Ga naar Content
IJmond

Dankjewel Diner: Harry organiseerde de protestmars tegen geweld in Beverwijk

5 december 2019, 13.00 uur · Aangepast 6 december 2019, 16.27 uur
Door: Fred Segaar · Foto: NH Nieuws

BEVERWIJK - Harry Anderies vindt het zelf niet zo bijzonder wat hij gedaan heeft. Er móést gewoon iets gebeuren na de golf van mishandelingen die Beverwijk en Heemskerk dit jaar overspoelde. Daarom organiseerde hij op 3 oktober de protestmars tegen het aanhoudende geweld. Anderies is naar aanleiding daarvan één van de Noord-Hollanders die mag aanschuiven aan het Dankjewel Diner. "Een eer", noemt hij het:

Dankjewel Diner: Harry organiseerde de protestmars tegen geweld in Beverwijk - NH Nieuws

De Beverwijker hoopte met de tocht de aandacht te krijgen van de landelijke politiek voor de mishandelingen waarvan jonge mensen in Beverwijk en Heemskerk dit jaar het slachtoffer zijn geworden. Dat is gelukt, maar liever nog had hij ermee bereikt dat er een einde was gekomen  aan het geweld. Het is te vroeg om te zeggen dat dat is gelukt, maar interesse vanuit Den Haag is zeker op gang gekomen. 

Foto: NH Nieuws

Anderies: "De bedoeling was om een beetje aan de hekken te gaan rammelen. Dat is gelukt. In de Tweede Kamer zijn mensen aan de praat geraakt, ministers zijn aan het werk gegaan, Kamerleden die hier in de regio op bezoek zijn geweest, de gemeente die met van alles bezig is; ik denk dat we heel veel resultaten hebben geboekt." 

"Ik denk dat de mars echt iets heeft los gemaakt, we hebben iets bereikt"

Harry Anderies, organisator protestmars

Als het een eenmalige gebeurtenis was geweest die maar tijdelijk de aandacht op het probleem had gevestigd, had hij de mars als zinloos beschouwd. Maar ruim twee maanden later ziet hij de effecten ervan. Hij doelt vooral op de burgersurveillances. "In samenwerking met de politie lopen nu 's avonds groepjes burgers door de wijken. Dat heeft nut."   

Foto: NH

Verdrijven

Mensen zeggen tegen hem dat ze zich veiliger voelen sinds er surveillances zijn. "Ik weet niet of het echt zo is, maar de mensen vóelen  zich in elk geval veiliger en dat is fijn. Wij zijn vooral preventief bezig. We stuiten op dingen die kapot zijn en melden dat, of zien dingen rondzwerven die er niet horen."

Hij gaat verder: "En als we groepjes tegen komen, proberen we ze te verdrijven. We hebben nu signalen dat de groepen zich aan het verplaatsen zijn. Dan kun je zeggen: 'maar dan wordt het ergens anders onveilig'. Ik ziet dat anders. Wij volgen ze en op een zeker moment zijn ze dat hopelijk een keer zat en dan heeft het zeker nut gehad."