Wist je dat ons voedsel gemiddeld 30.000 kilometer reist voordat het op ons bord belandt? De provincie Noord-Holland wil daarom dat we dichter bij huis gaan eten en investeert 2.7 miljoen in lokaal voedsel en duurzame landbouw. Wat betekent dat voor de Noord-Hollandse streekproducten?
Pieter Groot uit Middenbeemster heeft honderd koeien, en maakt honderd kilo Beemsterkaas per dag. Daarvan verkoopt hij bijna alle kaas in zijn eigen boerderijwinkel, of in de biologische winkel van Schemer. Aanvankelijk verkocht hij ook wat kaas aan een tussenpersoon, die het afzette in toeristenwinkels. Toen dat tijdens de pandemie inzakte, stopte Groot daarmee. Dat bevalt hem veel beter. “Direct aan de klanten verkopen geeft mij veel meer voldoening.”
Provincie investeert
Direct contact tussen boer en consument, zoals in Middenbeemster, dat is precies wat de provincie Noord-Holland de komende jaren wil bereiken. In 2023 en 2024 investeren de Provinciale Staten 2.4 miljoen euro om de Noord-Hollandse voedselproductie te verduurzamen. Dat geld is onder andere bedoeld voor de productie van plantaardige voeding, het tegengaan van voedselverspilling en Noord-Hollandse projecten die zich inzetten voor eten uit de regio.
Zo kreeg het bedrijf The Farm Kitchen een subsidie van bijna 100.000 euro om een mobiele keuken te bouwen op het erf van boer Jan Ham, in Nieuw-Vennep. Het is de bedoeling om de groenten die van het land komen, direct te verwerken tot bedrijfslunches. The Farm Kitchen wil uiteindelijk 3.000 lunches per dag te serveren.
In de regio nemen een hoop boeren de laatste jaren het initiatief om hun producten rechtstreeks aan de consument te verkopen. Zo ook de de Texelse schapenboer Arjen Boerhorst. Hij verkoopt zijn lamsvlees in zijn eigen boerderijwinkel en aan de lokale slager. "We hebben hier op Texel een prachtig product, waarom eten we nog lam uit Australië?”
Hij hoopt dat het geld van de provincie op de goede plek terecht komt. "Alsjeblieft niet weer bij het zoveelste 'voedsel-verbindt' project."
De omslag gaat niet vanzelf
Voor de boeren die hun goederen vooral naar het buitenland exporteren is de omslag niet makkelijk gemaakt. Bovendien zitten sommige boeren er ook niet op te wachten om hun producten in de regio te verkopen.
Zo teelt Simon Wilms, boer in de Noordkop, zo'n 800 ton uien per jaar, waarvan hij de meeste naar Senegal exporteert. "We produceren in Nederland meer uien dan dat we kunnen consumeren", zegt hij aan telefoon.
Toch zou hij het best leuk vinden om zijn uien ook aan de Nederlandse supermarkt te verkopen. “Bij de Albert Heijn in Anna Paulowna komen ze uit Nieuw-Zeeland. Ik denk weleens: ik stop ze in een zakje en rij gewoon zelf naar de Albert Heijn.”
Maar dat is bijna onmogelijk. Hij moet de uien dan eerst zelf schoonmaken, want ‘de consument wil dat de staart van het af uitje is, en dat het buitenste velletje eraf is’. Dat werk doet de tussenpersoon nu, en als Wilms dat wil overnemen, moet hij investeren in machines die hij eigenlijk niet kan betalen. "En dan moet je nog gaan concurreren met de gevestigde namen."
Dat de uien van Wilms naar Senegal worden verscheept, terwijl de uien in de naastgelegen supermarkt uit Nieuw-Zeeland komen, is geen onbekend probleem. Ons voedsel reist gemiddeld 30.000 kilometer voordat het in onze koelkast terecht komt.
Tussenpersonen
Het plan van de provincie om meer voedsel uit de regio te eten, is onderdeel van een nationale aanpak, die minister Carola Schouten in 2020 lanceerde. Schouten sprak tijdens een ‘digitale nationale handelsmissie’ met verschillende boeren over duurzame landbouw.
Boeren beklaagden zich toen bij Schouten over het feit dat Fransen en Italianen doorgaans trotser zijn op hun lokale producten, terwijl Nederlanders zich vaak niet bewust lijken van wat er hier allemaal groeit.
De meest trotse boer van Noord-Holland woont misschien wel in Opperdoes. Hero Stam is de motor achter de aardappel de Opperdoezer Ronde. Hoewel hij niks heeft gehoord van het plan van de provincie, heeft hij zelf al enige tijd zijn keten verkort. Hij stapte uit 'The Greenery', een organisatie die producten van boeren inkoopt en doorverkoopt. "Ik vond het niks dat ik alles aan hen moest verkopen, en niks zelf mocht bepalen."
Nu verkoopt hij kratjes van vijf kilo Opperdoezer Rondes langs de weg. Meestal aan consumenten, maar ook aan restaurants zoals De Librije in Zwolle. Stam kan nu zelf bepalen wat hij met zijn product doet, en dat bevalt hem een stuk beter. "Die tussenpersonen kosten ook allemaal geld en nu verdien ik er veel meer aan."
Wat is lokaal?
Toch voelen niet alle boeren van Noord-Hollandse streekproducten ervoor om de ketenen te verkorten. De Boer teelt ongeveer 200 hectare kolen en verwerkt die op zijn eigen erf. De Boer verpakt en stickert de kolen voor de supermarkt, en snijdt de kolen voor de salades en loempia’s.
Ongeveer de helft gaat naar het buitenland, 'want je praat over behoorlijke volumes en dat is best lastig om lokaal af te zetten'. De Boer ligt er niet wakker van. "Wij zijn trots op onze producten en het maakt ons niet uit wie dat koopt. Of het nou iemand uit het dorp is, uit de stad of uit het buitenland. Afgelopen kerst kregen we een kerstkaart uit Duitsland, dat ze nog nooit zo’n lekkere spitskool hadden gegeten. Dat maakt je gewoon trots."
Van De Boer hoeft het niet lokaal te zijn. "We leven in een grote wereld. Als ik het vandaag op de vrachtwagen laad, ligt het morgen in de winkel in Duitsland. Dat zijn ook korte ketens."
Tip ons!
💬 Stuur een Whatsapp-bericht met een tip, foto of video naar 06-30093003 (handig om op te slaan in je telefoon)!
📧 Contacteer de redactie of journalisten bij jou in de buurt via ons tipformulier.
Op de hoogte blijven?
🔔 Blijf op de hoogte van nieuws uit jouw regio, download de gratis NH Nieuws-app via de App Store of de Google Play Store.