Boek over verongelukte Zandvoortse autocoureur Wim Loos: "Hij mag niet vergeten worden"

"Dit verhaal moet verteld worden. Wim mag niet vergeten worden", zegt Petersen, zelf jarenlang werkzaam geweest als speaker op Circuitpark Zandvoort. Hij is zich al lange tijd aan het verdiepen in het leven van zijn omgekomen dorpsgenoot en heeft al heel wat details boven water kunnen halen.

Lees ook: Zo scheurden de eerste sportwagens over het circuit van Zandvoort

Voor hem op zijn bureau liggen twee helmen, beiden van Loos geweest. Ze zijn afkomstig uit het archief van de familie Loos, waar Petersen inzage in kreeg. "Best gek als je bedenkt dat dit zijn enige helmen zijn geweest en Max Verstappen er wel drie of vier per dag gebruikt."

De witte helm droeg Loos tijdens zijn noodlottige ongeval, in juni 1967, tijdens een 24-uursrace op het Belgische circuit Spa Francorchamps. "Er was vlak voor hem een ongeluk gebeurd. Het was nacht, de baan was slecht verlicht. Hij schrok van wat hij zag, crashte met zijn Alfa Romeo GT en werd eruit geslingerd." Loos overleefde de klap niet en zo kwam een abrupt einde aan wat een glansrijke carriére had kunnen worden.

Jongen uit het dorp
Wim Loos was 'een gewone jongen' uit het dorp en kwam terecht in een wereld waar het vooral om geld draaide, die van de elitaire autosport. "Hij moest het echt van zijn talent hebben, niet van het geld zoals bij andere coureurs", vertelt Petersen. Loos werd opgeleid door Rob Slotemaker, die ook zijn eigen slipschool had. "Wim kon op jonge leeftijd al veel oefenen bij de slipschool op het beheersen van de auto en daarnaast had hij een soort natuurlijk gevoel voor het aansnijden van bochten, echt supersnel. De eerste wedstrijd die hij meedeed, won hij ook meteen."

Loos werd twee keer Nederlands Kampioen en het verhaal gaat dat hij in de dagen voor het fatale ongeluk gesprekken voerde met Ferrari om in de Formule 1 te gaan rijden. Dat heeft helaas dus nooit zo mogen zijn. Het boek van Petersen en van Joolen wordt in november uitgebracht.