Oekraïense derdelanders hebben geen recht meer op asiel, maar Amsterdam zet nog niet uit

De Pakistaanse Hamid vocht het terugkeerbesluit met succes aan voor de rechtbank in Haarlem. Hij wordt bijgestaan door advocaat Marjon Ristra-Peeters, die meer soortgelijke zaken behandelt. "Waar het eigenlijk om gaat, is dat we te maken hebben met de uitleg van Europees recht. Ik en een aantal advocaten met mij denken dat de Raad van State dat niet helemaal goed heeft gedaan. Wij vechten het terugkeerbesluit aan dat de derdelanders in dit geval hebben gekregen. Om de lagere rechtbanken te vragen daar toch nog eens een keer goed naar te kijken."

Gekozen voor gerechtigheid 

Hamid kan dus nog even blijven. "We zijn heel blij dat de advocaten en rechters aan onze kant staan. Ze hebben duidelijk goed naar onze zaak gekeken en gekozen voor gerechtigheid."

In het hele land vochten en vechten derdelanders het besluit van de Raad van State aan. Kumar wacht nog op een uitspraak. Verwarrend is dat rechters uitspraken hebben gedaan die onderling sterk afwijken. Ristra-Peeters: "Al met al is het best wel complex. We weten gewoon niet precies waar we op dit moment precies staan." 

Daarom heeft de rechtbank Amsterdam besloten om vragen te stellen aan het Europese Hof. "Om eenduidigheid te krijgen. Omdat rechters dus allemaal tot een verschillende uitleg komen is het heel belangrijk dat de Europese rechter hier iets over zegt, of dat onze hoogste rechter - de Raad van State - er nog een keer goed naar gaat kijken. Ook omdat het gewoon voor heel veel mensen erg onduidelijk is."

50 Amsterdamse derdelanders 

Verantwoordelijk wethouder Rutger Groot Wassink (Opvang) wachtte vanmiddag nog op de brief die staatssecretaris Eric van der Burg vanmorgen naar alle gemeenten zou sturen. Voorlopig gaat Amsterdam nog niet beginnen met het uitzetten van de nog ongeveer 50 derdelanders in de stad. 

"Wat voor gemeenten en ook voor Amsterdam lastig is, is dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) moet aangeven wat de verblijfstitel van iemand is voordat wij bijvoorbeeld die opvang kunnen beëindigen. En nu weten we dat gewoon nog niet. Dus ik wil wel duidelijkheid hebben. Dat we niet de opvang van mensen gaan beëindigen, terwijl later blijkt dat ze toch recht hebben om te blijven.

Dus wij wachten echt even tot we de informatie hebben en tot we heel zeker weten wat de verblijfsstatus is voordat we de opvang gaan beëindigen. En ik hoop dat de staatssecretaris in de brief aangeeft wanneer dat duidelijk is. Want nu is het onduidelijk."