Ga naar Content

Texel staat na droge zomer nog vol met oude lammeren: "Markt is in elkaar gestort"

Op Texel lopen nog veel meer lammetjes rond dan andere jaren. De boeren kunnen hun dieren maar amper kwijt op de markt. Door de droogte van afgelopen zomer hebben ze de piek in het lammetjes-seizoen gemist. De dieren zijn nu nog maar weinig waard.

"We hebben nog een hoop overblijvers van vorig jaar", vertelt schapenboer Jan Jacob Keijser. De droge zomer van 2018 heeft grote gevolgen voor de schapenboeren. Omdat er te weinig gras stond, hebben boeren de dieren moeten bijvoeren. Een flinke kostenpost. Daarnaast kwamen de lammetjes pas laat op gewicht en was het seizoen voor lamsvlees al voorbij. 

Concurrentie uit het buitenland
Ondertussen wordt de markt overvoerd door lammeren vanuit Engeland en Ierland die de dieren voor een appel en een ei aanbieden. Schapenboer Jan Willem Bakker is daar niet blij mee: "Die kunnen veel goedkoper werken. Er is meer land en de arbeidskrachten zijn goedkoper. Maar ja de markt is vrij, dat is wel de realiteit en daar heb je het mee te doen".

Volgens Bakker zou de consument kritischer moeten zijn in zijn keuze van het lamsvlees: "Ons product is veel beter. De consument zou moeten vragen waar zijn vlees vandaan komt. Vraag het aan je slager en zeg dat je gewoon een Hollands product wilt. Dat zou al een stuk helpen".

Een nieuw seizoen breekt aan
Het nieuwe lammer-seizoen staat alweer voor de deur. De boeren gaan er vol goede moed tegen aan. Toch denken ze dat de droge zomer van 2018 ook gevolgen voor dit jaar gaat hebben. "Na een slecht jaar komt meestal weer een beter jaar", zegt Keijser, "Maar ik denk dat we toch minder lammeren gaan krijgen".

En ook het gras heeft te lijden gehad, zegt Bakker: "Je ziet dat de weilanden het zwaar te verduren hebben gehad. Goede grassen zijn kapot gegaan. Maar ik hoop dat we een goed groeiseizoen krijgen. We zijn vol goede moed".

💬 Whatsapp ons!
Heb jij tips? Of een interessante foto of video gemaakt? Stuur ons jouw nieuws op 0630093003!
Foto: NH/Matthijs Gemmink