Ga naar Content

Oostzaan nog steeds koploper 'goedkope scheefhuur'

13 juni 2018, 12.26 uur · Aangepast 13 juni 2018, 14.53 uur
Door: · Foto: Google Maps

NOORD-HOLLAND Oostzaan spant al jaren de kroon als het gaat om 'goedkope scheefhuur' in de Metropoolregio. Volgens de laatste cijfers is ruim 24 procent van de huurders in Oostzaan een 'goedkope scheefwoner'. Gemeente Waterland volgt met zo'n 23 procent. De cijfers laten zien dat scheefhuur niet alleen een grootstedelijk probleem is.

Dat blijkt uit de vorige maand verschenen Lokale Monitor Wonen, een jaarlijks onderzoek dat onder meer wordt uitgevoerd door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

Goedkope scheefhuur
Landelijk verdient inmiddels zo'n een op de acht sociale huurders van een corporatiewoning te veel om in de sociale huur te zitten. Deze zogeheten 'goedkope scheefhuurders' wonen in een sociale huurwoning, terwijl ze gezien hun inkomen eigenlijk in een vrije sector woning zouden moeten wonen. En dat belemmerd de doorstroom op de woningmarkt. Volgens de Rijksoverheid blijven er zo 'minder huizen over voor mensen met een laag inkomen'. 

Scheefhuur is een bekend probleem op de woningmarkt. Een huis kopen of duurder gaan wonen in de vrije sector is voor veel scheefhuurders in de grote steden geen optie. De alternatieven zijn te duur en het aanbod is schaars. Toch is scheefhuur niet alleen een grootstedelijk probleem. Voorbeelden als Oostzaan (24,4 procent), Waterland (23,2 procent) en Ouder-Amstel (21 procent) laten zien dat ook kleinere randgemeenten, onder de rook van Amsterdam, tegen het probleem aanlopen. 

In Almere en Lelystad is er, ten opzichte van andere gemeenten in de Metropoolregio, relatief weinig scheefhuur. Daar blijven de percentages ruim onder de negen procent. 

Gebrek aan doorstroom
Vorig jaar onderzocht het economisch bureau van ING hoe het kan dat deze mensen niet doorstromen. De bank concludeerde dat verandering van inkomen nauwelijks effect heeft op het verhuisgedrag van huurders. Als bewoners van een sociale huurwoning meer gaan verdienen, voelen ze niet per se de prikkel om duurder te gaan wonen. Andere levensgebeurtenissen, zoals samenwonen of kinderen krijgen, zorgen hier sterker voor. De grootste groep scheefhuurders zijn 55-plussers, volgens ING. Zij verhuizen niet snel. 

Overigens is de groep goedkope scheefwoners landelijk wel kleiner geworden. In 2014, het eerste jaar waarin dit onderzoek werd uitgevoerd, verdiende veertien procent van de sociale huurders eigenlijk te veel. In 2016, het meest recente jaar waarover gegevens beschikbaar zijn, was dat geslonken naar twaalf procent.