In de serie Iconen voegen we steeds een nieuw portret toe aan de eregalerij van Noord-Hollandse grootheden. Deze week is dat presentator Maartje van Weegen. Zij was het gezicht van het revolutionaire half zes journaal. Ook voerde zij spraakmakende gesprekken met leden van het Koninklijk Huis.
biografie
naam: Maartje van Weegen
geboren: Bussum, 1950
beroep: presentator (radio, televisie), verslaggever Koninklijk Huis
Het was alweer een tijdje terug dat Maartje van Weegen voor het laatst over de redactie van het NOS-journaal liep. Dat was trouwens aan de reacties niet te merken. Als Journaal-icoon werd ze natuurlijk ook herkend door jonge redacteuren met wie ze nooit werkte.
Het is wel drukker geworden op de redactie. Er zijn sinds 2007, toen ze haar tv-pensioen aankondigde, dan ook heel wat disciplines bijgekomen, met name online. "Want computers waren er in mijn tijd nog niet", zegt Maartje van Weegen. Wij hadden een fax, een tikmachine en een vaste telefoon.
Wat maakte half zes zo bijzonder?
Het was revolutionair voor journalistiek Nederland. Je had al het zeven uur journaal, het acht uur journaal en het Jeugdjournaal. Wat moest je dan met een journaal om half zes? Maar het werd een erg goed bekeken journaal.
Hoe anders was het?
Het was tien minuten. De eerste vijf minuten was het overzicht van het nieuws: heel kort, maar dat je wel wist wat er in de wereld aan de hand was. Dan twee-en-een-halve minuut een reportage en tenslotte een gesprek live in de studio. Dat was ook al anders.
"Mijn stem blijft rustig, maar soms bonkte mijn hart zo hard, dat ik dacht: de microfoon hoort mijn hart tekeer gaan"
Live in de uitzending was in de jaren tachtig niet zo gewoon als het nu is. Een live verbinding met Amerika zorgde nog voor grote opwinding op de redactie. "Dat was toen nieuw. En als presentator vijf dagen in de week op de buis. Dat was ook nieuw. Ik was half zes."
Om dat te illustreren komt ze met twee mooie anekdotes. "Mijn vader lag in het ziekenhuis. En ik presenteerde in die tijd ook Het Capitool, dat was live op zondag. Hij ging naar de conversatiezaal, waar ook de televisie aanstond. Daar waren twee mevrouwen die zeiden: Maartje van Weegen op de televisie! Het is nog geen half zes. Dat zat zo helemaal in hun hoofd. Ik heb ook wel gehoord, toen ik naar acht uur ging, dat in een kliniek de boel helemaal ontregeld was. Dat was voor hen een vast punt. Als ik er was, gingen ze eten. Wonderlijk hè."
Half zes
Het team van half zes was een hechte groep. "Ik heb het altijd leuk gevonden om in een team te werken", zegt Van Weegen. "En dit moesten we allemaal met elkaar bedenken: hoe doe je het, hoe pak je het aan, wat is de toon."
Het was een andere manier van nieuws brengen, een andere manier van teksten schrijven. Tekst bij beeld. Niet als je een giraffe ziet, zeggen: dit is een giraffe. Dat weten de mensen wel. Maar mensen helpen het nieuws te begrijpen. Dat sloeg aan.
Rampen
De meest interessante uitzendingen, hoe gruwelijk het nieuws soms ook, waren de rampen en de oorlogen. Maar dat gold zeker ook voor de verkiezingen. De grote gebeurtenissen. In de hectiek ging het dan ook wel eens mis. Om dat samen op te lossen, vond Maartje van Weegen zeker ook bijzonder.
"Ik was voor de regie altijd wel prettig. Mijn stem blijft rustig. Soms bonkte mijn hart zo hard, dat ik dacht: de microfoon hoort mijn hart tekeer gaan. Maar ik bleef rustig. Er waren natuurlijk situaties waarbij je met z'n allen gek wordt omdat de verbinding niet wil."
Koninklijk Huis
Faam verwierf Maartje van Weegen zeker ook als verslaggever van het Koninklijk Huis. Eind jaren negentig stonden er zoveel belangrijke momenten op de agenda, onder meer met de prinsen die gingen trouwen, dat de NOS graag een vast iemand had om daar verslag van te doen. Dat werd Maartje van Weegen.
Was het moeilijk om met leden van het Koninklijk Huis dingen te bespreken? Hoe ging dat?
Het is niet zoals je normaal redactioneel werk doet. Dat je belt met iemand en je zegt: ik wil het graag daar en daar over hebben. Heeft u tijd, kunt u komen en wanneer dan wel? Dus je had altijd voorbereidende gesprekken.
Ik heb in 1987 met Juliana en Bernhard gesproken. Toen zat ik nog bij het half zes journaal. En in 2000 met koningin Beatrix, zij was toen twintig jaar koningin. Het gaat eigenlijk net als met CEO's of met andere mensen in verantwoordelijke posities. Je spreek af wat het raamwerk is. Daarbinnen stel je je vragen en zijn het gewone gesprekken.
Vooral het interview met Juliana en Bernhard in 1987 was in meerdere opzichten opmerkelijk. Zo werd Juliana oprecht boos ("dat is niet waar, dat is niet waar!) nadat van Weegen stelde dat de oude koningin nooit mocht worden tegengesproken. Een vlammend betoog volgde. Het gesprek werd zo legendarisch dat bezoekers van de recente tentoonstelling over Juliana in de Nieuwe Kerk in Amsterdam het gesprek nogmaals konden bekijken.
"Juliana was nogal ongeremd", herinnert Van Weegen zich. Later weten sommige mensen dat aan de dementie waaraan Juliana later kwam te lijden. Maar dat was volgens Van Weegen zeker niet het geval.
Ze las nog alle kranten en je kon het met haar overal over hebben. Ik vond het een hele bijzondere vrouw. Ze wilde ook een gesprek, geen interview. Dus ik had alles in mijn kop gestopt en niet op papier alles uitgewerkt.
Op het moment dat Juliana zo emotioneel wordt, denk je dan: JA!
Nee, dat had ik helemaal niet. Ik was gewoon geïnteresseerd.
Maar ze voelden zich dan wel op hun gemak bij je?
Blijkbaar wel. Maar het was niet gewoon. Nu ik oud ben, denk ik nog wel eens: het was niet gewoon. Nee, het was wel speciaal.
Kijk hier voor meer Noord-Hollandse iconen