Het is vallen en opstaan voor Stefanie van der Gragt. De Heerhugowaardse verdedigster van de FC Barcelona kampte het afgelopen jaar met blessures, maar staat nu met de Oranjevrouwen in de kwartfinale van het wereldkampioenschap voetbal. Maar ook dat gaat met horten en stoten.
Van der Gragt begon in het eerste WK-duel met Nieuw-Zeeland in de basis, maar ondervond na die wedstrijd hinder aan haar knie. Daardoor moest ze de twee daaropvolgende wedstrijden aan haar voorbij laten gaan. "Dat was een mentaal tikje, maar ik ben mentaal gelukkig sterk. Opstaan en weer doorgaan, zo gaat dat", aldus de lange verdedigster, die afgelopen dinsdag tegen Japan weer in de basis stond. "Sarina (Wiegman. red.) vroeg: kan je honderd procent geven? En dat kon ik."
Komende zaterdag speelt de Noord-Hollandse - zonder blessures - met haar ploeg in de kwartfinale tegen Italië. "Ik heb na 'Japan' geen reactie meer gehad in mijn knie. Ik werk dus zonder problemen toe naar de wedstrijd van zaterdag tegen Italië", zegt ze daarover. Van der Gragt kijkt op van het niveau van de Italiaanse ploeg. "Ze hebben zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. Op het WK oogt Italië heel sterk. Ze spelen opportunistisch, ze grijpen ieder kansje aan om op doel te schieten."
Olympische Spelen
Bij een winstpartij tegen Italië is Nederland niet alleen verzekerd van de halve finales op het WK, maar mogelijk ook van een startbewijs voor de Olympische spelen. Dat gebeurt wanneer de Verenigde Staten van Frankrijk weten te winnen. "Dat zou een heel mooi toetje zijn", zegt Van der Gragt daarover. "De Spelen zijn het allerhoogste podium, wie wil daar nou niet spelen? Maar we denken nu alleen aan Italië. Alles draait dan om winnen."