Barbara Godwaldt verloor vier jaar geleden haar zus Gea aan vrouwenmoord, ook wel femicide genoemd. Vandaag deelt ze op de eerste dag van de wereldwijde campagne tegen vrouwengeweld de signalen die ze toen miste, in de hoop toekomstige vrouwenmoorden te voorkomen. 'Gendergeweld is geen vrouwenprobleem. Het is een mannenprobleem.'
Dit artikel gaat over (huiselijk) geweld en moord. Zit jij in een onveilige situatie of maak je je zorgen over de veiligheid van iemand in je omgeving? Dan kun je terecht bij Veilig Thuis. Bel gratis naar 0800-2000, altijd bereikbaar, of chat tijdens kantooruren met een van de medewerkers. Bel 112 bij direct gevaar.
In Alkmaar markeert een oranje verlichte kerk de start van Orange the World, een wereldwijde campagne tegen geweld tegen vrouwen. "Een structureel probleem", benadrukt de presentator. “Gendergeweld komt overal voor: op straat, in het openbaar vervoer, binnen gezinnen, op scholen en werkplekken.”
Ook Barbara Godwaldt, nabestaande en adviseur intieme terreur, zit in de zaal. Haar zus Gea werd in 2020 door haar partner vermoord. Het was femicide: de meest extreme vorm van gendergeweld, een moord door een (ex-)partner.
"Er gaan altijd fases vooraf aan zo’n tragedie. Er zijn altijd rode vlaggen"
Binnen wordt besproken hoe hulpverleners, politie en justitie beter kunnen samenwerken om geweld en moord op vrouwen te voorkomen, want 'er kan en moet nog zoveel beter'.
Elke acht dagen wordt in Nederland een vrouw vermoord, vaak door een (ex-)partner. Ook in Noord-Holland verloren vrouwen als Saray, Nadine, Lia en Sumanta hun leven door partnergeweld. "Er is nog een wereld te winnen", meent een aanwezige politieagent.
Niet veel later neemt Barbara het woord. Na de moord op haar zus Gea ging ze op zoek naar antwoorden. “Er gaan altijd fases vooraf aan zo’n tragedie. Er zijn altijd rode vlaggen,” zegt ze. “Ik ben gaan lezen, informatie verzamelen. Er was zoveel wat ik niet begreep.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Ze sloot zich aan bij de Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers, een organisatie die nabestaanden van geweldslachtoffers ondersteunt. Daar ontmoette ze mensen die hetzelfde hadden meegemaakt. “Het was een soort erkenning. Hun verhalen pasten als een blauwdruk op die van mij”, vertelt Barbara. “Toen begreep ik pas echt dat ik niet alleen was.”
Ook schreef Barbara mee aan een actieplan tegen femicide. Het handboek moet de overheid en hulpverleners handvatten bieden voor het herkennen van geweldssituaties en het voorkomen van vrouwenmoorden. “Ik kan de moord op mijn zus niet terugdraaien, maar dit voelde als iets wat ik nog kon bijdragen. En dat gaf me kracht,” zegt ze.
Achteraf herkent ze de rode vlaggen die de relatie van haar zus kenmerkten: de manipulatie, de isolatie, de dreigementen. “Hij stuurde haar soms wel zestig berichten achter elkaar. Hij fluisterde haar in haar oor dat hij zichzelf iets zou aandoen als ze weg zou gaan. Dat soort bedreigingen zijn geen signalen, maar alarmsirenes.”
"Het is geen vrouwenprobleem. Het is een mannenprobleem"
Op het congres wordt die boodschap vaak herhaald. Femicide is geen optelsom van ongelukkige incidenten, maar een maatschappelijk probleem, diepgeworteld in genderongelijkheid en machtsmisbruik. Het is een probleem dat overal voorkomt: het kent geen afkomst, sociale klasse of religie. Slachtoffers hebben niets met elkaar gemeen, behalve iets essentieels: dat ze vrouw zijn en door hun (ex-)partner zijn vermoord.
"Femicide moet benoemd worden", zegt Renée Römkens, onderzoeker en expert op het gebied van gendergerelateerd geweld. "Het is geen vrouwenprobleem. Het is een mannenprobleem", klinkt het als een echo door de kerkzaal, voornamelijk gevuld met vrouwen.
Barbara knikt instemmend. Ze weet hoe diepgeworteld de ongelijkheid is. “Mannen die elkaar aanspreken, dat moet de norm worden. Pas als dat gebeurt, kunnen we structurele verandering bereiken.”
"Dit is niet alleen Gea’s verhaal", zegt ze met een trilling in haar stem. “Het is het verhaal van te veel vrouwen. Maar we kunnen iets doen. Samen kunnen we een wereld bouwen waarin dit niet meer gebeurt.”
De zaal vult zich met applaus. De boodschap is helder: de strijd tegen femicide is nog lang niet gestreden, maar het begin is gemaakt.