Ga naar Content

Na veel vertraging begint zedenzaak die bijna niet doorging door blunder OM

AMSTERDAM - De rechtszaak tegen Vincent L., de voormalig plaatsvervangend hoofdofficier van justitie van het parket in Amsterdam, begint vandaag, na procedurele fouten gemaakt door het Openbaar Ministerie. Vincent L. werd op 19 april 2017 aangehouden als verdachte van het plegen van zedenmisdrijven. Hij ging bijna vrijuit door een blunder van het OM.

Foto:

De misdrijven zouden door de voormalig plaatsvervangend hoofdofficier van justitie zijn gepleegd tussen april en december 2016. Vincent L. werd op 19 april 2017 aangehouden door de politie. In de zaak zijn ook tien andere mannen opgepakt die met hetzelfde slachtoffer seksuele handelingen zouden hebben verricht.

Afspraken met oudere mannen

In januari 2017 werden de misdrijven ontdekt door de vader van het minderjarige slachtoffer. Door achterliggende schoolresultaten, en omdat de jongen vaak laat thuis kwam maakten zijn ouders zich zorgen. De vader keek in de telefoon van de jongen en zag daarbij seksueel getinte berichten van meerdere oudere mannen.

Toen het slachtoffer door de politie werd geconfronteerd met de vermoedens van zijn ouders, vertelde hij dat hij een aantal jaar geleden via een chatsite was begonnen met afspraakjes met oudere mannen. De minderjarige jongen verdiende daar geld mee, vaak zo’n 40 á 50 euro per afspraak.

Volgens het rechtbankverslag is het algemene beeld dat is ontstaan van de chatsite, dat deze vooral wordt gebruikt door mannen die op zoek zijn naar een 'snelle seksdate diezelfde dag, met een man uit de buurt.' Bij het aanmelden op de chatsite geef je automatisch aan 18 jaar of ouder te zijn.

Buiten vervolging door fout OM

Sinds 2013 was Vincent L. landelijk coördinerend fraude-officier van justitie, verantwoordelijk voor het opsporen van criminaliteit rondom milieu en economie. Vanaf 2016 werd hij plaatsvervangend hoofdofficier van het functioneel parket in Amsterdam. Hij werd kort na zijn aanhouding geschorst, en per 1 januari 2018 werd zijn dienstverband bij het OM beëindigd.

De zaak tegen Vincent L. werd aanvankelijk door de rechtbank in Amsterdam behandeld, maar de Hoge Raad oordeelde dat om schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, de zaak in Den Haag moest worden behandeld. L. was namelijk werkzaam in hetzelfde gebouw van het OM als de aanklagers, in Amsterdam.

Foto: Openbaar Ministerie

Ook al werd de zaak overgedragen aan de rechtbank in Den Haag,  op 1 november 2019 werd de verdachte alsnog buiten vervolging gesteld door een fout van het OM. Het OM hield namelijk dezelfde, Amsterdamse, officieren van justitie aan bij de zaak.

De advocaat van de verdachte had deze klacht al in mailcontact met een van deze officieren kenbaar gemaakt en verklaarde in rechtszaal 'dat de vervolgende instantie slechts op papier het Haagse parket wordt'.

Belangenverstrengeling

Het Openbaar Ministerie besloot de zaak toch met dezelfde officieren te willen vervolgen. Een grote fout, oordeelde het hof. Volgens het hof bleef hiermee de schijn van belangenverstrengeling bestaan.

"Door het bewust negeren van de opdracht van de Hoge Raad en het optuigen van een schijnconstructie heeft het Openbaar Ministerie zichzelf een bevoegdheid aangemeten die hem niet toekomt en daarmee de verhouding tussen het Openbaar Ministerie en de rechter bij de behandeling van strafzaken miskend, hetgeen een ernstige en fundamentele inbreuk vormt op de beginselen van een behoorlijke procesorde en strafvervolging en het wettelijk systeem in de kern raakt."

"Wel wordt de keuze van het OM voor de behandelend officieren als onhandig en ongelukkig gezien"

Rechtbank Den Haag

Het OM ging tegen die uitspraak in hoger beroep op 5 november 2019, en zij moest daarna, binnen veertien dagen, een appelschriftuur indienen. Deze werd pas op de vijftiende dag ontvangen. Toch besloot de rechtbank het hoger beroep in behandeling te nemen.

Van belangenverstrengeling zou volgens het OM geen sprake zijn: de twee zaaksofficieren van het parket in Amsterdam kenden de verdachte niet. De verdachte werkte voor een zelfstandig werkend parket en heeft ook nooit contact gehad met de zaaksofficieren.

Het Haags gerechtshof gaf het OM hierin gelijk op 5 maart van dit jaar en besloot daarmee dat het bezwaar van de verdachte op de dagvaarding van het OM dus ongegrond is. "Wel wordt de keuze van het OM voor de behandelend officieren als onhandig en ongelukkig gezien."

"Ongeacht de positieve beslissing van het Hof van vandaag, vinden we, terugkijkend, dat we dit anders hadden moeten aanpakken"

Openbaar Ministerie

Het OM toonde zich ondanks blij te zijn met de uitspraak van de rechtbank wel zelfkritisch. "Het OM heeft een risico genomen door de Amsterdamse officieren op deze zaak te houden. Ook al zijn door betrokken collega’s integere en professionele afwegingen gemaakt, we hadden juist in deze zaak waarbij een (oud-)OM’er betrokken is alle risico’s moeten vermijden waardoor de rechtbank de zaak inhoudelijk zonder vertraging had kunnen behandelen. Ongeacht de positieve beslissing van het Hof van vandaag, vinden we, terugkijkend, dat we dit anders hadden moeten aanpakken.”

Eindelijk inhoudelijke behandeling

Uiteindelijk is de verdachte nog tegen de beslissing van het hof ingegaan, maar het hof sloeg deze vraag om cassatie af.

Vandaag begint om 9.00 uur dus na een hoop vertraging de rechtszaak tegen Vincent L. in de rechtbank van Den Haag. Wat precies de strafeis van het OM is, is nog niet duidelijk. De zitting van vandaag is een voorbereidende zitting, waarin vooral wordt gekeken of er nog aanvullend onderzoek nodig is.

Lees ook

💬 Wil je niets missen uit Amsterdam?

Tikfout gezien? Laat het ons weten via [email protected]