Ga naar Content

Gerelateerde videos

Op de werkkamer van de Commissaris van de Koning kwamen koningen, keizers, tsaren en presidenten

In het programma De Verdwenen Stad gaan we iedere keer naar een andere plek in Haarlem om te kijken hoe die in de loop van de tijd is veranderd. Deze keer nemen we een kijkje binnen bij Paviljoen Welgelegen aan de Haarlemmer Hout. Ooit gebouwd door de schatrijke bankier Henry Hope, biedt het landhuis nu onderdak aan het bestuur van de provincie Noord-Holland. De historie is nog steeds voelbaar. Zo was de werkkamer van Commissaris van de Koning Arthur van Dijk ooit de plek waar koningen, keizers, tsaren en presidenten werden ontvangen.  

Commissaris van de Koning Arthur van Dijk - Foto: Foto: NH

"Hier ontving hij zijn gasten", zegt Commissaris van de Koning Arthur van Dijk. Hij verwelkomt ons in zijn werkkamer, ooit de ontvangstkamer van de schathemelrijke Schotse bankier Henry Hope (1735-1811). "Hier begon het imponeren op zijn clientela, om te laten zien hoe goed hij het deed als bankier." 

"Op de plek waar u nu staat", zegt Van Dijk tijdens het interview, "stonden koningen, keizers, tsaren en presidenten. Zelfs Thomas Jefferson heeft daar gestaan, nog voor hij president werd."

Thomas Jefferson was een van de grondleggers van de Verenigde Staten van Amerika. Kortom, een bijzondere plek om als werkkamer te hebben.

"Het is eigenlijk heel bijzonder dat zo'n pand uit 1789 nu in gebruik is als kantoor. Het heeft ook wel zijn beperkingen, want alles wat u hier ziet, raak ik niet aan. Mijn curator komt iedere maand de klokje opwinden. Maar het functioneert prima als Provinciehuis."

Imponeren

Het landhuis dat Henry Hope aan de rand van de Haarlemmer Hout liet bouwen, was allereerst bedoeld om te imponeren. Het was ook meer een museum dan een plek om te wonen. Hope bezat dan ook een belangrijke kunstcollectie. Aan de muren hingen schilderijen van Van Dijck, Rafael, Titiaan en Rubens. Het kon niet op en het mocht wat kosten.

"Het is nu de Statenzaal", zegt architectuurhistoricus Pieter Vlaardingerbroek, "maar het was de grote zaal van Hope. De monumentaalste ruimte waar vroeger zijn mooiste schilderijen hingen, is nu de plek van waaruit de provincie Noord-Holland wordt bestuurd."

Hij wijst ons op de Korinthische zuilen rondom waardoor het vertrek meer reliëf en diepte krijgt. "Daarboven een balkon", legt hij uit, "waardoor je het idee hebt van een zaal in twee lagen. En natuurlijk de hoogte. Het is een van de allerhoogste zalen die we hebben in achttiende eeuw. Daaraan kon je ook zien hoe er gepronkt moest worden."     

De tekst gaat door onder de foto

De museumzalen van Hope zijn een van de allerhoogste uit de achttiende eeuw - Foto: Foto: NH

De hoge museumzalen waren dus duidelijk bedoeld om indruk te maken op zijn gasten. Het hele gebouw bestaat uit ruimtes van verschillende grootte. Volgens Vlaardingerbroek duidelijk bedoeld om te overtreffen en te overtuigen. "Als je elke keer van groot naar groot naar groot gaat, wordt het saai. De contrastwerking van klein naar groot is daarom essentieel in dit huis."

Dat effect is direct al zichtbaar bij binnenkomst. De ontvangsthal is kleiner dan je zou verwachten, maar loop verder en neem je de trap naar boven, word je direct verrast door de grootte ervan. 

Pieter Vlaardingerbroek steekt zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken:  "De breedte van de trap, is zo'n twee meter, allemaal in marmer. Het loopt door tot de eerste verdieping. Voor de achttiende eeuw is dat uitzonderlijk. In Amsterdam bijvoorbeeld, in al die fantastische grachtenpanden, is niks dat in de buurt komt van zo'n trap." 

De tekst gaat door onder de foto

Foto: Foto:

"In al die fantastische grachtenpanden in Amsterdam, is niks dat in de buurt komt van zo'n trap."

Pieter Vlaardingerbroek, architectuurhistoricus

Inkomsten

De museumzalen met kunst, de muziekkamer, de indrukwekkende marmeren trap. Henry Hope bezuinigde niet op de kosten. Dat hoefde ook niet, want hij had genoeg geld. Meer dan genoeg geld zelfs. Omdat hij als bankier investeerde in alles wat voor hem interessant zou kunnen zijn, heeft de provincie dit jaar onderzoek laten doen naar de herkomst van dat geld. Investeerde hij voorbeeld ook in activiteiten die direct te maken hadden met slavernij?

Dat was in die tijd natuurlijk niet ongewoon. Hij zal hieraan naar alle waarschijnlijkheid zeker verdiend hebben, zo was de uitkomst, maar het was niet de belangrijkste inkomstenbron. Hope verdiende zijn geld vooral aan staatsleningen, die leverden veel meer op. Uiteindelijk zouden die investeringen er ook voor zorgen dat hij in 1794 naar Engeland moest vluchten. Hij had namelijk de Engelsen geld geleend voor hun oorlog tegen de Fransen en toen Napoleon met zijn troepen ons land naderde, maakt hij zicht grote zorgen om zijn veiligheid. Heel lang heeft hij dus niet mogen genieten van zijn fenomenale landhuis.

Kijk hier naar meer afleveringen van De Verdwenen Stad 

Download de app

🔔 Blijf op de hoogte van nieuws uit jouw regio, download de gratis NH Nieuws-app.

Download on the App StoreOntdek het op Google Play