Ga naar Content
Noord-Holland

Nederlanders positiever over homo's

17 mei 2018, 08.35 uur
Door: · Foto: ANP/Robin van Lonkhuijsen

NOORD-HOLLAND De opvattingen van Nederlanders over homo's en biseksuelen zijn steeds positiever, concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau op basis van onderzoek. In 2006 was iets meer dan de helft van (53 procent) van de Nederlanders positief over homo- en biseksualiteit, nu is dat gestegen tot bijna driekwart (74 procent). Zo'n 6 procent denkt negatief over deze groep mensen, dat was eerder 15 procent.

"De houding is in alle bevolkingsgroepen positiever, ook in groepen waar men van oudsher negatief over homo- en biseksualiteit denkt, zoals oudere of religieuze personen. Scholieren denken ook steeds positiever over homoseksualiteit", aldus het SCP.

Lees ook: Verdachten homogeweld voor de rechter: "Jullie homo's moeten doodgaan"

Toch hebben veel Nederlanders nog altijd meer moeite met twee zoenende mannen of vrouwen op straat dan een man en een vrouw die zoenen. Daarbij zegt ruim een vijfde meer moeite te hebben met twee mannen die hand in hand lopen dan met een man en vrouw die dat doen.

Het SCP stelt ook vast dat de opvattingen over transgenders en genderdiversiteit gunstiger zijn geworden. Zo dacht in 2012 maar 45 procent positief hierover, dat is nu gestegen tot 57 procent. Minder dan een op de tien (9 procent) denkt negatief over transgenders. Dat was eerder 11 procent.

Groepen in de samenleving die het negatiefst denken over homo- en biseksualiteit zijn protestanten, leden van overige religies en allochtonen. "De verschillen tussen de bevolkingsgroepen zijn de afgelopen jaren wel kleiner geworden", aldus de onderzoekers.

Nederland tweede in Europa
In Europa hebben bewoners in IJsland de meest positieve opvattingen over homoseksualiteit. Nederland staat op de tweede plek. "In IJsland, Nederland, Zweden en Noorwegen vindt meer dan 90 procent van de inwoners dat homoseksuele mannen en lesbische vrouwen hun leven moeten leiden zoals ze dat zelf willen." In Rusland, Polen en Esland denken ze hier gemiddeld genomen heel anders over.