op de afgelopen jaren en kijken we naar mogelijke oplossingen.
Chaos in deelvervoer Amsterdam - NH Nieuws
Check en Felyx zijn vanaf 2020 de aanbieders van deelscooters in Amsterdam. Door de aanbestedingsregels werd Felyx vorig jaar weggeconcurreerd, maar nieuwkomer Go Sharing gooit al snel de handdoek in de ring. Voor de deelbakfietsen speelt een iets soortgelijks. Cargoroo begint met de gele bakfietsen, maar moet na een nieuwe aanbestedingsronde de vergunning inleveren. BaqMe mag het gaan doen, maar ook dat bedrijf lijkt ook niet te gaan redden in de stad.
Chaos in bakfiets- en scooterland dus. De gemeente zet volop in op deelvervoer om zo een autoluwe stad te creëren, zo blijkt onder andere uit alle opgestelde rapporten en de miljoenen euro's. Twaalfhonderd deelscooters, maximaal zevenhonderd deelbakfietsen en duizenden deelfietsen moeten de stad hypermobiel maken, maar kijkend naar de aanbieders lukt het dus niet.
"Je kunt als bedrijf niet investeren en optimaliseren als je na twee jaar weggestuurd wordt"
Ploos van Amstel weet wel waar het aan ligt. "De gemeente heeft fouten gemaakt, en die zijn onoplosbaar helaas." Het knelpunt zit hem volgens de verkeersexpert in de periode van vergunnen. Een vergunning heb je voor twee jaar, met mogelijke verlenging tot in totaal vier jaar. "Dat is veel te kort", meent hij. "Je kunt als bedrijf niet investeren en optimaliseren als je na twee jaar kans hebt weg te moeten."
Ook oude bekende Felyx ziet dit probleem in: "Wij hebben met onze scooters het landschap van deelscooters opgebouwd, en dan worden we vorig jaar ineens weggestuurd omdat een ander bedrijf op papier beloftes maakt." Inmiddels is duidelijk dat die beloftes niet waargemaakt kunnen worden. "Dan denk ik zie je wel, maar het is wel pijnlijk dat dat op deze manier duidelijk moet worden."
Enige oplossing tegen verkeershinder?
De gemeente kijkt niet weg en ziet de ontwikkelingen met leden ogen aan. "Deelvervoer is een belangrijke aanvulling op de verschillende vormen van vervoer in de stad. Want hoe meer mensen vervoer delen, hoe meer ruimte we besparen op straat", benadrukt verkeerswethouder Melanie van der Horst.
De Amsterdamse aanbestedingsmarkt
Bedrijven die deelvervoer willen aanbieden moeten zich inschrijven op een aanbesteding. Ze worden beoordeeld op meerdere criteria en de aanbieder met het hoogste puntenaantal 'wint' en krijgt een vergunning. Een aanbesteding duurt twee jaar en kan eventueel met twee keer een jaar worden verlengd. Tijdens de vergunningsjaren wordt door de gemeente getoetst of de aanbieder zich aan de afspraken houdt.
Na de vergunningsperiode is het tijd voor een nieuwe aanbestedingsronde. Ieder bedrijf kan opnieuw meedoen en de afgelopen jaren worden voor al bestaande bedrijven niet meegenomen, opnieuw moeten beloftes worden gemaakt.
Toch is het deelvervoer niet dé oplossing om alle verkeershinder te voorkomen, zo denkt de wethouder. Over de huidige stand van zaken wat betreft de wegvallende en wisselende aanbieders kan ze nog weinig kwijt, omdat dit nog moet worden besproken in de gemeenteraad.
Ploos van Amstel is stellig in de toekomst van de deelmobiliteit: "Met de ruimte die we hebben en vooral het gebrek eraan moeten we als stad alles op alles zetten om het te laten werken." De wethouder: "Met de meeste aanbieders gaat het goed en we zien dat er ook nog steeds interesse is vanuit de markt en haar klanten. Deelvervoer is een belangrijke aanvulling op de verschillende vormen van vervoer in de stad. Want hoe meer mensen vervoer delen, hoe meer ruimte we besparen op straat." Vertrouwen in een goede toekomst lijkt er dus te zijn, met misschien wel een langere vergunningstijd als dé oplossing.