NH-documentaire: "We waren voor niemand bang" over de Europese sensatie FC Amsterdam

FC Amsterdam

FC Amsterdam kwam tot stand na een fusie van drie voormalige Amsterdamse profclubs: DWS, Blauw-Wit en De Volewijckers. Zakenman Dé Stoop was hiervan de grote initiator. Het moest een tweede profclub in de hoofdstad worden, naast het grote Ajax. Spelers als Jan Jongbloed, Frits Flinkevleugel, Gerard van der Lem en Nico Jansen waren de bekende namen uit die tijd.

Al in 1974, het tweede jaar na de oprichting, wisten De Lieverdjes zich te kwalificeren voor Europees voetbal. Een prestatie van formaat. Maar het zou nog mooier worden toen in de tweede ronde Europese grootheid Inter Milan uit de koker kwam. De Italianen waren twee jaar daarvoor nog tegenstander van Ajax in de finale van de Europa Cup voor landkampioenen.

Internazionale 

Niemand gaf de Amsterdammers enige kans, maar zoals doelman Jan Jongbloed het verwoordde; "Wij waren in die tijd tegen niemand kansloos." Juist die onbevangenheid was volgens Gerard van der Lem de grote kracht van het team. 

Voor de uitwedstrijd namen de spelers hun intrek in een hotel aan het Comomeer, waar eerder Feyenoord en het Nederlands elftal verbleven. Het verblijf leverde meteen al mooie anekdotes op. Een daarvan ging over Jan Jongbloed en Frits Flinkevleugel, die gingen vissen langs het meer terwijl de rest van het team hard aan het trainen was. Flinkevleugel was sowieso vaker het middelpunt van sterke verhalen, zoals die keer dat hij vlak voor een wedstrijd in Sinterklaaspak de kleedkamer binnenkwam. 

"In de kleedkamer, tot de warming-up begon, hadden we ontzettend veel plezier", vertelt Jongbloed "De trainer zei dan wel eens: 'Kom op, jongens. Kan het niet een beetje serieuzer?' Maar op het veld was het over-mijn-lijk hoor."

Stenenregen

Met twee doelpunten was spits Nico Jansen de grote man in Milaan. Daar kon een onterechte penalty tegen en een gemiste penalty van Theo Husers niets aan veranderen. Verdediger Rob Bianchi: "Ik denk dat ze ons gewoon onderschat hebben." 

Dat De Lieverdjes wisten te winnen was een Europese sensatie. De tifosi waren woedend over dit resultaat. Tijdens de wedstrijd lieten de supporters dat al merken: ze gooiden met van alles, bij voorkeur kleine muntjes. Na de wedstrijd gingen ze gewelddadiger tekeer. De Amsterdamse spelersbus werd met stenen bekogeld. Even daarvoor hadden de spelers de enige mee gereisde supporter meegenomen in de bus, voor de veiligheid. En juist die supporter kreeg, als enige, een steen tegen z'n hoofd. Na al die jaren wordt deze anekdote nog steeds met veel plezier verteld. "Uiteindelijk was het niet zo erg, want anders was het niet zo'n mooi verhaal geweest", vertelt Theo Husers er nog wel bij.

Toeschouwers 

De thuiswedstrijd werd een bloedeloze 0-0. De Italianen speelden, hoewel ze moesten winnen, met een vijfmans-verdediging. De Amsterdammers lieten zich niet uit de tent lokken en hielden het achterin potdicht. Wat vooral opviel was het gemene spel van de Italianen. Theo Husers: "Het waren een stelletje boeven, die Italianen. Ze flikten van alles. Ze spuugden, schopten en ze trokken aan je haren."

Voor de vijftienduizend toeschouwers viel er weinig te genieten. Dé Stoop was zwaar teleurgesteld dat er zo weinig toeschouwers op de wedstrijd waren afgekomen. Ook in de competitie bleef het stadion grotendeels leeg. Als je met een grote naam als Inter geen uitverkocht huis had, wanneer dan wel? "Dat is een slechte zaak geweest", zei Stoop jaren later. "Ik heb dat betreurd en ben gaan twijfelen of je met zo'n club wel door moet gaan."

Het Europese avontuur van FC Amsterdam strandde overigens pas in de kwartfinales, waarin 1. FC Köln te sterk was.