Ga naar Content

Hilversumse schrijver stort zich op mysterie van Gooise kindermoorden

BUSSUM De 10-jarige Ansje Busch ging op een zaterdagmiddag in mei 1941 bloemetjes plukken en kwam niet meer thuis. Het meisje was een van de vier kinderen uit het Gooi die in de oorlogsjaren ineens verdwenen.

De Hilversumse schrijver Robert Vreugdenhil heeft zich op de oude maar nog altijd onopgeloste zaak gestort. Zijn recente publicaties over de mogelijke seriemoordenaar die in de oorlog in het Gooi actief moet zijn geweest, halen herinneringen boven bij mensen die het nog hebben meegemaakt.

'Zomaar weg'
Een van hen is Loes Schoevers uit Bussum. Ze was 10 jaar oud toen in de zomer van 1941 haar vriendinnetje Ansje Busch verdween. "Ze was zomaar weg. Ze ging bloemetjes plukken en kwam niet meer thuis.

Ansje woonde alleen met haar moeder. Het moet vreselijk voor haar moeder zijn geweest," vertelt Loes in NH Reportage. Ansje was het eerste slachtoffer. Ze verdwijnt in de buurt van het Laegieskamp in Bussum. Ondanks uitgebreide zoekacties wordt ze niet gevonden.

Alleen een fiets
Een paar maanden na de verdwijning slaat de schrik opnieuw toe als de 14-jarige Mientje ter Haar uit Bussum ook niet meer thuiskomt. Mientje was er die zaterdag op uitgetrokken om vlierbessen te plukken. Alleen haar fiets is een paar weken later in de bosjes gevonden.

In de zomer van 1942 verdwenen twee jongens uit Hilversum. Eerst de 11-jarige Hans van der Poel, die op een weiland gras voor zijn konijn aan het snijden was. Enkele maanden later verdween de 12 jaar oude Herman Warnink in het niets tijdens het zoeken naar beukennootjes in het Spanderswoud.

Lugubere vondst
In de herfst van 1942 wordt door een spoorwegmedewerker in een sloot langs het spoor Naarden-Bussum een lugubere vondst gedaan. In een jutezak zit het verminkte lichaam van Mientje. In het voorjaar van 1943 wordt in hetzelfde water weer een jutezak gevonden. Daarin zitten de resten van twee meisjes. Aangenomen wordt dat het in ieder geval om Ansje Busch moet gaan. Van wie de andere stoffelijke resten zijn, blijft een raadsel.

Loes Schoevers zegt nooit te hebben geweten dat haar vriendinnetje gevonden was. "Daar werd niet over gesproken. Ik heb wel altijd gedacht: was ik maar mee gegaan die dag. Dan was het misschien niet gebeurd. Een schuldgevoel, daar heb ik mijn hele leven last van", vertelt de nu 86-jarige. Loes zou graag willen weten wat er met haar vriendinnetje uit die tijd is gebeurd. "Of ze niet geleden heeft. Dat is belangrijk."

Onderzoeker Robert Vreugdenhil is nog op zoek naar verhalen over deze zaak. Wie iets weet, kan mailen naar: [email protected]

Foto: