PETTEN Om de problemen rond de Pettense kernreactor te beteugelen, is van 160 à 200 miljoen uit de schatkist nodig. Dat bedrag komt bovenop de tweehonderd miljoen euro uit de schatkist die Den Haag afgelopen decennia al heeft besteed aan de centrale.
Dat schrijft de Volkskrant vandaag op basis van een overzicht dat ambtenaren van de betrokken ministeries op verzoek van informateur Edith Schippers hebben opgesteld.
Uit dat overzicht blijkt dat het Rijk rekening moet houden met een tegenvaller van 400 miljoen euro om de nucleaire industrie in Nederland weer op te lappen.
Lees ook: Onrust om radioactief grondwater in Petten
Voor de kerncentrale van Dodewaard, die twintig jaar geleden werd gesloten, is veruit het meeste geld nodig: 200 miljoen. Hoewel de overheid vindt dat aandeelhouders de sloop van de centrale moeten betalen, verwachten de ambtenaren niet dat ze dat zullen doen.
In dat geval moet de overheid die honderd miljoen ophoesten. En daar blijft het niet bij, want om het Pettense kernafval naar de bovengrondse opslagplaats in het Zeeuwse Borssele te brengen, is ook een slordige honderd miljoen euro nodig. ECN, de eigenaar van de reactor, heeft dat geld niet, waardoor de overheid zal moeten bijspringen, zo is de veronderstelling.
Lees ook: Bewoners rond reactor Petten krijgen jodiumpillen
Bovendien lijkt een extra eenmalige miljoenenbijdrage van de overheid nodig om een nieuwe reactor in Petten te realiseren. Den Haag wil dat die investeringen worden gedaan door private partijen, maar de ambtenaren verwachten niet dat ze dat doen.
De bouw van een kernreactor is een zaak van lange adem. Omdat er in die jaren wel geïnvesteerd moet worden, maar rendement uitblijft, staan investeerders niet te springen. Met zestig à honderd miljoen uit de schatkist kan dat probleem worden opgelost.