Ga naar Content

"Er was een overstroming, de politie kwam door de straat"

Op 15 maart zijn er niet alleen verkiezingen voor de Provinciale Staten, maar ook voor de waterschapsverkiezingen. Maar wat doen de Waterschappen eigenlijk? Met welke thema's houden zij zich bezig? Presentator Koen Bugter zoekt het voor je uit in Expeditie Noord-Holland. In de vierde aflevering vraagt Koen zich af: kan een dijkdoorbraak zoals in 1960 in Amsterdam opnieuw gebeuren?

Ton van Baardwijk maakte de watersnood van 1960 mee. - Foto: NH / Koen Bugter

In 1960 werd Amsterdam getroffen door een grote dijkdoorbraak. De wijk Tuindorp-Oostzaan kwam volledig onder water te staan en duizenden mensen moesten worden geëvacueerd, onder wie de 14-jarige Ton van Baardwijk. Hij woont, nu gepensioneerd, nog steeds in de wijk en kan zich de ramp nog goed herinneren. "Ik stond op, en keek uit het raam: de sneeuw was weg, en ik zag het water hard stromen waar normaal geen water stond. We moesten de spulletjes naar boven brengen. Er komt een overstroming. De politie kwam door de straat. We moesten allemaal de woning verlaten."

"Ik stond op, en keek uit het raam: de sneeuw was weg, en ik zag het water hard stromen waar normaal geen water stond"

Ton van Baardwijk

"Er was paniek. Mijn vader probeerde nog met bevroren grond een dijkje voor de deur te maken, maar dat hielp natuurlijk niet. Het water kwam op 1,80 meter te staan. Als het stormt denk je er nog weleens aan."  De veertienjarige Ton wordt uiteindelijk met 11.000 andere Amsterdammers met succes geëvacueerd. Het wordt nooit helemaal duidelijk hoe de dijk kon doorbreken. Door het water raken heel wat mensen hun inboedel kwijt. 

Er wonen op dit moment miljoenen mensen onder zeeniveau in Noord-Holland. Koen vraagt zich af of de ramp van 1960 opnieuw kan gebeuren? In de Noorderlegmeerpolder bij Amstelveen, ook een paar meter onder zeeniveau, ontmoet hij Hilga Sikma, projectleider waterschap, Amstel, Gooi en Vecht. "Of er opnieuw een dijk kan doorbreken? Wij zeggen nooit dat het nooit kan gebeuren. Maar we houden het heel erg goed in beheer. Wij hebben meer dan duizend kilometer dijken en dat proberen we heel goed te onderhouden.

Meer piekbuien

"In de Noorderlegmeerpolder zitten we op zes meter onder zeeniveau. Maar het is je goed te realiseren dat door klimaatverandering het steeds heftiger wordt. Er zullen meer piekbuien komen. Het is dus ook goed dat de polders er beter uit komen te zien. Als er wordt bijgebouwd zal het dus klimaatrobuust moeten worden ingericht: dat er genoeg berging is, dat er genoeg groene daken zijn. De ruimtelijke inrichting is dus van wezenlijk belang."

Grote badkuip

John van Diepen is regioadviseur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en adviseert bij de ruimtelijke inrichting. Nu al wordt er rekening gehouden met het veranderende klimaat bij de aanleg van nieuwe wijken. "De Buikslotermeer bijvoorbeeld, dat is een grote badkuip. Er wordt daarom nu bij de aanbouw genoeg open water aangelegd. Er komen meerdere sloten. Op het land wordt het allemaal opgehoogd, zodat de wegen en de woningen hoog genoeg worden gebouwd. Dat is inspelen op de piekbuien. Dat al het water goed de grond in kan trekken."