Ga naar Content

Gerelateerde videos

De verdwenen stad: in het Scheepvaartmuseum lagen vroeger de kanons en munitie voor de oorlogsvloot

In het programma De verdwenen stad gaan we iedere keer naar een andere plek in Amsterdam om te kijken hoe die in de loop van de tijd is veranderd. Deze keer proberen we een beeld te krijgen van het voormalig Zeemagazijn van de Admiraliteit van Amsterdam. Tegenwoordig huist het Scheepvaartmuseum in dit imposante pand.

In het zeemagazijn lagen kanonnen als deze opgeslagen - Foto: NH

Het Scheepvaartmuseum bezit een van de grootste en belangrijkste maritieme collecties ter wereld. Maar het monumentale gebouw uit 1656 was ooit bedoeld als pakhuis van de Admiraliteit van Amsterdam. Hier lagen kanons (zo worden kanonnen bij de marine genoemd), munitie, zeilen, touwen, ankers, eigenlijk alles wat nodig was om een schip te laten vertrekken.  Er waren in die tijd, naast die van Amsterdam, ook admiraliteiten in Rotterdam, Harlingen, Middelburg en de Noordkop (Hoorn en Enkhuizen). Met elkaar vormden ze de staatsmarine.

Foto:

Efficiënt

Op de bouwtekeningen van het zeemagazijn is goed de sobere, strakke, classicistische stijl van het gebouw te zien. Dat was volgens Anton Wegman "heel vernieuwend en buitengewoon efficiënt. Een heel massief gebouw, omdat het ook zware lasten moest kunnen dragen. Vanwege de opslag van kogels en buskruit was er ook een goede brandvoorziening. Er werd water op het dak opgevangen. Dat werd via een pijpensysteem naar de kelders geleid, waar het werd opgeslagen."

Foto:

Op de plattegrond van 's lands Zeemagazijn is ook goed te zien dat het in een carré-vorm is gebouwd. Het is volgens Wegman "een heel rationeel ontwerp. Ook de Noorderkerk en de Oosterkerk in Amsterdam hebben zo'n vierkante plattegrond, wiskundig uitgedacht. In plaats van die gothische bouw die daarvoor was." Door het vierkante ontwerp kon vanuit ieder punt de uitgang snel bereikt worden.

Hip

We zijn met conservator Tim Streefkerk in de centrale hal van het museum aangekomen: een vierkant met galerijtjes. Hier lagen vroeger de ankers en kanons opgeslagen. Tegenwoordig is de binnenplaats overkapt, maar dat is pas sinds de renovatie in 2011. "Er is heel veel ritme in het ontwerp", zegt Streefkerk. "Het straalt rust en orde uit. En dat past heel goed bij die classicistische stijl die op dat moment in de Republiek hip was. Het stadhuis op de Dam, nu het Paleis, straalt eenzelfde soort rust uit."

Brand

In het museum laat Streefkerk een kanon zien waar er hier ooit zoveel van opgeslagen lagen en aan de hand van een schilderij van Reinier Nooms krijgen we een goede indruk van de activiteiten rond het zeemagazijn. Naast het magazijn was namelijk een werf waar de schepen werden gebouwd en hersteld. De schepen werden deels afgetimmerd in het water.

Foto:

Bijzonder zijn ook de sporen van de grote brand van 1791. Een groot deel van het gebouw ging toen in vlammen op. Alleen de stenen onderdelen bleven overeind. Het vuur sloeg zelfs over op de schepen die voor het magazijn voor anker lagen. Het was één grote vuurzee. Het gebouw moest compleet gerenoveerd worden. Een paar jaar eerder was er nog flink bezuinigd op de ooit zo vooruitstevende brandvoorzieningen. Een kwestie van verkeerde prioriteiten stellen dus.

Pronkerig

De achterkant van het gebouw aan het IJ, nu de Noord-uitgang, was in de zeventiende eeuw de belangrijkste en meest pronkerige entree. Hier kwamen de schepen langszij te liggen. Soms lag een schip te diep om aan de kade te komen en moest ie met een dekschuit vanaf het water worden bevoorraad. "Overigens werd het stuk van het IJ en van Pampus zo ondiep", vult Anton Wegman aan, "dat de oorlogsschepen soms richting Texel vertrokken zonder de kanons. Die werden dan nabezorgd met kleinere schepen."

"We zijn blij dat het gebouw nog steeds een maritieme functie heeft. Voor hetzelfde geld was het een apartementencomplex geworden. Je moet er toch niet aan denken......."

Anton wegman, onderzoeker scheepvaartmuseum
In de timpaan wordt Neptunes gesmeekt om een behouden vaart - Foto: NH

In de driehoekige timpaan boven de Noord-ingang zie je volgens Tim Streefkerk een duidelijk boodschap over de zeemacht. "Neptunes, in het midden, wordt door de admiraliteit, verpersoonlijkt door een vrouw met een drietand, gesmeekt om een behouden vaart en een voorspoedige toekomst."

Buiten kun je ook goed zien dat 's lands Zeemagazijn op een eiland is gebouwd, Kattenburg.

Aan het begin van de zeventiende eeuw groeit Amsterdam heel erg snel. Op verschillende plekken wordt er land gewonnen. Kattenburg was een nieuw eiland, net als Oostenburg en Wittenburg. De admiraliteit kreeg op Kattenburg al vrij snel een plek om een magazijn en een werf te bouwen.

Links op de foto het Paleis van de Marine, rechts het Scheepvaartmuseum - Foto: Stadsarchief Amsterdam

Marine

Op oude foto's zie je naast het zeemagzijn nog een ander groot gebouw liggen, het Paleis van de Marine, maar dat is er niet meer. Het gebouw werd gesloopt vanwege de bouw van de IJ-tunnel.

Streefkerk: "Het was een negentiende eeuws gebouw. Dat heeft er mee te maken dat we vanaf die tijd een andere zeeverdediging kregen: de Koninklijke Marine. De Republiek hield op te bestaan en dat gold ook voor de admiraliteit. De marine nam een heel groot deel van de infrastructuur van de admiraliteit over.  In 1815 werd het zeemagazijn het pakhuis van de marine. De werf erachter werd een werf van de marine. Na het vertrek van de marine werd het gebouw geschikte gemaakt als Scheepvaartmuseum.

"We zijn blij dat het nog steeds die maritieme functie heeft", zegt Anton Wegman. "Voor hetzelfde geld was het een apartementencomplex geworden. Je moet er toch niet aan denken."

Kijk hier voor meer afleveringen van De Verdwenen Stad.

Download de app

🔔 Blijf op de hoogte van nieuws uit jouw regio, download de gratis NH Nieuws-app via de App Store of de Google Play Store.