Ga naar Content

Kunst Singer Laren te 'mannelijk': museum laat onderzoek doen naar vrouwelijke kunst

De kunst van Museum Singer Laren is te mannelijk. Dat is de belangrijkste conclusie na een onderzoek dat het museum zelf heeft laten doen naar 'genderongelijkheid' in de kunstcollectie. Er wordt niet veel kunst van vrouwelijke makers tentoongesteld. Het onderzoek is onder andere bedoeld om daar meer bewust van te worden en om tentoonstellingen beter samen te kunnen stellen.

Samen met drie andere musea en Women Inc., een organisatie die streeft naar een betere positie voor vrouwen in Nederland, heeft Singer Laren een jaar geleden al onderzoek laten doen naar genderongelijkheid in de kunstsector. Een opvallend resultaat onder andere, vertelt directeur Evert van Os, was dat de totale verkoopwaarde op veilingen van al het werk van vrouwen nog altijd minder waard is dan al het werk van Picasso.

Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘De Nieuwe Vrouw’ twee jaar geleden is er al eens een keer een podcast en een social media serie gemaakt, door Singer-conservator Roby Boes, over vrouwen in de kunst. Dat leverde toen veel gespreksstof op, zegt Van Os. Maar hij wilde naast de tentoonstelling meer dan alleen 'oh, ah en mooie plaatjes'.

Kunstmatige intelligentie

De resultaten van het eerste onderzoek, samen met de tentoonstelling over De Nieuwe Vrouw,  hebben de nieuwsgierigheid van Van Os gewekt. En nadat bleek dat Women Inc. een samenwerking heeft met de Universiteit van Amsterdam op het gebied van kunstmatige intelligentie, ontstond het idee om met die techniek de hele collectie van het Singer onder de loep te nemen.

Uit dat onderzoek is gebleken dat vrouwen ook ondervertegenwoordigd zijn in de kunstwerken van het Larense museum. "Eigenlijk was daar geen onderzoek voor nodig", legt Van Os uit, "Want tussen 1880 en 1950 waren er maar heel weinig vrouwelijke kunstenaars die werden verzameld". Een gevolg van onze toen nogal patriarchaal ingestelde maatschappij.

De gebruikte techniek scant als het ware de schilderijen en kijkt naar een hele reeks kenmerken. Kunstmatige intelligentie is bij lange na nog niet foutloos, volgens Van Os. Hij legt uit dat ze soms hebben moeten bijsturen, omdat het systeem bijvoorbeeld op een schilderij bloemen op een hoed aanzag voor plastic zakjes.

Maar de uitkomsten zijn wel erg interessant en de verhoudingen liggen scheef: 14 procent van alle kunstenaars in het museum is vrouw en slechts 9 procent van alle kunstwerken is gemaakt door vrouwen. Met kunstmatige intelligentie en de resultaten van het onderzoek kunnen toekomstige tentoonstellingen bijvoorbeeld beter en evenwichtiger worden samengesteld.

Vergeten vrouwen

Het is ook belangrijk om te kijken waar het Singer staat met de huidige collectie schilderijen en andere kunstwerken. Misschien zijn er 'gemiste of ondergesneeuwde vrouwen' die nu juist aandacht verdienen. Van Os vertelt verheugd dat er nog veel te ontdekken valt. Hij nodigt dan ook graag andere musea uit het voorbeeld te volgen en de collectie te laten onderzoeken.

De ongelijkheid voor vrouwen is nog steeds merkbaar in onze maatschappij. Bijvoorbeeld door de 'loonkloof' of directies die nu nog steeds voornamelijk uit mannen bestaan. Maar ook vrouwelijke kunstenaars die net van de academie komen, worden minder geaccepteerd door galeries, meestal om ouderwetse redenen.

Mannelijk naakt

Toch krijgt de vrouwelijke kunstenaar tegenwoordig wel meer aandacht en betreden ook meer vrouwen de kunstwereld. De tijdgeest zit nu mee, volgens Van Os. Het streven is nu om echt gelijkheid te creëren en op den duur de helft van de tentoongestelde werken van vrouwen te laten zijn.

Wellicht komen er dan ook meer mannelijke naakten in het museum te hangen die door vrouwen geschilderd zijn. Momenteel hangen er 104 vrouwelijke naakten in het Singer, waarvan er 100 door mannen gemaakt zijn. Of er nu mannelijke naakten hangen die door vrouwen geschilderd zijn, is niet helemaal bekend maar dat is misschien een onderwerp voor een volgend onderzoek.