Ga naar Content
West-Friesland

Westfriese boeren uit de Bronstijd hadden uniek landschap

5 december 2018, 15.29 uur
Door: · Foto: Frans Diederik

Archeoloog Wouter Roessingh ontdekte tijdens zijn promotieonderzoek dat de Westfriese boeren bewuste keuzes maakten bij het inrichten van het landschap. De uitkomsten zijn zeer verrassend en anders dan eerder werd gedacht.

Het oostelijke deel van West-Friesland was in de Midden- en Late Bronstijd (ca. 1600-800 v. Chr.) een langdurig bewoond, dichtbevolkt gebied met vele boerendorpen. "De mensen woonden in boerendorpjes en vormden een hechte gemeenschap waarin veel werd samengewerkt", concludeert Roessingh. Hij bracht oude onderzoeksgegevens van oude opgravingen samen, waardoor een uniek inzicht ontstond.

'Schatkamer'
De landschappen uit de Bronstijd zijn bijna nergens zo goed bewaard gebleven en goed onderzocht als in West-Friesland. Door de goede conserveringsomstandigheden in het voormalig kwelderlandschap is deze regio een 'schatkamer voor overblijfselen uit die tijd'. Vaak zijn de dorpjes vele generaties bewoond, waardoor er voor archeologen een 'gestapeld landschap' ontstaan is.

Lees ook: Leerlooierij uit Gouden Eeuw ontdekt in Enkhuizen

Regelmatig werden nieuwe boerderijen op dezelfde plaats gebouwd als de voorgangers. Dit geldt ook voor de vele sloten die gegraven werden om terreinen af te bakenen en het land droog te houden. Dit werd lang onderhouden door samenwerking tussen de boeren, maar op een gegeven moment verdween dit stabiele landschap en veranderde van functie: de boerderijen werden vervangen door akkers.

Rijke historie
"Door de lange bewoningsduur van terreinen en de goede conservering en herkenbaarheid van grondsporen zijn de Westfriese vindplaatsen bij uitstek om deze dynamiek in beeld te brengen. Een rijke historie kon in kaart worden gebracht", aldus Roessingh.

💬 Whatsapp ons!
Heb jij tips? Of een interessante foto of video gemaakt? Stuur ons jouw nieuws op 0630093003!