In 2017 boekten bijna 30 miljoen toeristen een overnachting in Noord-Holland. Dat is een stijging van 9,4 procent ten opzichte van 2016. De groei is vooral te danken aan hotelovernachtingen door internationale gasten.
Al jaren zijn Amsterdam en de Noordzeekust de belangrijkste trekpleisters. De verwachting is dat de groei in 2018 doorzet. Door de wisselvallige zomer van 2017 steeg het aantal overnachtingen door Nederlanders met slechts 2,2 procent.
Grootste groei
De toerismesector groeit de laatste jaren harder dan de economie. 2017 laat de grootste groei zien in toerisme in ons land over de afgelopen tien jaar. Noord-Holland is koploper. De provincie neemt ruim een kwart van alle 112 miljoen gastenovernachtingen in Nederland voor haar rekening. Ruim de helft hiervan gaat naar Amsterdam, zo'n 53 procent, iets minder dan de helft, 47 procent erbuiten.
De cijfers laten zien dat Noord-Holland weet mee te liften op de internationale groei van toerisme, maar ook op die van Amsterdam. Als het toerisme groeit in de hoofdstad, dan profiteert de rest van de provincie mee. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld Laag Holland. "Harde cijfers voor 2018 zijn er nog niet, maar groei van het aantal bezoekers is voelbaar. Iedereen trekt eropuit, volle fietspaden, veel boten op het water, volle terrassen en tevreden ondernemers. Met een van de warmste zomers ooit wordt ook 2018 een uitstekend jaar", aldus Mardiek Voorneveld, directeur Bureau Toerisme Laag Holland.
Stijging Duitse toeristen
In Noord-Holland is er sprake van een flinke stijging van het aantal Duitse toeristen. Marlies Groot, directeur Holland Boven Amsterdam bevestigt dit beeld. "Vanaf het begin van de zomervakantie overnacht een overweldigend aantal Duitsers in Noord-Holland Noord. Niet alleen in hotels en op bungalowparken, maar ook op bijvoorbeeld de Kennemer Duincampings." Ook is er een grote toename van Belgische gasten en van verblijfstoeristen uit Luxemburg.