Ga naar Content

Zes jaar na de grote potvisstranding op Texel: "Ik weet nog precies waar ik was"

Op 12 januari 2016, een koude dag met veel wind, komt aan het eind van de middag een melding binnen bij Ecomare van een Duitse toerist. Hij heeft vijf grote dieren zien liggen op het strand bij paal 12 op Texel. Het blijken potvissen die op hun weg naar het zuiden de verkeerde afslag hebben genomen en in de ondiepe Noordzee hun noodlot tegemoet zijn gezwommen.

Foto: NH Nieuws/ Matthijs Gemmink

"Dit is zo'n moment in de geschiedenis dat je kunt zeggen: 'Ik weet nog precies waar ik was'", zegt directeur Annemarie van den Berg van SOS Dolfijn. De organisatie bouwt momenteel een nieuwe opvanglocatie in Dierenpark Hoenderdaell bij Anna Paulowna. "Toen zaten we nog in Harderwijk en we waren meteen op pad gegaan. Ik denk dat we de laatste boot naar Texel hadden die avond."

"Toen wij de melding binnenkregen dacht ik 'Oh shit', het maakte zoveel indruk", weet Lonneke IJsseldijk van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht zich nog te herinneren. "Ik stond een rode koolschotel te bereiden toen ik  het hoorde. Die is volledig mislukt, kan ik je vertellen."

"De eerste keer dat ik het strand op ging was het donker", vertelt Annemarie van den Berg van SOS Dolfijn over die eerste avond. "De dieren leefden toen nog. We gingen met de KNRM met een 4x4-vrachtwagen het strand op. Ze hadden zo'n grote lamp voorop. Toen ze die aandeden, zag je de dieren liggen. Ze waren tussen de 8 en 12 meter lang. Ik voelde me zo machteloos. We zijn redders, dus je wilt redden. Maar hier viel niks aan te doen."

Tekst gaat verder onder de foto.

Foto: NH Nieuws/ Matthijs Gemmink

De KNRM hield die nacht de wacht bij de dieren en zag rond 3.00 uur dat de potvissen dood waren. Ondertussen was het 'walvisprotocol' van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit al in werking gegaan. Dat was een stappenplan dat was bedacht na de eerdere stranding van bultrug Johanna, in december 2012, bijna 10 jaar geleden. Toen was niet duidelijk wie er verantwoordelijk was en liepen de emoties rond reddingsacties van het dier hoog op. Dat moest anders, was daarna de gedachte.

Niet duidelijk

"Het protocol dat bij de potvissen op Texel in werking trad, regelde de zaken eigenlijk tot aan de dood van de dieren. Maar wat er daarna moest gebeuren, was nog steeds niet helemaal duidelijk. Er was meer nodig", zegt Lonneke IJsseldijk, die daarna de dieren op het strand ontleedde en onderzocht. "We hadden al collega's uit Schotland en België gevraagd om ons daar bij te helpen. De klus was te groot voor ons alleen."

In de ochtend van 13 januari kwam er een dierenarts die de dieren officieel dood verklaarde. Daarna was de rol van SOS Dolfijn klaar. Annemarie van den Berg: "Je merkte dat het protocol op Texel nog niet goed genoeg was. Het was bij de betrokken partijen niet duidelijk welke stappen er moesten worden genomen. Dat is daarna geëvalueerd. Inmiddels zitten wij bij versie zes en is het geen protocol meer maar een leidraad, omdat elke situatie anders is."

Tekst gaat verder onder de foto.

Foto: NH Nieuws

Na de vijf gestrande potvissen dreef er op 14 januari ook nog een dode potvis aan de zuidkant van het eiland. Uiteindelijk bleken de dieren onderdeel uit te maken van een nog grotere groep. Er strandden in totaal zo'n 30 dieren op de Noordzeekust waarvan zestien bij Duitsland en nog zes bij Engeland. Mannetjes die op zoek naar vrouwtjes in het zuiden per ongeluk de verkeerde afslag namen. De diepzeedieren konden zich niet goed oriënteren in de ondiepe Noordzee.

Volgens Van den Berg en IJsseldijk zijn alle partijen nu veel beter voorbereid op strandingen van walvisachtigen. "We zijn nu veel meer op elkaar ingespeeld en we kunnen via Rijkswaterstaat en de KNRM ook veel sneller beschikken over materialen, bijvoorbeeld. Het is een klein, goedgeolied team", zegt Annemarie van den Berg van SOS Dolfijn. "Ja, en de overheid neemt haar verantwoordelijkheid", vult IJsseldijk aan. "Er is voor ons ook meteen duidelijkheid over de onderzoeksopdrachten. We weten wat we kunnen en mogen doen."

Tekst gaat verder onder de foto.

Foto:

Andere strandingen

Sinds januari 2016 zijn er niet zoveel grote walvisachtigen tegelijk aangespoeld op de Nederlandse stranden. "Dat jaar hadden we nog wel spitssnuitdolfijnen. In 2017 zwom er nog een bultrug in de Marinehaven van Den Helder en hadden we potvissen bij Petten en Domburg en butskoppen", somt Annemarie van den Berg op.

"En vorig jaar hadden we een ongelofelijke zomer met de stranding van bijna 200 bruinvissen", zegt IJsseldijk. Haar collega's onderzochten een aantal van de dieren. "Het is aannemelijk dat de dieren zijn doodgegaan door een gevaarlijke bacterie die ook bij varkens kan voorkomen. Of deze bacterie ook meer voorkomt bij bruinvissen, weten we nog niet. Ook weten we nog niet hoe de bruinvissen besmet zijn geraakt met deze bacterie."

Toekomst

Strandingen zullen altijd plaatsvinden, maar of daar nu door bijvoorbeeld klimaatverandering iets in gaat veranderen is moeilijk te voorspellen. "Bruinvissen zijn vrij opportunistisch wat betreft hun temperatuur", zegt onderzoeker IJsseldijk. "Zij redden zich vermoedelijk wel als de zee iets warmer wordt. Je ziet wel dat bepaalde dolfijnen het koudere water van het noorden opzoeken, het schuift allemaal op."

"Omdat de Noordzee ondiep is, warmt die ook relatief snel op", vult Annemarie van de Berg aan. "Wij hebben er hier bij het nieuwe opvangcentrum wel al rekening mee gehouden bij de bouw van de bassins. Eén is al ruimer, omdat het mogelijk is dat we straks meer dolfijnen, die wat groter zijn dan bruinvissen, gaan tegenkomen bij strandingen."

Zes jaar na de grote potvisstranding op Texel: "Ik weet nog precies waar ik was" - NH Nieuws

Lees ook

💬 Wil je niets missen uit de Noordkop?

Tikfout gezien? Laat het ons weten via [email protected]