Ga naar Content
West-Friesland

Slachtoffers zedenmisdrijven ondervraagd na fouten bij verkrachtingszaak Hoorn

17 december 2018, 14.38 uur · Aangepast 18 december 2018, 14.10 uur
Door: · Foto: NH Nieuws

De inspectie van Justitie en Veiligheid gaat slachtoffers van zedenmisdrijven in Den Haag, Rotterdam, Oost-Nederland, Zeeland/West-Brabant en Limburg vragen hoe de politie met hen en hun zaak is omgesprongen.

Aanleiding is onder meer een omstreden aanrandingszaak in Hoorn, waar het slachtoffer zelf haar aanrander opspoorde omdat de politie het in haar ogen liet afweten.

De inspectie concludeerde in deze zaak dat de politie fouten had gemaakt en te passief had opgetreden. Justitieminister Ferd Grapperhaus heeft het onderzoek in gang gezet op verzoek van de Tweede Kamer.

Lees ook: Sylvia spoorde haar verkrachter zelf op: 'moest hem verleiden via dating-app'

Het onderzoek richt zich op mogelijke belemmeringen voor slachtoffers als zij aangifte doen van aanranding of verkrachting. Ook kijkt de inspectie naar het opsporingsonderzoek en of het besluit om al dan niet te vervolgen, is meegedeeld aan de aangeefster of aangever.

Sylvia Veld spoorde haar verkrachter op -



Dat slachtoffers binnen de politie-eenheid Noord-Holland niet worden ondervraagd, is het gevolg van methodologische keuzes, zo blijkt uit het plan van aanpak van de inspectie. "Bij [de selectie van politie-eenheden] is rekening gehouden met de kenmerken van de verschillende eenheden (grote stad of platteland, grensstreek of niet)."

Bovendien houdt de inspectie ook rekening met de toezichtslast waaraan de betreffende eenheden worden onderworpen. Als een eenheid recent voor een ander onderzoek is doorgelicht, is de kans kleiner dat die eenheid in een daaropvolgend onderzoek opnieuw wordt onderzocht. 

Wel worden de tussentijdse bevindingen met de chefs van de afdelingen zedenzaken van alle politie-eenheden gedeeld.