Ga naar Content

Gierzwaluw opgevoed door boerenzwaluw: uniek als een hond in een mand vol poezen

Een onvervalst koekoeksjong in een zwaluwnest: boer Honingh uit Ransdorp trof op zijn erf een gierzwaluw aan in een boerenzwaluwnest. Een kenner van de gierzwaluw kon het verhaal pas bevatten toen hij het met eigen ogen zag. "Ik onderzoek ze al elf jaar, maar dit is een unieke situatie."

230803_Gierzwaluw_NH - NH Nieuws

Alsof een hond in een mand vol poezen wordt gezet - en vervolgens door twee katten wordt gevoederd en grootgebracht. "Zo moet je het een beetje zien", zegt ecoloog en gierzwaluwexpert Gert de Jong. Al elf jaar brengt hij de gierzwaluwen in Amsterdam en omgeving in kaart, maar een gierzwaluw in het nest van een boerenzwaluw? Dat zag hij niet eerder. Toen melkveehouder Willem Honingh uit Ransdorp hem belde dat hij zo'n gierzwaluw in een boerenzwaluwnest had aangetroffen, dacht De Jong er het zijne van. "Dat gelooft toch niemand?"

Vee en vogels

Het was toch echt zo. Honingh boert al bijna een halve eeuw in de stolpboerderij die zijn overgrootvader 137 jaar geleden bouwde bij Ransdorp. "Ik heb zo'n vijftig dieren, voornamelijk schapen en koeien." En dan zijn er nog de bezoekers, want ook vogels weten de stallen van Honingh goed te vinden. "De gierzwaluwen zitten het liefst hoog op het dak, onder de dakpannen. Boerenzwaluwen bouwen van die moddernestjes en zitten dichter bij de grond, meestal tegen het dak van de stallen aan."

Tekst gaat door onder de foto.

Een gierzwaluw, hier links, wordt twee keer zo groot als een boerenzwaluw - Foto: AT5

En er zijn wel meer verschillen. Kuikens van de boerenzwaluw zijn klein en groeien niet veel. Volwassen exemplaren meten van kop tot staart zo'n 20 centimeter en wegen rond de 20 gram. Gierzwaluwen worden veel groter: volgroeid kunnen ze tot wel 50 gram wegen. "De gierzwaluw is ook eigenlijk helemaal geen zwaluw", vertelt De Jong. "In het Nederlands heeft het die naam gekregen omdat-ie nogal op een zwaluw lijkt, met zo'n kenmerkende zwaluwstaart."

Koekoeksjong

Als ze net uit het ei zijn, is er van die verschillen echter weinig te merken. Toen Honingh in zijn stal een zwaluwkuiken aantrof, vermoedde hij dan ook dat een boerenzwaluwtje uit zijn nest was gevallen. "Het was ook pal onder zo'n nestje, dus ik heb het beest er weer ingezet en dacht er verder niet meer over na."

"De gierzwaluw is de ultieme vogel"

Gert de Jong, ecoloog

Enkele weken later viel Honinghs oog op de volgroeide gierzwaluw in het kleine boerenzwaluwnest. "Hij durfde ook niet uit te vliegen. Daar hebben we hem maar een handje mee geholpen." Dinsdagavond liet De Jong hem los, in gezelschap van Honingh. Die stelde tevreden vast dat het vliegen hem goed af ging. "Hij kreeg ook al snel gezelschap van vier collega's. Dus dat komt wel goed met hem."

Empty nest syndrome

Maar dat geldt niet voor de pleegouders. "Die zaten in de stal op een stangetje. Je zag ze denken: 'Waar is-ie? Hij heeft geeneens gedag gezegd!'."

Tekst gaat door onder de foto.

Willem Honingh wist nog een plaatje van de pleegouders te schieten - Foto: AT5

Voor De Jong is de geschiedenis op het boerenerf in Ransdorp het zoveelste voorbeeld van een prachtbeest dat hem blijft boeien. "De gierzwaluw is enorm bijzonder. Van alle vogels zijn ze het meest aangepast aan de lucht. Dat is waar ze leven. Ze komen alleen naar beneden om te broeden. De eerste twee, drie jaar komen ze na het uitvliegen niet aan de grond." Grijnzend: "Het is de ultieme vogel."

Gierzwaluwen in Amsterdam

Al elf jaar onderzoekt Gert de Jong de gierzwaluwpopulatie in Amsterdam en omstreken. "Ze broeden in gebouwen, dus net als mussen gedijen gierzwaluwen goed in de stad." Na lang onderzoek schat De Jong het aantal broedparen in en rond de stad op 2.600. "Dat is een schatting, je kan ze nooit allemaal vinden."

Benieuwd waar je de zwaluwen allemaal kan vinden? Op een online kaart van de gemeente kan je zien waar je ze aan kan treffen.