Ga naar Content

Cabaretier Freek de Jonge: "De betovering verdwijnt na een paar jaar weer"

Freek de Jonge vormde samen met Bram Vermeulen het legendarische duo Neerlands Hoop, of zoals ze het zelf formuleerden: "Een energieverslindende show die zijn tijd ver vooruit is." Maar de echte betovering was volgens Freek de Jonge slechts van korte duur.

Biografie

Naam:
Freek de Jonge

Geboren: Westernieland, 30 augustus 1944

Beroep: Cabaretier, schrijver

Erelijst: Edison 1981, 1982, 1983, Gouden Harp 1997, Annie MG Schmidtprijs 2005

Bij de wervelende shows van Neerlands Hoop leek het wel alsof Freek en Bram het publiek bij het begin van de voorstelling bij de strot grepen en pas weer loslieten als de show klaar was. 

Volgens Freek de Jonge had dat te maken met de betovering die daar vanuit ging: "Mensen werden echt opgeslokt. Ik kan me van die eerste voorstellingen ook wel de roes herinneren waar het publiek in terecht kwam. Dat heeft twee, drie programma's geduurd en dan ontstaat de gewenning. Dan verdwijnen die dingen langzamerhand."

Solo
Datzelfde gevoel kwam bij De Jonge pas weer terug tijdens zijn solovoorstellingen in Theater Carré. "Dat heeft alles bij elkaar vijf, zes jaar geduurd en toen was die betovering ook weg. Die komt bij vlagen terug, maar zoals die geweest is, dat is eenmalig."

Zijn voorstellingen ontstaan vanuit improvisatie. Alles slaat De Jonge op in zijn hoofd. Pas later komt het echte schrijfwerk. "Als je vier, vijf keer per week speelt, dan duurt het anderhalve maand. Dan zit het er aardig in. 
Na zo'n 75 keer spelen, begint het echt goed te worden. Dan kan ik ook nog, terwijl ik aan het spelen ben, over hele triviale dingen nadenken. Waar ik iets heb laten liggen. Ik ben een boek kwijt of ik weet niet wat. Dat soort wonderlijke dingen."

Kijk hier voor het lange interview met Freek de Jonge:

Lang interview Freek de Jonge - NH Nieuws

Voor meer Noord-Hollandse iconen kijk hier.

💬 Whatsapp ons!
Heb jij tips? Of een interessante foto of video gemaakt? Stuur ons jouw nieuws op 0630093003!
Foto: Robert Jan de Boer/NH