Ga naar Content
Noord-Holland

Advies: opvangcentra moeten minder zeehonden opvangen

13 maart 2018, 15.58 uur
Door: · Foto: Shutterstock

NOORD-HOLLAND Het gaat zo goed met de Nederlandse zeehond, dat opvangcentra veel minder dieren zouden moeten opnemen. Opvang kan zelfs negatieve effecten hebben, zoals dat pups van moeders gescheiden raken en dat per zeehond minder voedsel beschikbaar is als de populatie maar blijft groeien.

Dat stelt de Wetenschappelijke Adviescommissie Zeehondenopvang (WAZ) vandaag in een adviesrapport dat is overhandigd aan minister Carola Schouten van Landbouw.

De laatste decennia groeide het aantal zeehonden van 500 in 1980 naar bijna 15.000 nu. Volgens de WAZ 'zijn er zelfs bewijzen dat het aantal zeehonden tegen een maximum aanzit'.

'Wilde dieren'
Volgens André van der Zande, de voorzitter van de onderzoeksgroep, vraagt de huidige gezonde populatie van zeehonden in de Nederlandse wateren om een andere manier van denken. "Zeehonden zijn wilde dieren en horen thuis in de natuur. Dit moet ook het uitgangspunt voor opvang zijn."

Opvangcentra, Nederland telt er vijf, ontfermden zich in de afgelopen tien jaar over tussen de 20 en 50 procent van alle jonge zeehonden. Veel te veel, vindt de WAZ, die pleit voor een maximum van 5 procent. Opvang van zieke dieren moet mogelijk blijven, maar dan alleen als de zeehond echt hulp nodig heeft.

'Van twee naar 24 uur'
Waar gestrande zeehonden nu opgenomen mogen worden als ze twee uur alleen zijn gelaten, pleit de WAZ pleit ervoor die periode op te rekken naar 24 uur. Zo wordt pups meer tijd gegeven hun moeder terug te vinden, die wellicht alleen weg is gegaan om te jagen. Ook geeft het zieke dieren meer tijd om op eigen kracht te herstellen.

De WAZ wil dat er Zeehondenwachters komen, getrainde professionals die als enigen mogen beslissen of een zeehond naar een opvangcentrum moet. De vele partijen en overheden zouden een Zeehondenakkoord moeten sluiten om afspraken vast te leggen.

Naar het advies over de toekomst van zeehondenopvang was gevraagd door Martijn van Dam, staatssecretaris van Economische Zaken en Landbouw in het vorige kabinet.