Ga naar Content

Gerelateerde videos

Tom Okker verloor Grand Slam-finale, maar ging er wel met het prijzengeld vandoor

In de serie Iconen voegen we steeds een nieuw portret toe aan de eregalerij van Noord-Hollandse grootheden. Deze week is dat tennisser Tom Okker. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw behoorde hij tot de beste tennissers ter wereld. 

Tom Okker in actie - Foto: Persbureau De Boer, Noord-Hollands Archief

Biografie

Naam: Tom Okker

Geboren: Amsterdam, 1944

Beroep: tennisspeler, galeriehouder

Bijnaam: The Flying Dutchman

Erelijst enkelspel: finalist US Open (1968), in totaal: 26 titels 

Dubbelspel: Roland Garros (1973), US Open (1976), in totaal 78 titels

Sportman van het jaar (1969)

We ontmoeten Tom Okker op de jaarlijkse kunst- en antiekbeurs PAN Amsterdam. Geen opmerkelijke plek voor onze afspraak, want na zijn actieve tenniscarrière vond Okker z'n plek in de kunstwereld. 

"Toen ik nog tenniste ben ik kunst gaan verzamelen, dat was eind zeventiger jaren. Het is meer een hobby. Net als tennis een hobby was waar je later je brood mee verdiende.

Ik reisde de wereld rond. Ik speelde de dubbelspel met Wojtek Fibak, een Pool. Met hem heb ik heel veel toernooien gewonnen. Hij was ook een kunstverzamelaar, van Poolse impressionistische schilders die in Parijs werkten. Zodoende gingen we naar galeries in New York of in Londen, eigenlijk in alle grote steden. Zo begon ik mijn eerste kunstwerken aan te kopen. Later ontmoette in Karel Appel in New York en Corneille in Parijs. Zo ben ik er zo'n beetje ingerold". 

Tom Okker bij een van zijn Appels - Foto: NH Media

En u bent hun werken ook gaan verkopen?

"Zeker, ik was enthousiast en ben ze ook gaan verkopen. Midden jaren tachtig ben ik samen met fotograaf Nico Koster een galerie begonnen in Amsterdam. Die hebben we bijna twintig jaar gehad". 

Op ons verzoek heeft Okker ook een van zijn tennisrackets meegenomen. Een klassiek houten racket.

"Hiermee heb ik het grootste deel van mijn carrière gespeeld. Tot midden jaren zeventig, toen kwamen de kunststofrackets en de aluminiumrackets in beeld."

"Een beetje gevoel en snelheid in de benen, dat waren mijn sterkste punten"

Tom Okker, tennisspeler

Hoeveel van die rackets gingen erdoorheen in een seizoen?

"Ik gebruikte er soms wel vijftig per jaar. Ze zijn natuurlijk een stuk minder sterk dan de rackets van tegenwoordig. Ze braken en als je ze drie of vier keer had bespannen werden ze ook slapper. Dan moest je weer nieuwe rackets. Die werden speciaal voor mij gemaakt in Londen, in Engeland. Precies op maat en gewicht en met de juiste grip. Ik vond het een heel fijn racket. Ik kon er met veel gevoel mee spelen". 

Op het racket van Okker stond ook zijn foto en zij naam - Foto: NH Media

Wat voor speler was u?

"Ik was allround. Ik ben niet groot van postuur en was geen krachtspeler. Ik moest het meer van mijn snelheid en mijn techniek hebben. Ik kon veel met de bal: spin en versnellen. Een beetje gevoel en snelheid in de benen, dat waren mijn sterkste punten."

Zaten jullie ook veel in het krachthonk?

"Nee, eigenlijk niet. We speelden gewoon heel veel. Ik speelde in die tijd zo'n vijfenveertig weken per jaar. Dat is fors. Als je iedere week speelt en tot de halve finales en finales komt, dan hoef je bijna niet te trainen. Een wedstrijd is de beste training."

"De eerste prijs was 14.000 dollar. Als je volgend jaar de US Open wint, krijg je 3,5 miljoen dollar. Dus het is flink gestegen"

Tom Okker, tennisspeler

U speelde in 1968 de finale tegen Arthur Ashe, die u verloor. Was dat een hoogtepunt of toch niet?

"Het was voor mij onverwacht dat ik in de finale terecht kwam. Ik versloeg Ken Rosewall verrassend in de halve finale. Het was voor het eerst in de geschiedenis dat een Nederland in de US Open-finale zat. Dus het was zeker een hoogtepunt. Ja, hij was net iets beter. Ik verloor in de vijfde set. Er was niet gek veel verschil tussen ons."

U verloor, maar ging er wel met zijn prijzengeld vandoor

"Die tijd was het begin van open tennis, dat was 1968. De amateurs speelden toen samen met de professionals. De amateurs mochten geen prijzengeld ontvangen, die werden betaald door hun bonden. Arthur Ashe werd betaald door de Amerikaanse tennisbond. Ik speelde voor het prijzengeld. Rosewell en ik speelden voor het geld en Graebner en Ashe waren amateurs. Eigenlijk speelde Rosewell en ik de finale voor het geld. De eerste prijs was 14.000 dollar. Als je volgend jaar de US Open wint, krijg je 3,5 miljoen dollar. Dus het is flink gestegen. Maar ik kreeg dus inderdaad de eerste prijs wat het prijzengeld betreft."

Hoe kijkt u terug op uw tenniscarrière?

"Ik heb met veel plezier getennist. Ik ben niet nummer 1 geworden, maar ik heb toch een jaar of acht in de top-10 gestaan en meegedraaid in de wereldtop. Overal gespeeld en vrienden en kennissen gemaakt over de hele wereld. Veel toernooien gewonnen. Ik heb het met veel plezier gedaan. Het is iets wat je passie is, wat je goed doet en waar je je brood mee verdient.  Eigenlijk kan het niet beter."

Kijk hier voor meer Noord-Hollandse iconen

Download de app

🔔 Blijf op de hoogte van nieuws uit jouw regio, download de gratis NH Nieuws-app.

Download on the App StoreOntdek het op Google Play