Ga naar Content

Opnieuw flinke straf geëist tegen Ab H. uit Enkhuizen in martelzaak Paul Epskamp

ENKHUIZEN - Het Openbaar Ministerie heeft zeven jaar en twee maanden cel geëist tegen Ab H. (73) uit Enkhuizen. Hij wordt verdacht van het (mede)plegen van zware mishandeling en gijzeling waardoor Paul Epskamp is overleden. In 2010 werd hij al  veroordeeld wegens betrokkenheid bij de marteldood op de Schagenaar. Ab H. zat zijn straf uit, maar hield vol dat hij onschuldig is.

Foto:

Het lichaam van Epskamp werd in 2005 langs de A2 bij Loenersloot gevonden. Hij bleek zwaar te zijn gemarteld. Zijn knieën waren doorboord en zijn ribben gebroken. De 41-jarige Schagenaar blijkt te zijn doodgemarteld. Hij is waarschijnlijk slachtoffer geworden van een uit de hand gelopen drugsdeal. 

Centrale rol

Ab H. vervulde volgens het Openbaar Ministerie een centrale rol in de zoektocht naar de daders van de uit de hand gelopen drugsdeal. In de ogen van de advocaat-generaal is wettig en overtuigend bewezen dat Ab H. samen met anderen betrokken is geweest bij het verhoor met dodelijke afloop in Roosendaal.

Hij komt tot die conclusie op basis van diverse getuigenverklaringen. "Het toedienen van ernstig letsel brengt het risico mee dat het slachtoffer als gevolg daarvan kan overlijden. Zeker in combinatie met veel stress tijdens een langdurige, gewelddadige gijzeling. Dat risico is door de verdachte als mededader volledig aanvaard." Daardoor is volgens hem een forse gevangenisstraf op zijn plaats. 

"De dader heeft ook mijn leven verwoest"

Ab H. vertelde in 2018 aan NH Nieuws dat zijn leven verwoest is door de eerdere veroordeling van acht jaar. "Ik heb alleen vervoer geregeld. Ik wist niet wat erin ging en wat eruit kwam. Verder heb ik niets met die zaak te maken. Ik denk dat Epskamp gebruikt is als bliksemafleider door de daders. Zodat iedereen zou denken dat hij de drugs gestolen had. Vervolgens hebben ze mij de schuld in de schoenen geschoven." 

Uitspraak

Het Europese Hof oordeelde in februari 2017 dat het recht van een verdachte om aanwezig te zijn bij de rechtszaak zwaarder weegt dan het recht van justitie en de slachtoffers op een spoedige afdoening. De Hoge Raad verwijst de zaak daarom terug naar een ander gerechtshof; in dit geval in Den Haag.

De uitspraak is over twee weken.

Lees ook

Download de app

🔔 Blijf op de hoogte van nieuws uit jouw regio, download de gratis NH Nieuws-app via de App Store of de Google Play Store.