Ga naar Content

Marie (100) blijft vertellen over de oorlog: "Ik ben in het verzet gerold"

Al voor het tweede jaar kan Marie Blommaart door corona geen gastlessen geven op scholen over haar ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. "Dat is heel jammer, want ik doe het graag." De geboren en getogen Zeeuwse zat in het verzet, werd opgepakt en zat vast in kamp Haaren en kamp Vught. In mei 1944 werd ze vrijgelaten en bracht de hongerwinter door in Amsterdam.

Marie vertelt over haar ervaringen in de oorlog - NH Nieuws

Marie woont alweer tientallen jaren in Westzaan. Op 18 maart is ze 100 jaar oud geworden en dat is in haar straat uitbundig gevierd met onder meer een carillon. De verjaardagsbloemen van de buurt staan nog volop in bloei bij de voordeur. Op de oprit staat haar rode auto. "Mijn rijbewijs is nog een jaar geldig en dan moet ik van mijn kinderen stoppen met autorijden", vertelt ze bij binnenkomst. "Voor boodschappen doen is een auto toch wel erg handig."

Ze wil graag haar verhaal doen, ook al is het voor de zoveelste keer. "Ik zit nu zo vaak alleen. Alles is weggevallen. Voor corona waren alle dagen gevuld met zwemmen, kaarten, pottenbakken en yogales."

Marie vertelt dat ze het liefst lesgeeft aan wat oudere kinderen in het voortgezet onderwijs. "Want aan kinderen van groep 7 en 8 kun je niet alles vertellen. Niet die afschuwelijke dingen die ik heb meegemaakt."

In een linnen tasje heeft ze het 'lesmateriaal'.  Brieven, enveloppen, geldbonnen uit het kamp, borduursels. En het belangrijkste: de Entlassungsschein, waarop in kille cijfers haar gevangenschap staat genoteerd: ... was in der Zeit vom 19.10.1943 bis 10.5.1944 in einem Konzentrationslager untergebracht.

Marie is 19 als de oorlog uitbreekt. Al vanaf haar twaalfde, als  ze van school gaat, werkt ze in de kruidenierszaak annex bakkerij van haar ouders. Op een gegeven moment krijgt haar moeder het verzoek om een onderduikadres te regelen en de vraag of ze iemand kent die voedselbonnen kan halen. "En toen zei ons moeder: 'och, dat doet ons Marie wel'", vertelt ze. "We zijn nooit bewust het verzet in gegaan, we rolden er als gezin gewoon in. Wij hielpen mensen en hadden geen idee dat we in het verzet terecht kwamen."

Verraden

"We dachten niet na over de risico's en waren naïef. Ik zou het zo weer doen, maar dan zou ik het wel anders doen. Ik ging talloze keren op de fiets met de pont naar Goes om voedselbonnen te regelen. Dat moest wel opvallen natuurlijk", vertelt Marie. Ze wordt in september 1943 verraden door iemand die doorslaat bij zijn verhoor. Ze komt terecht in kamp Haaren, een gevangenis van de SD.

Marie wordt talloze keren verhoord, maar geeft geen krimp. "Je moet net doen of je simpel bent, dat je er niets van begrijpt en ze niet verstaat." Deze tactiek werkt, maar ze moet het wel bekopen met eenzame opsluiting in een donkere cel. Een vuilnisemmer is haar wc. Marie weet door het borduren van een boodschap in de rand van een handdoek, haar ouders in te lichten. De handdoeken werden buiten het kamp gewassen. "Thuis wisten ze nog van niets, ze hadden alleen gezien hoe ik thuis werd opgepakt."

Na maanden wordt ze plotseling overgebracht naar concentratiekamp Vught. Haar ouders krijgen een pakketje in bruin papier toegestuurd met wat persoonlijke spullen. "Alleen dat, geen verklaring. Niets. Ze dachten dat ik dood was", zegt Marie, nog steeds verbijsterd over zoveel onmenselijkheid.

In Vught werkt ze op de Bekleidungskammer. Nieuwelingen moeten daar hun kleding achterlaten. Kleding die wordt teruggegeven als ze worden ontslagen uit het kamp. Het is een uitgelezen manier om via ingenaaide briefjes in de zomen van de kleding contact te houden met de buitenwereld. "We hebben zo nog veel mensen in Vught kunnen helpen, want we vroegen aan de mensen die vrij kwamen om eenmaal buiten het kamp de briefjes te versturen."

Doodgeschoten

In Vught is het regime hard en Marie is slechts een nummer: 0840. Zij moet de kleding klaarleggen voor mensen die op transport gaan naar Duitsland. Eén keer is dat een transport van joodse vrouwen die zich geheel naakt voor de ogen van SS-ers massaal storten op de kleding. Marie wordt onder de voet gelopen en is zwaar geschokt. Net als die keer dat ze bij de doucheruimte een groepje mannen tegenkomt. "De Kapo die zag dat ik schrok, zei toen tegen mij: 'Die werden erschossen', die worden doodgeschoten. Ik was in shock en ik ben toen doodziek geweest. Later heb ik de gedacht: waarom heb ik die mannen niet nog een hand gegeven. Ik heb mij daar heel schuldig over gevoeld."

Op 9 mei ziet Marie op een transportlijst haar nummer staan. Aan de linkerkant, wat betekent dat ze naar huis mag. Aan de rechterkant betekent dat je op transport gaat naar, zoals we nu weten, een Duits concentratiekamp waar bijna niemand levend is uitgekomen.

Na haar vrijlating brengt Maria de hongerwinter door in Amsterdam om vervolgens na de bevrijding terug te keren in Zeeland. Ze trouwt, krijgt kinderen en over de oorlog wordt niet meer gesproken. "Niemand wilde het er meer over hebben", zegt Marie. Tien jaar na de bevrijding is er een groot feest. Bij Marie knapt er iets en ze stort compleet in. Na gesprekken met een psychiater komt ze er weer bovenop.

Nu zegt de 100-jarige op de bank van haar huis in Westzaan: "Ik heb er geen spijt van en zou het zo weer doen. Alleen zou ik niet meer zo naïef zijn."

Download de app

🔔 Blijf op de hoogte van nieuws uit jouw regio, download de gratis NH Nieuws-app via de App Store of de Google Play Store.