Een groot gat in de duinen van Texel moet de kust versterken en de natuur een handje helpen. De zogeheten kerf is maar liefst 50 meter breed en 150 meter lang. De verwachtingen zijn hoog: zeldzaam geworden planten en dieren moeten weer in aantal toenemen.
Het is een opmerkelijk gezicht: grote shovels graven al drie weken de toppen van de duinen enkele meters af, en ook de vegetatie in het achterliggende natuurgebied is grotendeels verwijderd. Dit alles met een duidelijk doel: het herstel van de natuur. De bedoeling is dat de zeewind het zand vanaf het strand verder de duinen in verspreidt. Zo kunnen de duinen meegroeien met de stijgende zeespiegel en krijgt de natuur een steuntje in de rug.
"Dit geeft een aanzet om de natuurontwikkeling in de grijze duinzone weer op gang te laten komen", zegt Johan Plug, projectleider van Staatsbosbeheer. "Dat gaat in combinatie met het maaien, begrazing door schapen en het verwijderen van ongewenste planten."
Vooral het kalkrijke zand is van groot belang, omdat het een belangrijke voedingsbodem vormt voor bijzondere planten en insecten. "Het levert de natuur veel op. De soorten die we eigenlijk graag willen, kunnen daardoor terugkomen."
"We willen het ecosysteem terugbrengen naar de jaren zestig en zeventig"
De nieuwe inrichting is bedoeld om diersoorten zoals de noordse woelmuis, de tapuit en de blauwe kiekendief te helpen. "We willen het ecosysteem terugbrengen naar de jaren zestig en zeventig," zegt boswachter Thomas van der Es. "Toen kwamen die soorten hier nog veel voor. De blauwe kiekendief is nu de zeldzaamste broedvogel van Nederland. Er zijn nog maar twee broedparen, waarvan één op Texel."
Grijze duinvegetatie
Van der Es hoopt op een grijze duinvegetatie met meer kruiden, die nu worden overwoekerd door gras en struiken. "De grijze duinen zijn op deze plek nog niet helemaal verloren, want je ziet hier kleurpaletten terugkomen die kenmerkend zijn voor grijze duinen. Die zijn belangrijk voor parelmoervlinders, maar ook voor iconische vogels zoals de tapuit."
Onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam volgen hoe de natuur zich ontwikkelt, met speciale aandacht voor de verstuiving van het zand. Onderzoeker Oeki Verhage heeft hiervoor een zogenoemde nulmeting uitgevoerd. "We hebben gekeken waar het zand terechtkwam zonder de kerf", zegt hij. Verhage richt zich vooral op de hoeveelheid zand die over de duinen waait en de samenstelling van de zandkorrels. Hiervoor heeft hij 18 zandvangers geplaatst, die elke twee weken worden geleegd.
"We hebben vier zandvangers op de zeereep geplaatst en verder landinwaarts steeds nieuwe zandvangers", zegt Verhage. Zo kan hij monitoren hoe het stuifzand zich vanaf het strand en de duinen verspreidt in het achterliggende gebied. "Dit is nog niet eerder langs de Nederlandse kust gedaan."
De hoge zeereep hield in het verleden het zand tegen, waardoor het achterliggende gebied niet bereikte. "Tijdens een stevige storm vangen we echt kilo's zand. In de zandvangers op de zeereep zat maar liefst acht kilo zand. Dat is een gigantische hoeveelheid die binnen een paar uur naar binnen waait."
Volgens Verhage waait het zand tot diep het gebied in. "We hopen dat de bijzondere vegetatie zich daardoor uitbreidt naar het achterland en dat de biodiversiteit toeneemt."
De verwachting is dat het werk over een paar weken klaar is. Maar nabewerking van het gebied blijft nodig, omdat veel ongewenste planten hardnekkig terug zullen komen.
Het is de bedoeling om in de toekomst op meerdere plekken op Texel kerven te maken om zodoende het achterland van meer kalkrijk zand te voorzien. "We hebben een aantal locaties op het oog", zegt Plug. "Dan kijken we ook naar de waterveiligheid, recreatie en of er kolonies van broedvogels zijn. Dat moet echt goed worden afgewogen. We willen in het noordelijke gedeelte van Texel nog minimaal twee kerven realiseren."