Zwemmer Maarten van der Weijden heeft zijn Elfstedentocht acht kilometer voor Dokkum af moeten breken. Een woordvoerster van de olympisch kampioen zegt dat Van der Weijden heeft overgegeven en hij werd door een arts onderzocht. Uiteindelijk heeft hij 163 van de 200 kilometer kunnen zwemmen.
Rond het middaguur werd hij niet lekker, hij had het erg koud en laste een korte pauze in. Daarna is hij nagekeken door artsen, die constateerden dat zijn zoutgehalte niet op peil was. Zij vonden het niet verantwoord dat hij verder zou zwemmen. Hij is aan boord van een bootje onder warmtedekens onderweg naar een ziekenhuis om verder te worden na gekeken.
Volgens het oorspronkelijke schema zou Van der Weijden maandagmorgen omstreeks 7.30 uur in Dokkum aankomen. Hij begon zaterdagochtend vroeg in Leeuwarden en zou maandagavond daar ook weer finishen. Mensen die een stukje met Van der Weijden mee zouden zwemmen om zo via sponsoren ook geld op te halen, mochten overigens niet meezwemmen. De waterkwaliteit is zo slecht, dat de zogeheten Cityswims zijn afgelast.
Lees ook: Van der Weijden is halverwege Elfstedenzwemtocht
Vooraf kon Van der Weijden niet goed inschatten of hij zijn monstertocht van drie dagen zou kunnen voltooien. Vooral de eerste, donkere nacht had hij het zwaar.
Met zijn tocht heeft de olympisch zwemmer, die zelf leukemie heeft gehad, al ruim acht ton binnengehaald voor kankeronderzoek.